background image
16
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 7
2013
Andere klepaandoeningen en
aantastingen van de aorta
Mitralisklepstenose zien we steeds minder en komt vooral
voor bij immigranten als gevolg van reumatische aan-
doeningen. Zelfs bij asymptomatische vrouwen in NYHA-
klasse I-II gaat mitraalklepstenose echter gepaard met
een verhoogd risico tijdens de zwangerschap. Deze vrou-
wen kunnen hartfalen ontwikkelen in de derde tot vijfde
maand van de zwangerschap. Dit gebeurt vooral wanneer
het klepoppervlakte < 1,5cm² bedraagt. Wanneer de ver-
hoogde geassocieerde pulmonaalhypertensie > 50% van
de systemische druk bedraagt, verhoogt dit de kans op
problemen. Bij ernstige mitralisstenose wordt dan ook een
behandeling aanbevolen vóór de zwangerschap, zoals een
ballondilalatie wanneer de anatomie geschikt is. Anders
dient een mechanische of biologische klepimplantatie
overwogen te worden.
Wat de regurgiterende letsels aan de linkerzijde betreft:
deze worden tijdens een zwangerschap beter getolereerd
dan stenose, als gevolg van de gedaalde systemische vas-
culaire weerstand. De evaluatie vóór een eventuele con-
ceptie omvat echocardiografie, inspanningstest en MrI/Ct
in geval van gedilateerde aorta (bicuspiede aortaklep of
BAV). Een medische behandeling en goede follow-up zijn
aangewezen in het geval van lichte tot matige aorta- of
mitralisregurgitatie en behouden linkerventrikelejectie-
fractie. Er is echter een hoger risico bij ernstige insuf-
ficëntie met een ejectiefractie < 40% en NYHA-klasse
III-IV. Bij deze vrouwen is prezwangerschapchirurgie aan-
gewezen, bij voorkeur een mitralisklepherstel in geval van
mitralisregurgitatie (Mr), of bij aortaregurgitatie (Ar) een
aortaklepherstel al dan niet met aortawortelherstel.
Bij ascenderende aortadilatatie bestaat er een verhoogd
risico op dissectie, vooral in de derde trimester van de
zwangerschap en tijdens de arbeid. Bij marfanpatiënten
verhoogt het risico op dissectie vanaf een aortadiameter
> 40mm. De richtlijnen bevelen aan om beeldvorming van
de gehele aorta uit te voeren vóór de zwangerschap bij
Marfan of andere gekende aorta-aandoeningen (klasse
IC). Vrouwen met Marfan en ascenderende aortadilatatie
> 45mm dienen vóór de zwangerschap chirurgisch te
worden behandeld, terwijl bij BAV samen met een aorta-
diameter > 50mm eveneens prezwangerschapchirurgie
dient te worden overwogen. Belangrijk is dat bij patiën-
ten met Marfan de aorta de tendens heeft om tijdens de
zwangerschap progressief te dilateren wanneer de diame-
ter
40mm bedraagt. Een behandeling met bètablokkers
wordt best voortgezet tijdens de zwangerschap. Bij een
ascenderend aorta-aneurysma is profylactische chirurgie
aangewezen, liefst via een klepsparende procedure.
Een geïsoleerde stenose van de pulmonalisklep wordt
doorgaans goed verdragen wanneer er geen cyanose is.
De ontwikkeling van rechterventrikelhypertrofie kan
wel het risico op ritmestoornissen verhogen tijdens de
zwangerschap. Vanaf een piekgradiënt > 64mmHg vóór
de zwangerschap is een ballondilatatie aangewezen.
Bij tricuspidalisklepregurgitatie (tr) is de behandeling
afhankelijk van de concomitante letsels. De regurgita-
tie zal toenemen tijdens de zwangerschap en bij een
tricuspiedinsufficiëntiegraad 3-4/4 is een herstel van de
tricuspidalisklep vóór de zwangerschap aangewezen.
ten slotte zijn er ook meer en meer jonge vrouwen met
een herstelde tetralogie van Fallot die zwanger willen wor-
den. Zonder symptomen (NYHA I-II) ontstaan er meestal
geen cardiale problemen. In het geval van ernstige pulmo-
nalisregurgitatie en gedilateerd rechterventrikel neemt het
risico op hartfalen en ritmestoornissen tijdens de zwan-
gerschap toe. Bij symptomen en bij patiënten met risico-
factoren moet vóór de zwangerschap een pulmonaalklep-
vervanging worden overwogen, hetzij met een pulmonale
homograft, hetzij via een percutane klep.
Besluit
Bij vrouwen met kleplijden die zwanger willen worden,
is een grondige evaluatie absoluut nodig vóór de zwan-
gerschap. Deze dient te bestaan uit een klinische evalu-
atie (NYHA-status, vroegere cardiale aandoeningen), een
echocardiografie, een Ct/MrI van de aorta of conge-
nitale letsels. Er dient zowel over het maternele als het
foetale risico te worden overlegd. Ook de gezins- en
zwangerschapsplanning moeten aan bod komen. Een goe-
de aanpak vereist ontegensprekelijk een multidisciplinair
team bestaande uit verloskundigen, cardiologen en hart-
chirurgen.
Een chirurgische behandeling vóór de zwangerschap
wordt aanbevolen bij ernstige klepobstructies aan de lin-
kerzijde, bij verminderde hartfunctie, ernstige pulmonaal-
hypertensie en aneurysmale aortaziekte met verhoogde
vasculaire stijfheid.
Een chirurgisch herstel van de klep verdient de voorkeur
boven klepvervanging indien mogelijk. lichte klepletsels
met behouden ventrikelfunctie kunnen meestal medisch
worden behandeld. Bij complexe congenitale hartaandoe-
ningen zijn een grondige evaluatie en multidisciplinaire
samenwerking vóór de zwangerschap essentieel.
*
Belgian Society of Cardiology, 32
st
Annual Scientific Meeting 2013. S17: Mechanical valves
and anticoagulation during pregnancy
Referenties
1.
http://www.escardio.org/guidelines-surveys/eorp/surveys/pregnancy/Pages/welcome.aspx
2.
thorne S et al. Heart 2004;90:450.
3.
Guidelines on the management of valvular heart disease. the task Force on the
Management of Valvular Heart Diseaseof the European Society of Cardiology. Eur Heart J
(2007) 28 (2): 230-268. doi: 10.1093/eurheartj/ehl428
4.
ESC guidelines on the management of cardiovascular disease during pregnancy. Eur Heart
J 2011;32:3147.
5.
lund O et al. J thorac Cardiovasc Surg 1999;177:77-91.
6.
Elkins rC et al. Ann thorac Surg 1998;65:496-5.2.
7.
tzemos N et al. Am Heart J 2009;157.