![]() naecologie voor `evaluatie' van buikpijn sinds drie weken. Bij een echografie van het abdomen uit- gevoerd op het ogenblik van een pijnepisode ziet de radioloog twee ovariumcysten: één van 2,5cm rechts en één van 7cm achter de baarmoeder, waarvan niet duidelijk is of het gaat om een cyste van het rechter- dan wel van het linkerovarium. huisopnames wegens gastritis en mesenteriale adenitis en chronische constipatie. Het meisje is maagd. Menarche op de leeftijd van 12 jaar. regelmatige cycli. Ze neemt geen medicijnen in en rookt niet. met een homogene vochtinhoud van 5,3cm van het rechterovarium. Aangezien de cyste kleiner is geworden en de patiënte geen symptomen meer heeft, stellen we voor de echografie te herhalen na 2 maanden. spoedgevallendienst wegens een nieuwe episode van buikpijn. Het betreft een diffuse buikpijn, die echter toch meer uitgesproken is in de linker fossa iliaca en het hypogastrium (VAS 7/10) en uitstraalt in het linkerbeen. Het meisje braakt. Bij klinisch onderzoek van het abdomen is de peristaltiek normaal, maar vertoont ze spierverzet. Een echo- grafie van het bekken toont een homogene, met vocht gevulde adnexiële massa van 5,6 x 5,0cm tegen een nieuwe, hyperechogene massa van 3,5 x 2,5cm met een retro-uteriene vloeistoflaag. Daarop wordt beslist de patiënte te opereren. torsie van het linkeradnex. Het betreft evenwel geen klassieke torsie, maar een torsie als gevolg van een volumineuze cyste van de mesosalpinx. De torsie betreft het linkerovarium én de linker- eileider ( een cyste van de mesosalpinx. bevat, te zien. |