![]() ten werden geïncludeerd. Bij elk van deze patiënten werden 3 letsels geselecteerd en respectievelijk behandeld met MEL, met gelokaliseerde NB-UVB-fototherapie en met placebo gedurende 24 sessies. Repigmentatie werd geëvalueerd aan de hand van oppervlaktemeting van de let- sels. Deze studie toonde de doeltreffend- heid aan van gelokaliseerde NB-UVB- therapie in de behandeling van vitiligo. Verder stelde men vast dat het 308nm MEL niet superieur is aan NB-UVB, noch aan placebo. Met NB-UVB werd bij 73% van de patiënten repigmentatie gezien na gemiddeld 9,8 behandelingssessies en een cumulatieve dosis van 8,1J/cm enten repigmentatie gezien na 13 sessies en een gemiddelde cumulatieve dosis van 12,9J/cm NB-UVB effectief is in de behandeling van vitiligo. In de toekomst zou het als één van de behandelingsopties moe- ten overwogen worden voor patiënten met gelokaliseerde vitiligo. De techniek is toegankelijk en goedkoper dan MEL. In deze studie is gelokaliseerde NB-UVB superieur aan MEL voor de behandeling van vitiligo, in tegenstelling tot wat we vonden in de literatuur (9). Mogelijke verklaringen hiervoor zijn verschillen in behandelingsschema's en dosissen, ver- schillen in de meting van repigmentatie en de kleine patiëntenpopulatie (9). bij vitiligo. Het is relatief veilig met een lage incidentie aan ernstige bijwerkin- gen, maar de doeltreffendheid is variabel. Doelgerichte fototherapie met 308nm MEL bij vitiligo blijkt uit verschillende studies hoopgevend met een snellere repigmentatie in vergelijking met NB- UVB en een gunstig veiligheidsprofiel. Gegeven de grote variatie in resultaten is het aan te raden om de therapiekeuze te maken in samenspraak met de patiënt. In kwetsbare populaties zoals kinderen, patiënten met zonbeschadigde huid en/ of met een geschiedenis van langdurige UVB-therapie moet MEL overwogen wor- den wegens de lagere cumulatieve uv- dosis. Verdere studies met een grotere schillen aan te tonen tussen 308nm MEL en gelokaliseerd NB-UVB-therapie. gische reactie op weefselschade. Abnor- male littekenvorming ontstaat door een probleem in het wondhelingsproces na een chirurgische procedure of inflam- matoir proces. Littekens kunnen zowel fysieke, psychologische als esthetische problemen met zich meebrengen. In de loop van de geschiedenis zijn verschil- lende behandelingen ontwikkeld om overzicht van de therapeutische mo- gelijkheden van lasertherapie in de KELOÏD rode verheven littekens gekenmerkt door verhoogde hoeveelheden collageen (10). Ze ontwikkelen doorgaans binnen de eerste maand na de initiële kwetsuur en kunnen regresseren na verloop van tijd. Keloïd zijn verheven roodpaarse nodulai- re littekens die steviger zijn dan HTS. Een overerfbare metabole verandering in col- lageen resulteert in een verlengde proli- feratiefase met als uiteindelijke resultaat dikke gehyaliniseerde collageenbundels gelijkend op HTS, maar keloïd strekt zich uit voorbij de orginele wondrandes en regresseert niet na verloop van tijd. De laatste jaren werden verschillende lasers geëvalueerd en gebruikt voor de behan- deling van HTS en keloïd waaronder de CO lasers en de pulsed dye laser (PDL). voor het verbeteren van hypertrofische littekens en keloïd is de PDL. Alster et al. beschreven verbetering van de textuur en het klinisch voorkomen van erythe- mateuze en hypertrofische littekens na 1 of 2 behandelingssessies met de PDL. Sterk verheven keloïd verbetert minimaal met de 585nm PDL in monotherapie, maar reageert beter in combinatie met intralesionele corticosteroïden of 5-fluo- voor de behandeling van hypertrofische littekens en keloïd met de 585nm PDL vooropgesteld worden, zijn niet-overlap- pende pulsen met een energiedensiteit van 6-7,5J/cm donkere huidtypes of op gevoelige plaat- sen wordt de energiedensiteit verlaagd met 10% (11). De voornaamste bijwer- king van de PDL is purpura, welke enkele dagen tot weken kan blijven bestaan. De PDL-behandelingen volgen elkaar op met een interval van 6 tot 8 weken. Om postinflammatoire hyperpigmentatie te voorkomen wordt bij patiënten met een donker huidtype een langer interval ge- nomen (11, 12). kens te behandelen. Bij posttraumatische en chirurgische littekens is de outcome beter wanneer de resurfacing al 6-10 weken na het trauma uitgevoerd wordt. Resurfacing van de wondranden onmid- dellijk na de ingreep zou ook een meer esthetische outcome geven (13). Ery- theem, pigmentatiestoornissen en acne- iforme erupties vormen de voornaamste bijwerkingen van ablatieve resurfacing lasers. LASER (NAFL) handeling van hypertrofische littekens is de NAFL. NAFL-toestellen zijn goedge- keurd door de FDA voor de behandeling van acnelittekens en postchirurgie litte- kens, maar worden additioneel ook ge- bruikt voor de behandeling van trauma- tische littekens, hypertrofische littekens, littekenremodeling en littekenpreventie. NAFL is gebaseerd op het principe van fractionele fotothermolyse waarbij men microscopische kolommen van ther- male schade (MTZ) creëert, omgeven door zones van intacte huid. Deze mi- croscopische thermale schade stimuleert een wondhelingsproces met toename van collageen-type III, heatshockprote- inen 70, 72 en 47 en actine 1-7 dagen na NAFL-behandeling. Het patroon van de MTZ's stimuleert de wondheling en minimaliseert het risico op ongewenste |