![]() reumatoïde artritis leidt vaker tot een lage ziekteactiviteit dan alleen methotrexaat na stopzetting van etanercept. Tot die conclusie komen de auteurs van de PRESERVE-studie waarvan de Lancet de resultaten publiceerde. artritis zijn het afremmen of stopzetten van de gewrichts schade en het maximaal beperken van invaliditeit, met name door te streven naar een langdurige klinische re missie of ten minste naar lage ziekteactiviteit. Of deze streefdoelen worden bereikt bij patiënten met een matige ziekteactiviteit is nog niet erg duidelijk, ook al komt matig actieve reumatoïde artritis frequent voor. Daarbij komt ook nog dat het optimaal gebruik van biofarmaca verder onderzoek vergt, onder meer inzake strategieën voor in ductietherapie, onderhoudsbehandeling en het onderbre ken van de therapie. PRESERVE, een gerandomiseerde, gecontroleerde studie, wou nagaan of een lage ziekteacti viteit behouden blijft met een gereduceerde dosis of na het stopzetten van etanercept bij patiënten met matig actieve reumatoïde artritis. Tussen 6 maart 2006 en 9 september 2009 includeerden 80 centra in Europa, LatijnsAmerika, Azië en Australië patiënten tussen 18 en 70 jaar met matig actieve reuma toïde artritis ondanks behandeling met methotrexaat (DAS 28 > 3,2 en 5,1). In een open labelfase van de studie kre gen alle deelnemers gedurende 36 weken 50mg etaner cept/week. Om in aanmerking te komen voor de analyse De patiënten die beantwoordden aan deze criteria werden door middel van een dubbelblind protocol gerandomiseerd in drie groepen: 50mg/week, 25mg/week of geen etaner cept, telkens in combinatie met methotrexaat. Van de 834 geïncludeerde patiënten kwamen er 604 (72,4%) in aan merking voor de dubbelblindfase. In week 88 vertoonden 166 van de 201 patiënten (82,6%) die minstens 1 dosis 50mg etanercept hadden gekregen en bij wie er minstens één DAS 28-evaluatie was gebeurd, een lage ziekteacti viteit. In de placebogroep waren het er 84/197 (42,6%) (gemiddeld verschil 40,8%; p < 0,0001). In de groep die na randomisatie 25mg etanercept/week kreeg waren het er 159/201 (79,1%) (gemiddeld verschil ten opzichte van placebo 35,9%; p < 0,0001). Patiënten met reumatoïde artritis en matige ziekteactivi teit bereiken dus beter een lage ziekteactiviteit wanneer methotrexaat gecombineerd blijft met etanercept, in de gebruikelijke of een gereduceerde dosis. objectiveren. Meer onderzoek is nodig om na te gaan of het fMRI-beeld klinische pijn kan voorspellen. kers ontwikkeld voor het objectiveren van allerlei medische problemen. Veel moeilijker blijft het om aspecten van de geestelijke gezondheid te objectiveren. Dat geldt ook voor pijn. Lichamelijke pijn gaat gepaard met een enorm cogni tief, sociaal en economisch kostenplaatje, maar pijn blijft heel moeilijk te objectiveren. Tot op vandaag gebeurt dat in evaluatie is. Dit is des te moeilijker in bepaalde populaties zoals jonge kinderen, ouderen, personen met cognitieve beperkingen en personen met een verminderd bewustzijn. Zelfrapportering vormt bovendien slechts een gebrekkige basis om inzicht te verwerven in de onderliggende neuro fysiologische processen van de verschillende types pijn. treatment with etanercept and methotrexate in patients with moderate rheumatoid arthritis (PreserVe): a randomized controlled trial. lancet 2013;381:918-29. |