![]() bij sponDyloartritis is er klinische en genetische evidentie voor overlapping in de pathogenese. Microscopisch darmlijden komt voor bij ongeveer de helft van de patiënten met SpA en kan, voornamelijk in het geval van chronische inflammatie, evolueren naar IBD. In dit artikel bespreken we de recentste klinische inzichten betreffende de overlapping tussen SpA en IBD. eu SpondyloartrItIS tot ankyloSerende SpondylItIS flammatoire aandoeningen met gemeenschappelijke kli- nische, radiografische, genetische en zelfs therapeutische kenmerken. SpA komt voor bij ongeveer 1 procent van de populatie en manifesteert zich typisch tussen de ado- lescentie en de leeftijd van 40 jaar (1). In het concept zijn ziektes zoals ankyloserende spondylitis, psoriasisartritis, reactieve artritis en artritis/spondylitis geassocieerd met inflammatoir darmlijden (Ziekte van Crohn, colitis ulce- rosa) opgenomen (2). Het concept wordt gekenmerkt door perifere artritis en enthesitis, radiografische sacro-iliitis (met of zonder spondylitis), klinische overlapping tussen de verschillende entiteiten (psoriasis, uveïtis, inflamma- toir darmlijden) en een familiale aggregatie. Kort na de eerste beschrijving van dit concept werd een sterke asso- ciatie van deze aandoeningen met de genetische marker Human Leucocyte Antigen (HLA)B27 gevonden. goede classificatie belangrijk. Vroegere classificaties (mo- dified New York, ESSG, Amor) waren steeds gebaseerd op radiografische veranderingen (erosies, sclerose en even- tueel ankylose van de sacro-iliacale gewrichten). De komst van magnetischeresonantiebeeldvorming (MRI) heeft kijk op en de classificatie van SpA. MRI stelt ons in staat de axiale aandoening in een vroegtijdig stadium op te spo- ren. In 2009 werden dan ook nieuwe criteria ontwikkeld, waardoor vanaf nu een onderscheid wordt gemaakt tussen axiale (al dan niet met radiografische aantasting) en peri- fere SpA (ASAS-classificatiecriteria) (3, 4). pijn (> 3 maanden) ontstaan voor de leeftijd van 45 jaar en kan steunen op de `beeldvormingsarm' (structurele afwijkingen op RX of botoedeem op MRI van de sacro- iliacale gewrichten) in combinatie met minstens één ander typisch SpA-kenmerk (inflammatoir patroon, artritis, enthesitis van de hiel, uveïtis, dactylitis, psoriasis, IBD, goede respons op anti-inflammatoire medicatie, familiale voorgeschiedenis van SpA, HLA-B27-positiviteit of gestegen C-reactief proteïne) of op de `HLA-B27-arm' in combinatie met minstens twee andere typische SpA-kenmerken. Voor de classificatie van perifere SpA gaat men uit van de aan- wezigheid van artritis, enthesitis of dactylitis in combinatie met minstens één majeur SpA-kenmerk (psoriasis, IBD, uveïtis, HLA-B27-positiviteit, een voorafgaande infectie of sacro-iliitis op beeldvorming) of minstens twee mineure SpA-kenmerken (artritis, dacty litis, enthesitis, een familiale voorgeschiedenis van SpA of inflammatoire lagerugpijn). Het belang van een vroege diagnose moet in dit tijdperk van biologische therapieën hoog ingeschat worden. |