![]() ren afwijkingen die optraden bij gebruik van thalidomide en diëthylstilbestrol bij zwangere vrouwen (Tabel 1) (1, 2). dies spreken elkaar tegen met betrek- king tot het teratogene risico tijdens het 1 getoond voor het 2 middel van klasse C, zijn er weinig ge- gevens beschikbaar. Op basis van de beschikbare gegevens kunnen we ons niet formeel uitspreken over het gebruik ervan tijdens de zwangerschap. Hoewel de absorptie na topische ap- plicatie van retinoïden heel laag is, zijn er geen gegevens beschikbaar over de overgang ervan in de moedermelk. Het voorschrijven van topische retinoïden aan zwangere vrouwen moet dus wor- den vermeden. Hetzelfde geldt voor de borstvoedingsperiode, gezien het gebrek aan studies bij mensen (2-4). mag worden gebruikt om het even wan- neer in de zwangerschap. Erythromycine komt in slechts zeer kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht na applicatie op de huid en de kans is klein dat een kind dat borstvoeding krijgt hierdoor wordt beïnvloed bij gebruik van thera- peutische doses door de moeder (2-4). Hetzelfde geldt voor clindamycine, even- eens van klasse B. maar dit geneesmiddel wordt beschouwd als veilig tijdens de zwangerschap aan- gezien het frequent tijdens de zwanger- schap wordt gebruikt. Na applicatie op de huid bedraagt de systemische resorptie van benzoylperoxide ongeveer 3%. Ver- volgens wordt het product in de dermis omgezet in benzoëzuur, dat op zijn beurt snel in het organisme wordt gemetaboli- seerd. Er zijn geen gegevens gepubliceerd over benzoylperoxide en borstvoeding, maar tot op vandaag zijn geen bijzondere voorvallen gerapporteerd (2-4). systemische passage is gering na topi- sche applicatie. Het gebruik van metro- nidazol is mogelijk, ongeacht hoever de zwangerschap is gevorderd, en ook tij- dens de borstvoeding (2-4). systemische resorptie bedraagt minder dan 4%. Het gebruik van azelaïnezuur kan worden overwogen, ongeacht hoever de zwangerschap is gevorderd, en ook tij- dens de borstvoeding (2-4). DERMATITIS Slechts 3% van het aangebrachte der- mocorticoïde wordt systemisch geabsor- beerd. Het gebruik van dermocorticoïden bij zwangere vrouwen is wijdverspreid en we hebben veel ervaring met deze mid- delen. Momenteel vormen ze dan ook de eerste behandeling in het kader van eczeem en psoriasis bij zwangere vrou- wen. Lokaal gebruik van corticoïden is mogelijk tijdens de borstvoedingsperiode omdat er slechts een kleine hoeveelheid terechtkomt in de moedermelk. Bij ge- bruik op de borsten moet de huid worden gereinigd voordat met de borstvoeding wordt gestart (2, 5-7). risico's op skeletafwijkingen gevonden in dierstudies. Bij topisch gebruik wordt temisch geresorbeerd. Calcipotriene mag worden gebruikt bij zwangere vrouwen op beperkte zones als de voordelen voor de moeder opwegen tegen de risico's voor de foetus (1, 8, 9). klasse C. Tot er meer gegevens beschik- baar zijn over het gebruik ervan tijdens de zwangerschap, blijven ze een behan- deling van de derde lijn. Het gebruik mate systemisch worden geresorbeerd (2). klasse B en mogen de hele zwangerschap worden gebruikt (1, 2). Toediening van fusidinezuur via de huid is mogelijk, ongeacht hoever de zwanger- schap is gevorderd. Zilversulfadiazine wordt afgeraden op het einde van de zwangerschap en tijdens de borstvoedingsperiode gezien het risico op nucleaire icterus bij de baby. categorie C wegens een gebrek aan ge- gevens, met uitzondering van clotrima- zol en oxiconazol, die tot categorie B behoren. |