background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 2 | 2013
20
OR0835N
een harDe knobbel
aan het kniegewricht
Patrick Gillardin
1
, Filip M. Vanhoenacker
2,3,4
, Isabelle De Kock
1
, Barbara Smet
1
,
Jan Bosmans
4
, Adelard I. De Backer
1
1. afdeling medische beeldvorming, aZ Sint-Lucas, Gent
2. afdeling radiologie, aZ Sint-maarten, Duffel-mechelen
3. afdeling radiologie, uZ antwerpen, ua
4. afdeling radiologie, uZ Gent, uG
Hereditaire multipele exostosen (HME) zijn een autosomaal dominante aandoening,
gekenmerkt door de ontwikkeling van meerdere uitpuilende kraakbeentumoren (exostosen)
en een abnormale remodellering van het bot. Radiografische standaardopnames volstaan
voor de diagnose; MRI is echter de voorkeurstechniek voor het beoordelen van sympto-
matische exostosen en complicaties.
b
e
e
l
d
e
n e
n b
e
W
eg
I
ng
klInISche geSchIedenIS
Een 58-jarige man consulteert wegens pijnloze, palpabele
verhardingen aan de rechterknie.
De standaardradiografie van het rechteronderbeen toont
een dysplastisch kniegewricht. Naast een verkorting van
de fibula met een geassocieerde trompetvormige verbre-
ding van de fibulakop, wordt een verdunning van de cortex
gezien. Ten slotte zijn er meerdere brede botknobbels rond
het kniegewricht, in continuïteit met de corticalis van het
dijbeen (Figuur 1).
dIagnoSe
De diagnose van hereditaire multipele exostosen (HME)
syndroom wordt gesteld.
beSprekIng
Hereditaire multipele exostosen (HME), ook gekend als
diafysaire aclasie, is een erfelijke aandoening met een pre-
valentie van ongeveer 1/50.000 tot 1/100.000 in de wes-
terse bevolking (1,2). De ziekte wordt gekenmerkt door
een autosomaal dominant patroon van overerving, met
onvolledige penetratie bij patiënten van het vrouwelijke
geslacht. Ongeveer twee derden van de aangetaste perso-
nen hebben een positieve familiale anamnese. De specifieke
genetische afwijkingen werden recent aangetoond en toe-
geschreven aan drie verschillende loci, waarvan er één op
chromosoom 8, één op chromosoom 11 en één op chromo-
soom 19 gesitueerd is (1,2).
De ziekte wordt meestal ontdekt bij kinderen of pubers
als toevallige vondst of naar aanleiding van een pijnloze
harde knobbel op het bot (1). De ziekte wordt gekenmerkt
door multipele met kraakbeen bedekte beenderige osteo-
chondromen (exostosen). Deze kunnen zowel sessiel als
gesteeld zijn en eventueel verkalken (Figuur 2).
De oorzaak van de pathologie ligt bij een verstoorde
enchondrale botvorming. Hierdoor ontstaan multipele
goedaardige beenderige woekeringen (exostosen of osteo-
chondromen) (1,3).
Een exostose ontstaat door een defect in de perichondriale
knoop van Ranvier, die de groeikraakbeenschijf bedekt.
Via dit defect migreren kraakbeencellen uit de groeikraak-
beenschijf tot onder het periost, waardoor kraakbeen-
proliferatie plaatsvindt loodrecht op de groeikraakbeen-
schijf (1,3). In tegenstelling tot de `solitaire exostose', zijn
bij HME meerdere botten aangetast.
Naast de vorming van exostosen is er ook een abnormale
modellering van de metafysen van de lange beenderen, die
leidt tot metafysaire verbreding, dwerggroei, polsvervorming
(bajonethand) of trompetvorm van de beenderen (1).