background image
26
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 7
2013
contact, in tegenstelling tot levonorgestrel dat slechts
tot 72u na onbeschermd contact effectief is (4). Uteriene
myomen zijn goedaardige, hormoongevoelige tumoren
uitgaande van het gladde spierweefsel van de uterus.
Ze komen voor bij 30% van de vrouwen in de reproduc-
tieve leeftijd, maar blijven in meer dan 75% van de ge-
vallen asymptomatisch (5). De voornaamste klachten zijn
bloedingsproblemen, druk of pijn in de onderbuik en infer-
tiliteit. In die gevallen kan behandeling aangewezen zijn.
De chirurgische behandeling van uteriene myomen hangt
af van de ligging en de grootte van de myomen. Zo kun-
nen intra-uterien gelegen myomen best hysteroscopisch
worden verwijderd en subserosaal gelegen myomen d.m.v.
laparoscopie of laparotomie. Voor de meer intramuraal
gelegen myomen bestaat er nog de mogelijkheid van em-
bolisatie. Sommige vrouwen met myomen zullen presen-
teren met anemie ten gevolge van overvloedige bloedin-
gen (hypermenorroe, menorragie), waarbij getracht kan
worden de ingreep uit te stellen. Een tijdelijke behande-
ling met een
Gonadotropine Releasing Hormone (GnRH-
agonist) zoals triptoreline of gosereline kan die perio-
de helpen overbruggen, maar meer recent is ulipristal
hiervoor beschikbaar. Waar GnrH-agonisten door het
induceren van een hypo-oestrogene status voornamelijk
een antiproliferatief effect hebben, zal ulipristal hiernaast
ook een uit gesproken apoptose induceren in het myoom,
maar niet in het myometrium (6).
Bij echografische evaluatie ziet men onder ulipristal fre-
quent een verdikking van het endometrium ontstaan.
Ulipristal heeft namelijk, net als al de andere SPrM's, een
uitgesproken effect op het endometrium die elke patho-
loog zou moeten kunnen herkennen, omdat het voor zover
al bekend goedaardige veranderingen zijn. In de
PGL4001
Efficacy Assessment in Reduction of symptoms due to ute-
rine Leiomyomata
(PEArl) I- en -II-studie werden endo-
metriale biopsies genomen bij 476 vrouwen die ulipristal
kregen. De belangrijkste effecten zijn een glandulaire cys-
tische dilatatie (45%), zeldzame mitosen (35%) en apop-
tose (40%) in een vrij inactief glandulair epitheel. Deze
veranderingen verdwijnen allemaal binnen zes maanden
na stopzetting van de therapie (7). De verzameling van
die veranderingen wordt beschreven als PrM
associated
endometrial changes (PAEC) en komen voor bij ongeveer
60% van de vrouwen die ulipristal toegediend krijgen.
Ulipristal in een dosis van 5 of 10mg per dag controleert de
bloedingsproblemen in ruim 90% van de gevallen, waarbij
in 70 tot 80% amenorroe ontstaat (8). Dit is te vergelijken
met het profiel van de GnrH-agonisten. Na 3 maanden
behandeling verkleinen de myomen met ongeveer 35 tot
40% in vergelijking met 50% voor GnrH-agonisten (9).
recent werd ook het succesvol gebruik van ulipristal bij
leiomyomatosis Peritonealis Disseminata beschreven
(Verguts et al, Gyn Surg 2013,
accepted).
De zichtbare effecten op de myomen van ulipristal houden
echter aan tot zelfs 6 maanden na het stopzetten van de
behandeling. Zelfs na 6 maanden kan dat nog in beperkte
mate verdergaan, wat een opmerkelijk verschil is met de
GnrH-agonisten waar de myomen opnieuw in volume
toenemen na stopzetten van de therapie. De apoptose
binnen de myomen ligt waarschijnlijk mee aan de oorzaak
van dit fenomeen. Deze vaststelling opent de deur naar
regimes met langdurig intermittent gebruik van ulipristal,
die een chirurgische interventie overbodig zouden kunnen
maken.
Een bijkomend voordeel bij het gebruik van ulipristal is
het feit dat slechts ongeveer 10% van de vrouwen last
hebben van warmteopwellingen in vergelijking met onge-
veer 40% bij vrouwen die een GnrH-agonist toegediend
krijgen, omdat het geen hypo-oestrogene status uitlokt
(9). Andere vermelde nevenwerkingen zijn hoofdpijn,
misselijkheid, buikpijn en dysmenorroe.
Er werden in de verschillende studies geen verschillen
gezien met de controlegroepen voor leverfunctiestoor-
nissen, bloeddruk, hartritmestoornissen of ernstige aan-
doeningen zoals borstkanker (8, 9). Wegens het mogelijke
abortieve effect mag het niet gebruikt worden tijdens de
zwangerschap.
Conclusies
SPrM's zijn een unieke klasse van moleculen met een groot
potentieel binnen de gynaecologie. Mifepriston en ulipris-
tal met elk zijn specifieke indicaties binnen respectievelijk
zwangerschapsterminatie, noodcontraceptie en uteriene
myomen zijn beschikbaar in België. Het staat vast dat
binnen deze klasse van moleculen nog veel ontwikkeling
mogelijk is met toepassingen binnen de gynaecologie zo-
als bloedingsproblemen, endometriose of borst carcinoma.
referenties op www.gunaikeia.be
Figuur: Ulipristalacetaat (8S,11S,13S,14R,17R)-17-
acetoxy-11-[4-(dimethylamino)fenyl]-19-norpregna-4,9-
dieen-3,20-dion.