background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 2 | 2013
6
OR0823N
microscopische Darminflammatie
bij sponDyloartritis
Heleen Cypers*, Liesbet Van Praet*, Dirk Elewaut
Dienst reumotologie, uZ Gent, uG (* Gelijkwaardige bijdrage)
Spondyloartritis (SpA) en inflammatoir darmlijden (IBD) zijn beide idiopatische,
chronisch inflammatoire aandoeningen. Hoewel het duidelijk gedefinieerde entiteiten zijn,
is er klinische en genetische evidentie voor overlapping in de pathogenese. Microscopisch
darmlijden komt voor bij ongeveer de helft van de patiënten met SpA en kan, voornamelijk
in het geval van chronische inflammatie, evolueren naar IBD. In dit artikel bespreken we de
recentste klinische inzichten betreffende de overlapping tussen SpA en IBD.
r
eu
M
at
o
van nIet-radIografISche axIale
SpondyloartrItIS tot ankyloSerende
SpondylItIS
Spondyloartritis (SpA) is een heterogene familie van in-
flammatoire aandoeningen met gemeenschappelijke kli-
nische, radiografische, genetische en zelfs therapeutische
kenmerken. SpA komt voor bij ongeveer 1 procent van
de populatie en manifesteert zich typisch tussen de ado-
lescentie en de leeftijd van 40 jaar (1). In het concept zijn
ziektes zoals ankyloserende spondylitis, psoriasisartritis,
reactieve artritis en artritis/spondylitis geassocieerd met
inflammatoir darmlijden (Ziekte van Crohn, colitis ulce-
rosa) opgenomen (2). Het concept wordt gekenmerkt door
perifere artritis en enthesitis, radiografische sacro-iliitis
(met of zonder spondylitis), klinische overlapping tussen
de verschillende entiteiten (psoriasis, uveïtis, inflamma-
toir darmlijden) en een familiale aggregatie. Kort na de
eerste beschrijving van dit concept werd een sterke asso-
ciatie van deze aandoeningen met de genetische marker
Human Leucocyte Antigen (HLA)B27 gevonden.
Gezien het heterogene karakter van dit concept is een
goede classificatie belangrijk. Vroegere classificaties (mo-
dified New York
, ESSG, Amor) waren steeds gebaseerd op
radiografische veranderingen (erosies, sclerose en even-
tueel ankylose van de sacro-iliacale gewrichten). De komst
van magnetischeresonantiebeeldvorming (MRI) heeft
echter belangrijke verschuivingen teweeggebracht in de
kijk op en de classificatie van SpA. MRI stelt ons in staat
de axiale aandoening in een vroegtijdig stadium op te spo-
ren. In 2009 werden dan ook nieuwe criteria ontwikkeld,
waardoor vanaf nu een onderscheid wordt gemaakt tussen
axiale (al dan niet met radiografische aantasting) en peri-
fere SpA (ASAS-classificatiecriteria) (3, 4).
De classificatie van axiale SpA gaat uit van chronische rug-
pijn (> 3 maanden) ontstaan voor de leeftijd van 45 jaar
en kan steunen op de `beeldvormingsarm' (structurele
afwijkingen op RX of botoedeem op MRI van de sacro-
iliacale gewrichten) in combinatie met minstens één ander
typisch SpA-kenmerk (inflammatoir patroon, artritis,
enthesitis van de hiel, uveïtis, dactylitis, psoriasis, IBD,
goede respons op anti-inflammatoire medicatie, familiale
voorgeschiedenis van SpA, HLA-B27-positiviteit of gestegen
C-reactief proteïne) of op de `HLA-B27-arm' in combinatie
met minstens twee andere typische SpA-kenmerken. Voor
de classificatie van perifere SpA gaat men uit van de aan-
wezigheid van artritis, enthesitis of dactylitis in combinatie
met minstens één majeur SpA-kenmerk (psoriasis, IBD,
uveïtis, HLA-B27-positiviteit, een voorafgaande infectie of
sacro-iliitis op beeldvorming) of minstens twee mineure
SpA-kenmerken (artritis, dacty litis, enthesitis, een familiale
voorgeschiedenis van SpA of inflammatoire lagerugpijn).
Het belang van een vroege diagnose moet in dit tijdperk van
biologische therapieën hoog ingeschat worden.