![]() aan het kniegewricht 2. afdeling radiologie, aZ Sint-maarten, Duffel-mechelen 3. afdeling radiologie, uZ antwerpen, ua 4. afdeling radiologie, uZ Gent, uG en een abnormale remodellering van het bot. Radiografische standaardopnames volstaan voor de diagnose; MRI is echter de voorkeurstechniek voor het beoordelen van sympto- matische exostosen en complicaties. e e l d e n e W ng verhardingen aan de rechterknie. De standaardradiografie van het rechteronderbeen toont een dysplastisch kniegewricht. Naast een verkorting van de fibula met een geassocieerde trompetvormige verbre- ding van de fibulakop, wordt een verdunning van de cortex gezien. Ten slotte zijn er meerdere brede botknobbels rond het kniegewricht, in continuïteit met de corticalis van het dijbeen (Figuur 1). syndroom wordt gesteld. diafysaire aclasie, is een erfelijke aandoening met een pre- valentie van ongeveer 1/50.000 tot 1/100.000 in de wes- terse bevolking (1,2). De ziekte wordt gekenmerkt door een autosomaal dominant patroon van overerving, met onvolledige penetratie bij patiënten van het vrouwelijke geslacht. Ongeveer twee derden van de aangetaste perso- nen hebben een positieve familiale anamnese. De specifieke geschreven aan drie verschillende loci, waarvan er één op chromosoom 8, één op chromosoom 11 en één op chromo- soom 19 gesitueerd is (1,2). als toevallige vondst of naar aanleiding van een pijnloze harde knobbel op het bot (1). De ziekte wordt gekenmerkt door multipele met kraakbeen bedekte beenderige osteo- chondromen (exostosen). Deze kunnen zowel sessiel als gesteeld zijn en eventueel verkalken (Figuur 2). enchondrale botvorming. Hierdoor ontstaan multipele goedaardige beenderige woekeringen (exostosen of osteo- chondromen) (1,3). Een exostose ontstaat door een defect in de perichondriale knoop van Ranvier, die de groeikraakbeenschijf bedekt. Via dit defect migreren kraakbeencellen uit de groeikraak- beenschijf tot onder het periost, waardoor kraakbeen- proliferatie plaatsvindt loodrecht op de groeikraakbeen- schijf (1,3). In tegenstelling tot de `solitaire exostose', zijn bij HME meerdere botten aangetast. Naast de vorming van exostosen is er ook een abnormale modellering van de metafysen van de lange beenderen, die leidt tot metafysaire verbreding, dwerggroei, polsvervorming (bajonethand) of trompetvorm van de beenderen (1). |