![]() leerde emissie dezelfde golflengte, richting en fase De energie die nodig is om dit proces te activeren is afkomstig vanuit een energiebron of pomp. Door absorp- tie van de energie zullen meer ato- men overgaan naar de geëxciteerde toestand. Wanneer in een systeem het aantal geëxciteerde atomen gro- ter is dan het aantal atomen in de grondtoestand, spreekt men van een populatie-inversie. Eenmaal een po- pulatie-inversie den-fotonen andere atomen in ge- exciteerde toestand beïnvloeden en leerde emissie van in-fase-fotonen. In een optische laserholte resulteert deze kettingreactie tot versterking van het licht en uiteindelijk tot het uitzen- den van een coherente stralenbundel, laserlicht. LICHT ten: een lasermedium, optische caviteit en een energiebron. Laserlicht heeft een aantal eigenschappen waardoor het zich onderscheidt van licht dat uitgezonden wordt door conventionele lichtbron- stralen die uitgezonden worden hebben één karakteristieke golflengte. Hoe kor- ter de golflengte, hoe hoger de energie per foton, maar hoe kleiner de pene- trantie doorheen biologische weefsels. Omgekeerd geldt ook, hoe groter de golflengte, hoe lager de energie en hoe dieper de penetratie (4). De lichtbundel is coherent: alle stralen zijn in fase zowel in plaats als in tijd. Verder stuurt de laser een gecollimeerde lichtbundel uit. De stralen lopen parallel en divergeren niet. VAN DE HUID (FIGUUR 2) ing, reflectie en transmissie van het licht. effect te verkrijgen (5). De belangrijkste endogene chromoforen in de huid zijn melanine, oxyhemoglobine, water en col- lageen. Het absorptiespectrum van me- licht en infrarood (IR). Oxyhemoglobine heeft een maximale absorptie van uv A, blauw (400nm), groen (541nm) en geel (577nm) licht. Water absorbeert goed IR- stralen en collageen absorbeert stralen in het zichtbare spectrum en dicht bij het IR- spectrum (5). Tatoeage-inkt is een voor- beeld van een exogeen chromofoor. door aanwezigheid van collageen. De mate waarin licht in de dermis verstrooid wordt is omgekeerd evenredig met de golflengte van het licht. Hoe groter de golflengte, hoe minder verstrooiing op- treedt in de huid (5). Reflectie en transmissie straling op de huid. Licht wordt steeds voor 4-7% gereflecteerd aan de opper- vlakte van de huid (6). EN LASERPARAMETERS werd in 1983 ontwikkeld door Anderson en Parrish. Deze theorie beschrijft de mogelijkheid om selectief chromoforen te vernietigen zonder thermale schade te berokkenen aan omliggende normale weefsels. Om aan de criteria van selec- tieve fotothermolyse te voldoen, zijn er drie eigenschappen van laserlicht van belang: de golflengte, de pulsduur en de moeten voor elke indicatie aangepast worden om maximale destructie van het chromofoor te bekomen met zo min mo- gelijk collaterale thermale schade (2). De golflengte moet overeenstemmen met de absorptiekarakteristieken van het chromofoor. Het is belangrijk dat er een maximaal verschil bestaat tussen de |