![]() tot 72u na onbeschermd contact effectief is (4). Uteriene myomen zijn goedaardige, hormoongevoelige tumoren uitgaande van het gladde spierweefsel van de uterus. Ze komen voor bij 30% van de vrouwen in de reproduc- tieve leeftijd, maar blijven in meer dan 75% van de ge- vallen asymptomatisch (5). De voornaamste klachten zijn bloedingsproblemen, druk of pijn in de onderbuik en infer- tiliteit. In die gevallen kan behandeling aangewezen zijn. af van de ligging en de grootte van de myomen. Zo kun- nen intra-uterien gelegen myomen best hysteroscopisch worden verwijderd en subserosaal gelegen myomen d.m.v. laparoscopie of laparotomie. Voor de meer intramuraal gelegen myomen bestaat er nog de mogelijkheid van em- bolisatie. Sommige vrouwen met myomen zullen presen- teren met anemie ten gevolge van overvloedige bloedin- gen (hypermenorroe, menorragie), waarbij getracht kan worden de ingreep uit te stellen. Een tijdelijke behande- ling met een de helpen overbruggen, maar meer recent is ulipristal hiervoor beschikbaar. Waar GnrH-agonisten door het induceren van een hypo-oestrogene status voornamelijk een antiproliferatief effect hebben, zal ulipristal hiernaast ook een uit gesproken apoptose induceren in het myoom, maar niet in het myometrium (6). quent een verdikking van het endometrium ontstaan. Ulipristal heeft namelijk, net als al de andere SPrM's, een uitgesproken effect op het endometrium die elke patho- loog zou moeten kunnen herkennen, omdat het voor zover al bekend goedaardige veranderingen zijn. In de rine Leiomyomata (PEArl) I- en -II-studie werden endo- metriale biopsies genomen bij 476 vrouwen die ulipristal kregen. De belangrijkste effecten zijn een glandulaire cys- tische dilatatie (45%), zeldzame mitosen (35%) en apop- tose (40%) in een vrij inactief glandulair epitheel. Deze veranderingen verdwijnen allemaal binnen zes maanden die veranderingen wordt beschreven als PrM 60% van de vrouwen die ulipristal toegediend krijgen. bloedingsproblemen in ruim 90% van de gevallen, waarbij in 70 tot 80% amenorroe ontstaat (8). Dit is te vergelijken met het profiel van de GnrH-agonisten. Na 3 maanden behandeling verkleinen de myomen met ongeveer 35 tot 40% in vergelijking met 50% voor GnrH-agonisten (9). recent werd ook het succesvol gebruik van ulipristal bij leiomyomatosis Peritonealis Disseminata beschreven (Verguts et al, Gyn Surg 2013, echter aan tot zelfs 6 maanden na het stopzetten van de behandeling. Zelfs na 6 maanden kan dat nog in beperkte mate verdergaan, wat een opmerkelijk verschil is met de GnrH-agonisten waar de myomen opnieuw in volume toenemen na stopzetten van de therapie. De apoptose binnen de myomen ligt waarschijnlijk mee aan de oorzaak van dit fenomeen. Deze vaststelling opent de deur naar regimes met langdurig intermittent gebruik van ulipristal, die een chirurgische interventie overbodig zouden kunnen maken. het feit dat slechts ongeveer 10% van de vrouwen last hebben van warmteopwellingen in vergelijking met onge- veer 40% bij vrouwen die een GnrH-agonist toegediend krijgen, omdat het geen hypo-oestrogene status uitlokt (9). Andere vermelde nevenwerkingen zijn hoofdpijn, misselijkheid, buikpijn en dysmenorroe. gezien met de controlegroepen voor leverfunctiestoor- nissen, bloeddruk, hartritmestoornissen of ernstige aan- doeningen zoals borstkanker (8, 9). Wegens het mogelijke abortieve effect mag het niet gebruikt worden tijdens de zwangerschap. potentieel binnen de gynaecologie. Mifepriston en ulipris- tal met elk zijn specifieke indicaties binnen respectievelijk zwangerschapsterminatie, noodcontraceptie en uteriene myomen zijn beschikbaar in België. Het staat vast dat binnen deze klasse van moleculen nog veel ontwikkeling mogelijk is met toepassingen binnen de gynaecologie zo- als bloedingsproblemen, endometriose of borst carcinoma. acetoxy-11-[4-(dimethylamino)fenyl]-19-norpregna-4,9- dieen-3,20-dion. |