![]() gewricht, die meestal al aanwezig is sinds de kindertijd. Pijn wordt meestal veroorzaakt door mechanische irrita- tie of compressie van de omgevende weefsels zoals spieren en pezen of door het optreden van complicaties zoals een ontsteking van een zich nieuw gevormde slijmbeurs over van het osteochondroom kan pijn veroorzaken. Vasculaire letsels zoals stenose, occlusie, pseudoaneurysma of neuro- logische schade zijn het gevolg van impingement van de naburige structuren. In 3 tot 5 procent van de gevallen treedt ontaarding (`chondrosarcoma') op. Net zoals bij solitaire osteochondromen geven de meer centraal gelegen letsels, met name in het axiale skelet of het bekken, meer aanleiding tot kwaadaardige ontaarding (2). Het aantal exostosen, de graad en het type van vervorming van de beenderen, en zelfs de frequentie van maligne ontaarding zijn zeer wisselend bij HME, ook binnen één enkele familie. zijn pathognomisch voor HME. Deze technieken tonen, naast eventuele verkalkingen in de overliggende kraak- beenkap, een continuïteit aan tussen de cortex en de me- dulla van het osteochondroom en het onderliggende bot. Het veralgemeende remodelleringsdefect uit zich door een trompetvormige verbreding van de metadiafysen van de lange pijpbeenderen (`diafysaire aclasie') (2). Verkorting van de ulna en de fibula en compensatoire buiging van de radius en tibia (`pseudomadelungvervorming') zijn even- eens mogelijk. Deze nemen toe met de leeftijd (1). MRI is de voorkeurstechniek om goed- en kwaadaardige complicaties op te sporen en de kraakbeenkap te visuali- seren (Figuur 3A en 3B). Echografie kan aangewend worden voor de beoordeling van oppervlakkig gelegen |