background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 2 | 2013
25
cortIcoïden, kIne of beIde
bIj unIlaterale epIcondylalgIe?
Bij personen met chronische unilaterale epicondylalgie resulteert een corticoïdinfiltratie na één jaar in een minder
goed klinisch resultaat dan placebo. Kinesitherapie resulteerde op haar beurt in geen enkel significant verschil.
Dat schrijven Brooke Coombes en collega's in het JAMA.
Corticosteroïdinfiltraties in de behandeling van chroni sche
laterale epicondylalgie worden steeds meer afgeraden. Voor
een deel heeft dat te maken met het gebrek aan evidentie
inzake de langetermijndoeltreffendheid. Ook de grote kans
op recidief speelt hier mogelijk mee.
De combinatie van deze corticoïdinfiltratie en kinesi-
therapie werd geëvalueerd in slechts twee kleinschalige
studies. Eén ervan vond geen verbetering zes maanden na
een corticoïdinfiltratie in combinatie met ijsmassage en
kinesitherapie. De tweede studie stelde geen significant ef-
fect vast van een progressieve uithoudingstraining en een
oefenprogramma in combinatie met de corticoïdinfiltratie.
Weliswaar had deze studie onvoldoende power en was er
een hoge drop-out. Gevolg is dat er geen langetermijn-
resultaten konden en kunnen worden geformuleerd over
de effecten van corticoïdinfiltratie en kinesitherapie.
Men weet echter wel dat corticoïdinfiltraties een substan-
tieel pijnstillend effect hebben op korte termijn. Dat is
eigenaardig, rekening houdend met hun anti-inflammatoir
werkingsmechanisme en de afwezigheid van inflamma-
toire parameters bij tendinopathie. Mogelijk speelt hier
een sterk placebo-effect.
Brooke Coombes (St Lucia, Australië) en collega's voer-
den een gerandomiseerde, placebogecontroleerde studie
met als doel na één jaar de efficaciteit te evalueren van
corticoïdnfiltratie versus placebo, en van kinesitherapie
versus geen kinesitherapie bij personen met unilaterale
epicondyl algie.
Ze stelden vast dat de corticosteroïdinjectie resulteerde
in een minder volledig herstel of een minder aanzienlijke
verbetering dan placebo, en in meer recidief na één jaar.
De groep die kine kreeg, verschilde na één jaar niet van de
groep die er geen kreeg inzake herstel of belangrijke verbe-
tering van de toestand.
Coombes en zijn team concluderen dat een corticoïdinfil-
tratie bij personen met chronische unilaterale epicondyl-
algie na één jaar een minder goede klinische uitkomst geeft
dan placebo, en dat kinesitherapie niet resulteert in enig
significant effect.
veIlIgheIdSStudIeS voor MedISche hulpMIddelen:
what's in a name?
In een recente editie van het New England Journal of Medicine vestigen Brent Andaugh en collega's de aandacht
op het 501(k)-achterpoortje in de registratieprocedures voor medische hulpmiddelen in de Verenigde Staten. In het
vizier bepaalde metaal-op-metaalprotheses die er blijkbaar nog steeds op de markt kunnen komen zonder voor-
afgaande klinische studies die de veiligheid ervan bestuderen.
Je zou ervan uitgaan dat medische hulpmiddelen (onder
meer prothesemateriaal) uitvoerig worden getest op effec-
tiviteit en veiligheid in klinische studies alvorens ze op de
markt komen. Is dat ook zo? Volgens een Amerikaanse-
Australische onderzoeksgroep in het New England Jour-
nal of Medicine
kan het in een aantal gevallen beter.
Om de situatie in de VS te schetsen, verwijzen Brent Ar-
daugh en collega's naar de Medical Device Amendments
uit 1976, die de medische hulpmiddelen indeelden in drie
groepen: klasse I of de laagrisicogroep waartoe bijvoor-
beeld tandenborstels behoren, klasse II met een middel-
matig risico (bijvoorbeeld infusiepompen), en klasse III,
Coombes Bk, Bisset l, P Brooks P, khan a, Vincenzino B. effect of corticosteroid injection,
physiotherapy, or both on clinical outcomes in patients with unilateral lateral epicondylalgia.
jama 2013;309(5):461-9.