background image
Skin
Vol 16
Nr 4
2013
15
bij patiënten met vitiligo (9). Elf patiën-
ten werden geïncludeerd. Bij elk van deze
patiënten werden 3 letsels geselecteerd
en respectievelijk behandeld met MEL,
met gelokaliseerde NB-UVB-fototherapie
en met placebo gedurende 24 sessies.
Repigmentatie werd geëvalueerd aan de
hand van oppervlaktemeting van de let-
sels. Deze studie toonde de doeltreffend-
heid aan van gelokaliseerde NB-UVB-
therapie in de behandeling van vitiligo.
Verder stelde men vast dat het 308nm
MEL niet superieur is aan NB-UVB, noch
aan placebo. Met NB-UVB werd bij 73%
van de patiënten repigmentatie gezien
na gemiddeld 9,8 behandelingssessies en
een cumulatieve dosis van 8,1J/cm
2
. Met
MEL werd slechts bij 64% van de pati-
enten repigmentatie gezien na 13 sessies
en een gemiddelde cumulatieve dosis
van 12,9J/cm
2
.
Uit deze studie blijkt dat gelokaliseerde
NB-UVB effectief is in de behandeling
van vitiligo. In de toekomst zou het als
één van de behandelingsopties moe-
ten overwogen worden voor patiënten
met gelokaliseerde vitiligo. De techniek
is toegankelijk en goedkoper dan MEL.
In deze studie is gelokaliseerde NB-UVB
superieur aan MEL voor de behandeling
van vitiligo, in tegenstelling tot wat we
vonden in de literatuur (9). Mogelijke
verklaringen hiervoor zijn verschillen in
behandelingsschema's en dosissen, ver-
schillen in de meting van repigmentatie
en de kleine patiëntenpopulatie (9).
CONCLUSIE
UVB is een belangrijke behandelingsoptie
bij vitiligo. Het is relatief veilig met een
lage incidentie aan ernstige bijwerkin-
gen, maar de doeltreffendheid is variabel.
Doelgerichte fototherapie met 308nm
MEL bij vitiligo blijkt uit verschillende
studies hoopgevend met een snellere
repigmentatie in vergelijking met NB-
UVB
en een gunstig veiligheidsprofiel.
Gegeven de grote variatie in resultaten
is het aan te raden om de therapiekeuze
te maken in samenspraak met de patiënt.
In kwetsbare populaties zoals kinderen,
patiënten met zonbeschadigde huid en/
of met een geschiedenis van langdurige
UVB-therapie moet MEL overwogen wor-
den wegens de lagere cumulatieve uv-
dosis. Verdere studies met een grotere
patiëntenpopulatie zijn nodig om ver-
schillen aan te tonen tussen 308nm MEL
en gelokaliseerd NB-UVB-therapie.
LASER SCAR REVISION (TABEL 2)
Littekenvorming is een normale biolo-
gische reactie op weefselschade. Abnor-
male littekenvorming ontstaat door een
probleem in het wondhelingsproces na
een chirurgische procedure of inflam-
matoir proces. Littekens kunnen zowel
fysieke, psychologische als esthetische
problemen met zich meebrengen. In de
loop van de geschiedenis zijn verschil-
lende behandelingen ontwikkeld om
littekens te verbeteren. We geven een
overzicht van de therapeutische mo-
gelijkheden van lasertherapie in de
behandeling van littekens.
HYPERTROFISCHE LITTEKENS EN
KELOÏD
Hypertrofische littekens (HTS) zijn vaste,
rode verheven littekens gekenmerkt door
verhoogde hoeveelheden collageen (10).
Ze ontwikkelen doorgaans binnen de
eerste maand na de initiële kwetsuur en
kunnen regresseren na verloop van tijd.
Keloïd zijn verheven roodpaarse nodulai-
re littekens die steviger zijn dan HTS. Een
overerfbare metabole verandering in col-
lageen resulteert in een verlengde proli-
feratiefase met als uiteindelijke resultaat
dikke gehyaliniseerde collageenbundels
gelijkend op HTS, maar keloïd strekt zich
uit voorbij de orginele wondrandes en
regresseert niet na verloop van tijd. De
laatste jaren werden verschillende lasers
geëvalueerd en gebruikt voor de behan-
deling van HTS en keloïd waaronder de
CO
2
en de Er:YAG lasers, de fractionele
ablatieve en non-ablatieve resurfacing
lasers en de pulsed dye laser (PDL).
PULSED DYE LASER
De meest gebruikt non-ablatieve laser
voor het verbeteren van hypertrofische
littekens en keloïd is de PDL. Alster et al.
beschreven verbetering van de textuur
en het klinisch voorkomen van erythe-
mateuze en hypertrofische littekens na
1 of 2 behandelingssessies met de PDL.
Sterk verheven keloïd verbetert minimaal
met de 585nm PDL in monotherapie,
maar reageert beter in combinatie met
intralesionele corticosteroïden of 5-fluo-
rouracilinjecties. De laserparameters die
voor de behandeling van hypertrofische
littekens en keloïd met de 585nm PDL
vooropgesteld worden, zijn niet-overlap-
pende pulsen met een energiedensiteit
van 6-7,5J/cm
2
met een 7mm spot size
of 4,5-5,5J/cm
2
met een 10mm spot size.
Voor de behandeling van littekens bij
donkere huidtypes of op gevoelige plaat-
sen wordt de energiedensiteit verlaagd
met 10% (11). De voornaamste bijwer-
king van de PDL is purpura, welke enkele
dagen tot weken kan blijven bestaan.
De PDL-behandelingen volgen elkaar op
met een interval van 6 tot 8 weken. Om
postinflammatoire hyperpigmentatie te
voorkomen wordt bij patiënten met een
donker huidtype een langer interval ge-
nomen (11, 12).
CO
2
- EN ER:YAG-LASERS
Ablatieve laserresurfacing met CO
2
- en
Er:YAG-lasers zijn ook een optie om litte-
kens te behandelen. Bij posttraumatische
en chirurgische littekens is de outcome
beter wanneer de resurfacing al 6-10
weken na het trauma uitgevoerd wordt.
Resurfacing van de wondranden onmid-
dellijk na de ingreep zou ook een meer
esthetische outcome geven (13). Ery-
theem, pigmentatiestoornissen en acne-
iforme erupties vormen de voornaamste
bijwerkingen van ablatieve resurfacing
lasers.
NON-ABLATIEVE FRACTIONELE
LASER (NAFL)
De meest recente ontwikkeling in de be-
handeling van hypertrofische littekens is
de NAFL. NAFL-toestellen zijn goedge-
keurd door de FDA voor de behandeling
van acnelittekens en postchirurgie litte-
kens, maar worden additioneel ook ge-
bruikt voor de behandeling van trauma-
tische littekens, hypertrofische littekens,
littekenremodeling en littekenpreventie.
NAFL is gebaseerd op het principe van
fractionele fotothermolyse waarbij men
microscopische kolommen van ther-
male schade (MTZ) creëert, omgeven
door zones van intacte huid. Deze mi-
croscopische thermale schade stimuleert
een wondhelingsproces met toename
van collageen-type III, heatshockprote-
inen 70, 72 en 47 en actine 1-7 dagen
na NAFL-behandeling. Het patroon van
de MTZ's stimuleert de wondheling en
minimaliseert het risico op ongewenste