background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 2 | 2013
11
"Artrose wordt in de reumatologie stiefmoederlijk behan-
deld, alleszins op therapeutisch vlak en op het vlak van
onderzoek. Toch zijn bepaalde, op het congres van het
ACR gepresenteerde studies niet van de minste
", merkt
prof. Yves Henrotin op. Een voorbeeld is IDEA (1), waarin
de effecten van voeding en lichaamsbeweging op de
structu rele evolutie van artrose werden geëvalueerd. Het
uitgangspunt voor deze studie waren de internationale
aanbevelingen, waarin gewichtsverlies bovenaan de lijst
van te nemen maatregelen staat. Deze aanbevelingen wor-
den ondersteund door de vaststellingen van Richette et
al.
die aantoonden dat gewichtsverlies aanleiding geeft tot
een duidelijke verbetering van de collageensynthese en een
vermindering van de afbraak van kraakbeen (2). Hetzelfde
geldt voor de bevindingen van een Australisch team, dat een
verbetering van de proteoglycanenconcentratie en een ver-
mindering van het verlies van kraakbeendikte aantoonde in
de loop van de 12 maanden volgend op een aanzienlijk, al
dan niet chirurgisch verkregen gewichtsverlies (3).
Nu moest die gezondheidswinst nog klinisch worden be-
vestigd. Dat is wat een Amerikaans team probeerde door
3 groepen te volgen (dieet voor een dagelijkse energie-
reductie van 800-1.000 kcal, dieet + lichaamsbeweging,
lichaamsbeweging volgens een gestructureerd schema in
een gevalideerd centrum tijdens de eerste 6 weken, daar-
na op een plaats die de patiënten zelf kozen) met als doel
om op 18 maanden 10% van hun gewicht te verliezen. De
controlegroep bestond uit patiënten die lichaamsbewe-
ging moesten nemen zonder dat ze werden verplicht om
gewicht te verliezen. De 454 gerandomiseerde patiënten,
met een BMI tussen 27 en 40 en een Kellgren-Lawrence-
score van 2-3, vertoonden een voortreffelijke compliance
(meer dan 85% maakte de studie volledig af).
Het gunstige effect op de pijn trad snel in, stabiliseerde
vervolgens in de groepen in `monotherapie' en bleef ver-
beteren in de groep die de twee methodes combineerde
(Figuur 1). Er was daarentegen geen verschil op struc-
tureel vlak, noch op het vlak van beeldvorming (oedeem,
synovitis, zwelling, dikte van het kraakbeen, blootliggend
subchondraal bot). "Conclusie: weinig informatie ten op-
zichte van de controlegroep,
aldus Yves Henrotin, en geen
structureel effect, al is de pijn duidelijk minder als de twee
methodes worden gecombineerd
."
dora: geen plaatS voor antI-tnf'S
bIj artroSe van de hand (4)?
Een niet-verwaarloosbaar aantal patiënten met artrose van
de hand is refractair voor pijnstillers en NSAID's, wat vaak
een ernstige handicap met zich brengt, vooral in de ero-
sieve vorm. Omdat TNF-alfa betrokken is bij het ontstaan
van deze stoornissen, leek het logisch om dit te willen inhi-
beren. Daarom injecteerde een Frans team tweemaal 40mg
adalimumab met een interval van 2 weken (n - 41) of een
placebo (n = 39), met de mogelijkheid om pijnstillers toe te
dienen (maar geen NSAID's) aan patiënten met ten minste
3 aangetaste interfalangeale gewrichten en een Kellgren-
score > 2, die niet reageren op pijnstillers en NSAID's. Het
primaire criterium was een verbetering met meer dan 50%
van de pijnscore: een nevenstudie moest de invloed van de
behandeling op uiteenlopende kraakbeen- of inflamma-
toire biomarkers aantonen.
Ook hier waren de resultaten `negatief', in die zin dat het
aantal responders vergelijkbaar was in de twee groepen,
zonder verschil voor de bestudeerde secundaire parame-
ters. Er was ook geen verband tussen de TNF-alfaconcen-
tratie in het begin van de studie en de variatie daarvan in
de loop van de studie. Moest nog worden uitgezocht of het
niet beter was geweest om het aantal injecties te verho-
gen of het radioklinisch profiel van de patiënten beter te
onderzoeken. Een deel van het antwoord op die vraag was
mogelijk te vinden in een studie van de universiteit van
Kansas, waarin intra-articulair infliximab bij artrose van
de knie werd voorgeschreven (5). De studie wees uit dat
de patiënten die op de behandeling reageerden, diegenen
waren met de hoogste WOMAC-score, diegenen die leden
aan de meest ernstige vorm op structureel vlak en diegene,
die leden aan op basis van een biopsie bevestigde synovitis.
"De behandeling van artrose met anti-TNF's zou kunnen
worden beperkt tot de patiënten met het sterkste inflam-
matoire profiel
", luidt de conclusie van Yves Henrotin.
prof. yves henrotin