background image
7
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 7
2013
Het risico op kanker is vóór de leeftijd van 50 jaar hoger
bij vrouwen dan bij mannen en neemt bij vrouwen ook toe
vanaf een jongere leeftijd (30 jaar). Dit is voornamelijk te
wijten aan borstkanker, melanomen en baarmoederhals-
kanker. Vanaf de leeftijd van 50 jaar begint voornamelijk
bij mannen het risico te stijgen en vanaf 65 jaar is de
kankerincidentie twee keer zo hoog dan bij vrouwen.
Gynaecologische tumoren (
Tabel 1)
In het jaar 2010 maken de gynaecologische tumoren
(corpus uteri, cervix uteri, ovarium, vagina en vulva) 11%
(n = 3.132) uit van alle tumoren bij de vrouwen. Bijna de
helft hiervan is te wijten aan kwaadaardige tumoren van
het corpus uteri (n = 1.415); een kwart van deze tumo-
ren zijn ovariumcarcinomen (n = 865) en één op de vijf
gynaecologische tumoren betreft baarmoederhalskanker
(n = 593). Vulva (n = 216) en vaginacarcinomen (n = 43)
behoren tot de zeldzame tumoren aangezien hun bruto-
incidentie minder dan 6 nieuwe gevallen per 100.000 per-
sonen per jaar betreft.
De gemiddelde leeftijd op het ogenblik van diagnose is ver-
schillend voor baarmoederlichaam- (68 jaar), baarmoeder-
hals- (54 jaar) en ovariumkanker (65 jaar). De leeftijdsspe-
cifieke incidentie van baarmoederhalskanker neemt steil
toe vanaf de leeftijd van 25 jaar, tot 22 nieuwe diagnoses
per 100.000 personen per jaar. Hierdoor is baarmoeder-
halskanker vóór de leeftijd van 50 jaar tot 4 keer meer fre-
quent dan de corpus uteri- en ovariumtumoren (
Figuur 1).
rond de leeftijd van 50 jaar is het risico op de drie tu-
moren quasi gelijk. De incidentie van ovariumkanker en
corpus uteri neemt snel toe na de leeftijd van 45 jaar om
vanaf 60 jaar respectievelijk tot 3 en 6 keer hoger te zijn
dan voor de invasieve cervix uteritumoren.
De prognostisch meest gunstige stadiumverdeling doet
zich voor bij cervix- en corpus uteritumoren (
Figuur 2)
(5). Meer dan 60% van de ovariumtumoren bevindt zich bij
diagnose in een geavanceerd stadium (III of IV).
Tabel 1: Overzicht van de meest frequente tumoren bij
vrouwen, België, 2010.
Vrouwen
N
%
Invasieve tumoren
(exclusief nonmelanoma
huidkanker)
28.750
Borst
9.908
34,5%
Colon en rectum
3.738
13,0%
Long
2.215
7,7%
Corpus uteri
1.415
4,9%
Maligne melanoom
1.239
4,3%
Non-Hodgkin lymfoma
926
3,2%
Ovarium
865
3,0%
Pancreas
738
2,6%
leukemie
705
2,5%
Schildklier
651
2,3%
Hoofd en hals
606
2,1%
Cervix uteri
593
2,1%
Figuur 1: Leeftijdsspecifieke incidentie van invasieve cervix uteri-, corpus uteri- en ovariumtumoren, België, 2004-2010.
Baarmoederhals
Baarmoederlichaam
Ovarium
100,0
90,0
80,0
70,0
60,0
50,0
40,0
30,0
20,0
10,0
0,0
00- 05- 10- 15- 20- 25- 30- 35- 40- 45- 50- 55- 60- 65- 70- 75- 80- 85-
Leeftijdscategorie
N/100.000