![]() tot 17 weken amenorroe) hoog was ( 25mg/dag), moet prenatale monitoring worden overwogen, gericht op de uit- wendige geslachtsorganen van de man- nelijke foetussen. Deze twee middelen zijn tegenaangewezen tijdens de zwan- gerschap. genaangewezen gedurende de volledige zwangerschap. Het geeft aanleiding tot een risico op craniofaciale, cardiale, thy- mus- en CZS-misvorming. Het relatieve risico op misvormingen bij de foetus tij- dens een zwangerschap met blootstelling aan een oraal retinoïde is 25 keer hoger dan bij de algemene bevolking. Een zwan- gerschap is tegenaangewezen tot twee jaar na stopzetting van het gebruik van het middel. Acitretine komt in geringe mate in de moedermelk terecht maar het gebruik ervan is tegenaangewezen tijdens de borstvoedingsperiode (8-10, 20). wordt gebruikt als vruchtafdrijvend mid- del bij buitenbaarmoederlijke zwanger- schappen. Het gebruik ervan tijdens de zwangerschap, en in het bijzonder tijdens het eerste trimester, is formeel tegen- aangewezen. Het geeft een verhoogd risico op miskramen, micrognathie, ont- wikkelingsachterstand, craniostenose, laag ingeplante oren, afwijkingen van de Een zwangerschap is tegenaangewezen in de 1 tot 3 maanden na stopzetting van het gebruik van het middel. Metho- trexaat is ook tegenaangewezen tijdens de borstvoedingsperiode. Ciclosporine behoort tot klasse C. Het gebruik ervan bij zwangere vrouwen die en worden behandeld met ciclosporine is frequent en er zijn enkel gevallen van een laag geboortegewicht en vroegge- boorte gemeld. Aan ciclosporine is geen enkele aangeboren afwijking toegeschre- ven. Voor zwangere patiëntes weegt het voordeel van het gebruik van ciclosporine op tegen de theoretische risico's en lijkt het product geen gevaar voor de foetus in te houden (7, 10). Over borstvoeding bestaat wel discussie. Vroeger werd het afgeraden, maar sommige studies lijken aan te tonen dat het kan worden ge- bruikt tijdens de borstvoedingsperiode gezien de lage concentraties die worden aangetroffen in de moedermelk (< 1%) (22, 23). niet aanbevolen tijdens de zwangerschap of de lactatie. Er is één studie uitgevoerd bij 31 zwangere vrouwen die werden blootgesteld aan PUVA en er werd geen enkel bewijs gevonden voor een ver- hoogd risico op zware misvormingen of in utero overlijden (24). ling tijdens de zwangerschap en de borst- voedingsperiode. Ze worden niet be- schouwd als gevaarlijk voor het embryo of de foetus omdat ze niet verder dan de oppervlakkige huidlagen gaan (1, 2). Oververhitting tijdens de behandeling moet worden vermeden wegens een ver- hoogd risico op afwijkingen in de vorming van de neuraalbuis gedurende de eerste 28 dagen van de zwangerschap (2). klasse B. Er is geen enkel specifiek risico op aangeboren afwijkingen gevonden tijdens de volledige zwangerschap. Maar voorlopig beschikken we over weinig ge- gevens. De voordelen en risico's van het gebruik van deze geneesmiddelen tijdens de zwangerschap moeten goed tegen klasse C. De gegevens bij zwangere vrou- wen die worden behandeld met cortico- iden, ongeacht het middel en de wijze van toediening, zijn geruststellend. Er is veel over gepubliceerd en we hebben een ruime ervaring met systemische corti- coïden (7, 8). De placentaire overdracht bedraagt ongeveer 40%. Er is een potentieel risico op IUGR met hoge doses corticosteroïden tijdens het derde trimester van de zwangerschap. Ef- fecten op de bijnieren van de baby zijn weinig waarschijnlijk met een behande- ling in de onderhoudsdosis (4 tot 12mg/ dag) van methylprednisolon tijdens de zwangerschap. Bij doses toegediend aan de moeder van minder dan 50mg/dag prednison of prednisolon zijn de concentraties in de melk 3 tot 4 uur na inname door de moeder meestal verwaarloosbaar. Het verhoogt het risico op een miskraam en op bepaalde aangeboren afwijkingen aan de ledematen, het hart, de nieren, het buitenoor, de slokdarm en de lip- en gehe- meltespleet. De toediening ervan tijdens de zwangerschap is tegenaangewezen. Vrouwen van vruchtbare leeftijd moeten anticonceptieve maatregelen treffen voor, tijdens en nog 6 weken na stopzetting van de behandeling. Het is ook tegenaangewe- zen tijdens de borstvoedingsperiode (8, 26). |