![]() in osteoblasten en osteocyten diverse knock-outmuizen met een weefselspecifieke (darm, osteoblasten, osteocyten, kraakbeencellen, etc.) knock-out voor de vitamine D-receptor (Vdr), heeft inzicht gebracht in de contributie van de verschillende 1,25(OH) gehalte in het serum het belangrijkste doel van 1,25(OH) te verminderen en het bot om een transfer van calcium naar het bloed te induceren. Deze mechanismen zijn noodzakelijk om normocalcemie te garanderen, maar compromitteren de botsterkte ernstig. Onze bevindingen bij muizen benadrukken het belang van een vol- doende calciuminname gedurende vitamine D-toediening, maar klinisch onderzoek blijft nodig. In deze review zullen we de recente resultaten wat betreft het belang van Vdr- signalisatie in osteoblasten en osteocyten voor de bot-, calcium-, en fosfaathuishouding uiteenzetten, met de nadruk op experimentele data verkregen door de analyse van syste- mische en osteoblast- en osteocytspecifieke Vdr-knock-outmuizen. M ta o l IS eerste plaats omdat het de intestinale calciumabsorptie stimuleert. Inderdaad, systemische inactivering van de vitamine D-receptor (Vdr) bij muizen resulteert in een ge- brekkige calciumopname uit de voeding (zelfs gedurende een normale calciuminname), met hypocalcemie, hyperpa- rathyroïdie en rachitis als gevolg (1-4). Deze abnormalitei- ten kunnen voorkomen worden door de daling in het intes- tinaal calciumtransport te beletten via toediening van een hoog calciumdieet (5) of via de genetische herintroductie van Vdr specifiek in de darm (6). Bovendien toonden wij recent aan dat wanneer de intestinale calciumopname onvoldoende is, de verhoogde 1,25(OH) cyten een calciumtransfer naar het bloed zal veroorzaken ter behoud van normocalcemie, maar met negatieve gevol- gen voor botsterkte. Daarenboven speelt Vdr-signalisatie in osteoblasten en osteocyten ook een rol in de regulatie van het calcium- en fosfaatmetabolisme. De focus van dit overzichtsartikel ligt op het belang van Vdr-signalisatie in osteoblasten en osteocyten voor de bot- en mineraalhuishouding, gebaseerd op de analyse van syste- mische en preferentieel osteoblast- en osteocytspecifieke Vdr-nullmuizen. Osteoblasten en osteocyten zijn twee nauw verwante types van botcellen, waarbij osteoblasten hoofd- zakelijk instaan voor de botvorming (7), terwijl osteo- cyten, of finaal gedifferentieerde osteoblasten, eerder een mechanosensitieve en endocriene rol hebben (8). Beide dragen bij tot de controle van de vorming van bot- resorberende osteoclasten (9). |