background image
20
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 7
2013
AGO-OVAr16: betere resultaten met
gerichte onderhoudstherapie
VEGF/PDGF is belangrijk bij de pathogenese van ovarium-
kanker in een gevorderd stadium.
"Het was dan ook logisch
pazopanib, een multikinaseremmer (VEGFR, PDGFR, c-kit),
uit te testen nadat in fase II-studies goede resultaten wa-
ren behaald met pazopanib in monotherapie (7). Pazopanib
werd per os toegediend in een dosering van 800mg/d"
, zei
Andreas du Bois (Essen). In deze placebogecontroleerde,
gerandomiseerde studie werden 940 vrouwen met gevor-
derde ovariumkanker zonder progressie na de eerstelijns-
chemotherapie en met een tumor < 2cm gedurende 24
maanden behandeld met pazopanib of placebo (n = 468)
(8). In de AGO-OVAr16-studie was de PFS 33% beter met
pazopanib, een significant verschil (17,9 maanden tegen
12,6 maanden; Hr = 0,766; p = 0,0021) (
Figuur 2) en dat
verschil werd teruggevonden in alle vooraf gespecificeer-
de subgroepen. Er was echter geen verschil in de totale
overleving, maar de gegevens over de totale overleving
zijn nog niet definitief. De bijwerkingen waren de bijwer-
kingen die te verwachten waren: meer hypertensie (be-
handelbaar), meer levertoxiciteit, meer neutropenie, meer
diarree en meer vermoeidheid. De dosering diende echter
vaak te worden verlaagd wegens die bijwerkingen, vooral
bij de Aziatische patiënten. De mediane dosering op het
einde van de studie was 607,4mg.
POlKA tegen polo-kinase 1
Van de patiënten met hooggradige sereuze ovariumkanker
vertoont 96% een mutatie van tP53.
"Maar dat is niet de
enige mutatie. Vaak zijn er ook afwijkingen van de FOXM1-
weg. FOXM1 is een normale transcriptiefactor, die wordt
onderdrukt door wild TP53 (9)"
, legde Eric Pujade-lauraine
(Hôtel-Dieu, Parijs) uit. PlK-1 (polo-kinase 1), dat deel
uitmaakt van die weg, wordt alleen tot expressie gebracht
tijdens de mitose. PlK-1 is één van de belangrijkste factoren
die de mitose regelen, en is dan ook een interessante
target. Volasertib, een moleculair klein geneesmiddel,
bindt zich aan de AtP-pocket van PlK-1, wat resulteert in
remming van de mitose en apoptose van de cel (11). In een
fase I-studie had volasertib een mooie activiteit (12) en
daarom werd de POlKA-studie opgezet (2). In die fase II-
studie werd volasertib 300mg i.v. om de 3 weken (n = 54)
vergeleken met chemotherapie (n = 53) bij patiënten
met een platinaresistente/refractaire ovariumkanker. De
patiënten werden behandeld tot er tekenen waren van
tumorprogressie en op dat ogenblik mochten de patiënten
uit de chemotherapiegroep overschakelen op volasertib.
Bij de andere patiënten mocht de oncoloog zelf de
behandeling kiezen (13).
Het betrof dus patiënten die al een zware behandeling had-
den gekregen. Van de patiënten die met volasertib werden
behandeld, vertoonde 30,6% geen progressie na 24 weken,
wat minder was dan in de chemotherapiegroep (43,1%).
Het totale responspercentage was echter vergelijkbaar. Er
werd veel meer hematotoxiciteit waargenomen in de vo-
lasertibgroep en om die reden moest de dosering worden
aangepast. De mediane PFS was beter in de controlegroep,
maar in één subgroep van patiënten was de overleving
duidelijk beter met volasertib.
"Voor we dat spoor opgeven,
moeten we een goede genoomanalyse verrichten om na te
gaan welke subgroepen baat zouden kunnen vinden bij die
behandeling"
, concludeerde Pujade-lauraine.
relaps van sereuze ovariumkanker met
BrCA-mutatie: herevaluatie van het
effect van olaparib
Olaparib is een PArP-remmer die het herstel van enkel-
strengig DNA verhindert in tumoren met een gestoorde
Figuur 2: Verloop van de PFS met pazopanib vs. placebo.
0
6
12
18
24
30
36 (maanden)
1
0.5
0
Mediane tijd sinds
diagnose: 7 maanden
Pazopanib:
472 patiënten/237 events;
mediaan: 17,9 maanden (15,9-21,8)
Placebo:
468 patiënten/273 events;
mediaan: 12,6 maanden (11,8-17,7)
= 5,6 maanden
HR = 0,766 (95%-CI: 0,643-0,911)
Gestrati ceerde log-ranktest: p = 0,0021