background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 2 | 2013
38
ethISch en WettelIjk kader van de beScherMIng
van perSoonlIjke MedISche gegevenS
de prIvacyWet
De wet van 8 december 1992 beoogt de bescherming van
slechts één specifiek aspect van het privéleven, in het bijzon-
der gegevens met een persoonlijk karakter van fysieke per-
sonen, die worden verwerkt. De wet moet worden gelezen
samen met het Koninklijk Besluit van 13 februari 2001 tot
uitvoering van de wet van 8 december 1992 op de bescher-
ming van de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot de
verwerking van gegevens met een persoonlijk karakter (6).
De eerste vraag die we ons moeten stellen om te weten of de
wet van toepassing is op de eigen gegevens, is of we te maken
hebben met gegevens met een persoonlijk karakter. Deze wet
beoogt enkel `elke vorm van informatie over een geïdenti-
ficeerde of identificeerbare fysieke persoon' (art. 1, § 1). Om te
worden beschouwd als een gegeven met een persoonlijk ka-
rakter, volstaat het niet dat de informatie betrekking heeft op
een fysieke persoon: het moet ook mogelijk zijn om de betref-
fende persoon te identificeren op basis van deze informatie.
In dit verband moet een onderscheid worden gemaakt tussen
directe identificerende gegevens en indirecte identificerende
gegevens. De eerste (directe) gegevens volstaan als dusda-
nig om de betreffende persoon onmiddellijk te identificeren
(zoals naam en voornaam, of identificatienummer van het
nationale register), de tweede (indirecte) gegevens verwijzen
naar elementen die een persoon karakteriseren en de identifi-
catie van deze persoon mogelijk kunnen maken (bijvoorbeeld
een telefoonnummer, nummerplaat van de wagen of nummer
van de identiteitskaart) (5). Dit onderscheid is slechts concep-
tueel. Het juridisch regime is in beide gevallen hetzelfde: de
wet geldt altijd en onveranderlijk, ongeacht of de persoon
geïdentificeerd dan wel identificeerbaar is, zodra het mogelijk
is om de betrokken persoon te identificeren. Hierdoor wor-
den anonieme gegevens uitgesloten van het toepassingsveld
van de wet. Anonieme gegevens zijn bijvoorbeeld cijfers die
worden verkregen na een onomkeerbaar codeersysteem, zon-
der dat eenvoudige gecodeerde gegevens worden uitgesloten,
zolang de mogelijkheid bestaat om deze te decoderen en zo
de betrokken personen te identificeren. De informatie moet
dus een fysieke persoon betreffen: gegevens in verband met
rechtspersonen, embryo's en overledenen vallen hier dus niet
onder, behalve wanneer de informatie ook fysieke personen
betreft die lid zijn van de rechtspersoon, ouders van het em-
bryo of nakomelingen van de overledene bijvoorbeeld.
De wet is van toepassing op bestanden en niet op niet-
elektronische dossiers. In overeenstemming met de wet-
telijke definitie moet, om te bepalen of een geheel van
gegevens met een persoonlijk karakter een bestand is, de
naleving van twee voorwaarden worden gecontroleerd:
de gegevens moeten gestructureerd zijn volgens criteria
die betrekking hebben op personen, en deze persoonlijke
criteria maken een gemakkelijke toegang tot de gegevens
met een persoonlijk karakter mogelijk (5).
Voor wetenschappelijk onderzoek maakt de wet een uit-
zondering op het finaliteitsbeginsel: een wetenschappelijk
onder zoek wordt altijd beschouwd als compatibel met het
initiële doel van de verzameling van gegevens. Onderzoekers
kunnen dus bijvoorbeeld gegevens uit het medisch dossier
gebruiken voor een wetenschappelijk onderzoek, op voor-
waarde dat een aantal specifieke regels wordt gerespecteerd.
Het proportionaliteitsbeginsel blijft echter gehandhaafd in
die zin dat dit onderzoek enkel kan worden gevoerd met
relevante en nood zakelijke gegevens. Dit impliceert ook
dat de onderzoekers in de mate van het mogelijke moeten
werken met anonieme gegevens of gecodeerde gegevens
(in het laatste geval worden gegevens die identificatie
mogelijk maken vervangen door een code: dit werk kan
worden gedaan door een onafhankelijk organisme).
de rechten van de betrokken perSoon
en de verplIchtIngen van de verantWoordelIjke
voor de gegevenSverWerkIng
De Privacywet erkent een aantal rechten van de betrok-
ken persoon, rechten die overeenstemmen met evenveel
verplichtingen voor de verantwoordelijke van de gegevens-
verwerking (5, 6). Niet-naleving van één van deze rechten
en verplichtingen is dus een bron van illegaliteit. Het be-
treft in de eerste plaats het recht op de bescherming van
de fundamentele vrijheden en rechten, en in het bijzonder
het recht van de betrokken persoon op bescherming van
zijn privéleven. De betrokken persoon beschikt ook over
een recht op informatie van de verantwoordelijke voor de
gegevensverwerking. Hij of zij kan bovendien zijn recht
op inzage laten gelden, een recht dat hem/haar de moge-
lijkheid biedt om een zekere controle uit te oefenen op de
verwerking van zijn/haar gegevens met betrekking tot de
juistheid van de gegevens of de naleving van het propor-
tionaliteits- en finaliteitsbeginsel bijvoorbeeld. De wet
verleent de betrokken persoon ook een recht op verzet,
een recht op correctie, het recht om niet te worden onder-
worpen aan automatische individuele beslissingen en tot
slot het recht om gerechtelijke stappen te ondernemen. Er
wordt wel een afwijking op de informatieplicht toegestaan
in het kader van een wetenschappelijk onderzoek als het
informeren van de betrokken personen onmogelijk is of
van de onderzoeker onevenredige inspanningen vergt.
rollen en verplIchtIngen van de organISMen
dIe verantWoordelIjk zIjn voor de controle
van het ethISche en WettelIjke kader
Tegenwoordig is het voor alle analyseactiviteiten van me-
dische gegevens met een persoonlijk karakter noodzakelijk
om een beroep te doen op zowel een ethische commissie,