background image
OrthO-rheumatO | VOL 11 | Nr 2 | 2013
12
zal proof bepaalde MytheS uIt de Wereld
kunnen helpen (6)?
Zou glucosaminesulfaat een preventief effect kunnen heb-
ben op de incidentie van artrose? Een relevante vraag.
Nederlandse onderzoekers selecteerden dan ook patiënten
die vatbaar waren voor de ontwikkeling van artrose van
de knie (vrouwen van 50-60 jaar met een BMI > 27). De
vrouwen kregen ofwel een placebo, ofwel glucosamine-
sulfaat, ofwel een dieet in combinatie met lichaamsbewe-
ging, ofwel een combinatie van dieet+lichaamsbeweging+
glucosamine gedurende 2,5 jaar. Om de ontwikkeling van
artrose te bevestigen, moesten de patiëntes ten minste één
van de volgende evoluties vertonen: K-L-score > 2, een
gewrichtsspleetvernauwing > 1,0mm (wat vrij ernstig is
als criterium) of klinisch bevestigde artrose (op basis van
de radiografische ACR-criteria). De resultaten brachten
geen verschil in incidentie aan het licht op basis van de
toegewezen behandeling. "We moeten voorzichtige en zeer
nauwkeurige conclusies uit deze studie trekken: glucosa-
minesulfaat heeft geen preventief effect op de incidentie
van artrose van de knie bij zwaarlijvige vrouwen na een
observatieperiode van 2,5 jaar, met of zonder lichaams-
beweging en dieet. Maar het blijft mogelijk dat er toch een
gunstig effect optreedt bij langdurigere behandeling, dat
de biologische markers misschien toch veranderen en dat
we fenotypes van responders kunnen opstellen
."
SekoIa: de booM dIe het boS MaSkeert?
SEKOIA, een internationale studie waaraan 98 centra in
18 landen deelnamen, was een onderzoek naar de effecten
van strontiumranelaat. Slechts 57,9% van de patiënten vol-
tooide de studie over 3 jaar, waarin de deelnemers werden
verdeeld over 3 groepen (placebo, strontiumranelaat 1g/
dag en strontiumranelaat 2g/dag). Ze waren ouder dan 50
jaar en leden aan primaire artrose van de knie, hadden een
K-L-score 2-3, vooral ter hoogte van het mediale comparti-
ment en een gewrichtsspleetvernauwing van 2,5 tot 5mm.
Ze mochten geen antecedenten van veneuze trombose heb-
ben of een behandeling met een effect op het kraakbeen of
het bot hebben gevolgd.
Na afloop van de studie stelden de onderzoekers een ver-
traging van de gewrichtsspleetvernauwing vast (7), zonder
dosiseffect (verschil van 0,14 en 0,10mm ten opzichte van
placebo, p < 0,001 en p = 0,018). Er werd ook een signi-
ficant effect vastgesteld op symptomatologisch vlak, met
een verbetering van de WOMAC-score in de groep die
2g/dag kreeg (maar niet met de lagere dosis)(8). Dit effect
was vooral merkbaar na 18 maanden. De onderzoekers
stelden geen effect vast op de WOMAC-score voor stijf-
heid en de functionele WOMAC-score (9). De incidentie
van bijwerkingen was zoals verwacht. Conclusie: "Stron-
tiumranelaat heeft een effect op de structuur in de twee
figuur 1: evolutie van de pijn in de tijd.
WOMA
C-scor
e (0-20)
8
7
6
5
4
3
2
1
0
Start
Na 6 maanden
Na 18 maanden
Meer pijn
Minder pijn
Dieet
Lichaamsbeweging
Dieet + lichaamsbeweging
P = 0,0004
% verandering
27
28
51