![]() kunnen helpen (6)? ben op de incidentie van artrose? Een relevante vraag. Nederlandse onderzoekers selecteerden dan ook patiënten die vatbaar waren voor de ontwikkeling van artrose van de knie (vrouwen van 50-60 jaar met een BMI > 27). De vrouwen kregen ofwel een placebo, ofwel glucosamine- sulfaat, ofwel een dieet in combinatie met lichaamsbewe- ging, ofwel een combinatie van dieet+lichaamsbeweging+ glucosamine gedurende 2,5 jaar. Om de ontwikkeling van artrose te bevestigen, moesten de patiëntes ten minste één van de volgende evoluties vertonen: K-L-score > 2, een gewrichtsspleetvernauwing > 1,0mm (wat vrij ernstig is als criterium) of klinisch bevestigde artrose (op basis van de radiografische ACR-criteria). De resultaten brachten geen verschil in incidentie aan het licht op basis van de toegewezen behandeling. "We moeten voorzichtige en zeer nauwkeurige conclusies uit deze studie trekken: glucosa- minesulfaat heeft geen preventief effect op de incidentie van artrose van de knie bij zwaarlijvige vrouwen na een observatieperiode van 2,5 jaar, met of zonder lichaams- beweging en dieet. Maar het blijft mogelijk dat er toch een gunstig effect optreedt bij langdurigere behandeling, dat de biologische markers misschien toch veranderen en dat we fenotypes van responders kunnen opstellen." 18 landen deelnamen, was een onderzoek naar de effecten van strontiumranelaat. Slechts 57,9% van de patiënten vol- tooide de studie over 3 jaar, waarin de deelnemers werden verdeeld over 3 groepen (placebo, strontiumranelaat 1g/ dag en strontiumranelaat 2g/dag). Ze waren ouder dan 50 jaar en leden aan primaire artrose van de knie, hadden een K-L-score 2-3, vooral ter hoogte van het mediale comparti- ment en een gewrichtsspleetvernauwing van 2,5 tot 5mm. Ze mochten geen antecedenten van veneuze trombose heb- ben of een behandeling met een effect op het kraakbeen of het bot hebben gevolgd. traging van de gewrichtsspleetvernauwing vast (7), zonder dosiseffect (verschil van 0,14 en 0,10mm ten opzichte van placebo, p < 0,001 en p = 0,018). Er werd ook een signi- ficant effect vastgesteld op symptomatologisch vlak, met een verbetering van de WOMAC-score in de groep die 2g/dag kreeg (maar niet met de lagere dosis)(8). Dit effect was vooral merkbaar na 18 maanden. De onderzoekers stelden geen effect vast op de WOMAC-score voor stijf- heid en de functionele WOMAC-score (9). De incidentie van bijwerkingen was zoals verwacht. Conclusie: "Stron- tiumranelaat heeft een effect op de structuur in de twee |