|
|
30
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 7
2013
Tabel 4: Synoptische tabel aanbevolen indicatoren voor Vlaanderen.
Europa
Vlaanderen
Europa
min
%
max
Prevalentie congenitale anomalieën
aparte Eurocat-registratie
met geringe coverage van
alle landen
?
?
?
Apgar op 5 min < 4
0,3%
0,1
0,3
0,5
< 7
1,5%
0,3
1,5
2,4
Foetale en neonatale sterfte t.g.v. congenitale anomalie
Fetaal
1,5
21
37,7
Neonataal
5,3
23
55,6
Cerebral palsy
?
?
?
Maternale sterfte en oorzaak(%)
Buitenbaarmoederlijke
?
0
33,3
Abortieve zwangerschappen
?
0
20,0
Hypertensie
?
0
66,7
Hemorrhagie
?
18
57,1
Chorioamnionitis/sepsis
?
9,1
17,6
trombo-embolie
?
0
28,6
AFE
?
36
36,4
Anesthesia
?
0
33,3
Uterusruptuur
?
9,1
9,1
Andere directe reden
?
27
91,3
Onbekend
?
0
50,0
Ernstige maternale morbiditeit
Eclampsie
?
?
0,9
ICU
0,3
?
18,4
Hysterectomie
?
?
1,3
Embolisatie
?
?
1,4
3
de
en 4
de
graad scheuren
3
de
graad
0,1
?
3,7
4
de
graad
?
?
0,8
Rokers
4,9
?
19,0
Educatieniveau moeder
Lager
?
4
18,1
Secundair
36,8
46
72,1
Hoger
22,0
50
60,6
Beroep ouders
?
?
?
Nationaliteit moeder
Allochtoon
?
22
66,2
BMI pre-pregnancy (%)
< 18,5
2,5
5,3
8,7
18,5-24,9
49,0
58
67,5
25-29,9
17,3
24
37,7
> 30
7,1
12
20,7
Zwangerschappen na subfertiliteitsbehandeling(%)
Na ovulatie-inductie
?
?
?
Na IUI of OI
0,5
2,1
3,3
Na IVF, ICSI...
0,7
3,6
3,8
timing van eerste antenataal consult
?
?
?
Begin van arbeid
Spontaan
48,0
69
78,6
CS
6,5
10
38,5
Inductie
6,8
21
33,0
|