![]() bij vrouwen dan bij mannen en neemt bij vrouwen ook toe vanaf een jongere leeftijd (30 jaar). Dit is voornamelijk te wijten aan borstkanker, melanomen en baarmoederhals- kanker. Vanaf de leeftijd van 50 jaar begint voornamelijk bij mannen het risico te stijgen en vanaf 65 jaar is de kankerincidentie twee keer zo hoog dan bij vrouwen. (corpus uteri, cervix uteri, ovarium, vagina en vulva) 11% (n = 3.132) uit van alle tumoren bij de vrouwen. Bijna de helft hiervan is te wijten aan kwaadaardige tumoren van het corpus uteri (n = 1.415); een kwart van deze tumo- ren zijn ovariumcarcinomen (n = 865) en één op de vijf gynaecologische tumoren betreft baarmoederhalskanker (n = 593). Vulva (n = 216) en vaginacarcinomen (n = 43) behoren tot de zeldzame tumoren aangezien hun bruto- incidentie minder dan 6 nieuwe gevallen per 100.000 per- sonen per jaar betreft. schillend voor baarmoederlichaam- (68 jaar), baarmoeder- hals- (54 jaar) en ovariumkanker (65 jaar). De leeftijdsspe- cifieke incidentie van baarmoederhalskanker neemt steil toe vanaf de leeftijd van 25 jaar, tot 22 nieuwe diagnoses per 100.000 personen per jaar. Hierdoor is baarmoeder- halskanker vóór de leeftijd van 50 jaar tot 4 keer meer fre- quent dan de corpus uteri- en ovariumtumoren ( moren quasi gelijk. De incidentie van ovariumkanker en corpus uteri neemt snel toe na de leeftijd van 45 jaar om vanaf 60 jaar respectievelijk tot 3 en 6 keer hoger te zijn dan voor de invasieve cervix uteritumoren. zich voor bij cervix- en corpus uteritumoren ( diagnose in een geavanceerd stadium (III of IV). vrouwen, België, 2010. (exclusief nonmelanoma huidkanker) Baarmoederlichaam Ovarium |