![]() van perSoonlIjke MedISche gegevenS slechts één specifiek aspect van het privéleven, in het bijzon- der gegevens met een persoonlijk karakter van fysieke per- sonen, die worden verwerkt. De wet moet worden gelezen samen met het Koninklijk Besluit van 13 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 8 december 1992 op de bescher- ming van de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot de verwerking van gegevens met een persoonlijk karakter (6). De eerste vraag die we ons moeten stellen om te weten of de wet van toepassing is op de eigen gegevens, is of we te maken hebben met gegevens met een persoonlijk karakter. Deze wet beoogt enkel `elke vorm van informatie over een geïdenti- ficeerde of identificeerbare fysieke persoon' (art. 1, § 1). Om te worden beschouwd als een gegeven met een persoonlijk ka- rakter, volstaat het niet dat de informatie betrekking heeft op een fysieke persoon: het moet ook mogelijk zijn om de betref- fende persoon te identificeren op basis van deze informatie. In dit verband moet een onderscheid worden gemaakt tussen directe identificerende gegevens en indirecte identificerende gegevens. De eerste (directe) gegevens volstaan als dusda- nig om de betreffende persoon onmiddellijk te identificeren (zoals naam en voornaam, of identificatienummer van het nationale register), de tweede (indirecte) gegevens verwijzen naar elementen die een persoon karakteriseren en de identifi- catie van deze persoon mogelijk kunnen maken (bijvoorbeeld een telefoonnummer, nummerplaat van de wagen of nummer van de identiteitskaart) (5). Dit onderscheid is slechts concep- tueel. Het juridisch regime is in beide gevallen hetzelfde: de wet geldt altijd en onveranderlijk, ongeacht of de persoon geïdentificeerd dan wel identificeerbaar is, zodra het mogelijk is om de betrokken persoon te identificeren. Hierdoor wor- den anonieme gegevens uitgesloten van het toepassingsveld van de wet. Anonieme gegevens zijn bijvoorbeeld cijfers die worden verkregen na een onomkeerbaar codeersysteem, zon- der dat eenvoudige gecodeerde gegevens worden uitgesloten, zolang de mogelijkheid bestaat om deze te decoderen en zo de betrokken personen te identificeren. De informatie moet dus een fysieke persoon betreffen: gegevens in verband met rechtspersonen, embryo's en overledenen vallen hier dus niet onder, behalve wanneer de informatie ook fysieke personen betreft die lid zijn van de rechtspersoon, ouders van het em- bryo of nakomelingen van de overledene bijvoorbeeld. elektronische dossiers. In overeenstemming met de wet- telijke definitie moet, om te bepalen of een geheel van gegevens met een persoonlijk karakter een bestand is, de naleving van twee voorwaarden worden gecontroleerd: de gegevens moeten gestructureerd zijn volgens criteria die betrekking hebben op personen, en deze persoonlijke met een persoonlijk karakter mogelijk (5). zondering op het finaliteitsbeginsel: een wetenschappelijk onder zoek wordt altijd beschouwd als compatibel met het initiële doel van de verzameling van gegevens. Onderzoekers kunnen dus bijvoorbeeld gegevens uit het medisch dossier gebruiken voor een wetenschappelijk onderzoek, op voor- waarde dat een aantal specifieke regels wordt gerespecteerd. Het proportionaliteitsbeginsel blijft echter gehandhaafd in die zin dat dit onderzoek enkel kan worden gevoerd met relevante en nood zakelijke gegevens. Dit impliceert ook dat de onderzoekers in de mate van het mogelijke moeten werken met anonieme gegevens of gecodeerde gegevens (in het laatste geval worden gegevens die identificatie mogelijk maken vervangen door een code: dit werk kan worden gedaan door een onafhankelijk organisme). en de verplIchtIngen van de verantWoordelIjke voor de gegevenSverWerkIng ken persoon, rechten die overeenstemmen met evenveel verplichtingen voor de verantwoordelijke van de gegevens- verwerking (5, 6). Niet-naleving van één van deze rechten en verplichtingen is dus een bron van illegaliteit. Het be- treft in de eerste plaats het recht op de bescherming van de fundamentele vrijheden en rechten, en in het bijzonder het recht van de betrokken persoon op bescherming van zijn privéleven. De betrokken persoon beschikt ook over een recht op informatie van de verantwoordelijke voor de gegevensverwerking. Hij of zij kan bovendien zijn recht op inzage laten gelden, een recht dat hem/haar de moge- lijkheid biedt om een zekere controle uit te oefenen op de verwerking van zijn/haar gegevens met betrekking tot de juistheid van de gegevens of de naleving van het propor- tionaliteits- en finaliteitsbeginsel bijvoorbeeld. De wet verleent de betrokken persoon ook een recht op verzet, een recht op correctie, het recht om niet te worden onder- worpen aan automatische individuele beslissingen en tot slot het recht om gerechtelijke stappen te ondernemen. Er wordt wel een afwijking op de informatieplicht toegestaan in het kader van een wetenschappelijk onderzoek als het informeren van de betrokken personen onmogelijk is of van de onderzoeker onevenredige inspanningen vergt. dIe verantWoordelIjk zIjn voor de controle van het ethISche en WettelIjke kader dische gegevens met een persoonlijk karakter noodzakelijk om een beroep te doen op zowel een ethische commissie, |