background image
15
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 7
2013
Wat aortaklepstenose betreft, heeft men meestal te maken
met een bicuspide aortaklep (BAV) die vaak niet ontdekt is
vóór de zwangerschap, hoewel er meestal een geschiede-
nis van hartgeruis is vanaf kinderleeftijd. Een chirurgische
behandeling vóór de zwangerschap verdient aanbeveling
in het geval van symptomen, een piekgradiënt > 50mmHg
en een klepoppervlakte < 1cm². Belangrijk is ook de be-
oordeling van de aortadiameters bij bicuspide aortaklep
omdat de ascenderende aorta gedilateerd kan zijn.
Bij asymptomatische aortaklepstenose kan men een be-
slissingsboom volgen op basis van de Europese
guideli-
nes (4) en maakt men onderscheid tussen lichte/matige
aortastenose of ernstige aortastenose > 50mmHg. In het
eerste geval volstaat follow-up en bij BAV de bepaling van
de aortadiameter. Bij ernstige aortastenose voert men een
inspanningstest uit. Is deze asymptomatisch dan is alleen
nauwgezette follow-up nodig. In geval van symtomen
(hypotensie tijdens inspanning, aritmie) is het aanbevolen
om de chirurgie uit te voeren vóór de zwangerschap.
De mogelijke chirurgische behandelingen bij aortastenose
omvatten mechanische klepimplantatie, bioprosthese, een
aortaklep allograft implantatie of een pulmonale autograft
(de ross-ingreep). Bij mechanische klepimplantatie zijn
anticoagulantia nodig wat op zich ook problemen tijdens
de zwangerschap kan opleveren. Een bioprosthese wordt
zeker aanbevolen als een goede optie bij jonge vrouwen,
maar moet door calcificatie na gemiddeld een tiental jaar
worden vervangen. Een aortaklepallograftimplantatie (af-
komstig van een menselijke donor) resulteert in een goede
hemodynamiek, en alleen de noodzaak tot het innemen
van een lage dosis aspirine, maar deze klep zal uiteinde-
lijk ook falen, zodat na gemiddeld 15 jaar bij 50% van de
patiënten een nieuwe ingreep nodig is (5).
De ross-procedure geeft geen risico op kleptrombose
en zorgt voor een uitstekende hemodynamiek, maar
heeft als nadelen dat het om een `tweekleppenoperatie'
gaat en dat er dilatatie van de nieuwe aortawortel kan
optreden, met een toename van de aortaklepinsuffi-
ciëntie. Na 10 jaar dient ongeveer 20% van de donorklep-
pen in het rechteruitstroomgebied vervangen te worden.
In beperkte reeksen ziet men gelukkig geen of weinig
verhoogde deterioratie van de klepfuncties tijdens de
zwangerschap (6).
Merk op dat ernstige aortastenose vóór de zwangerschap
predictief is voor een later cardiaal probleem: uit een se-
rie bij dergelijke vrouwen die vóór de zwangerschap niet
werden geopereerd, blijkt een risico van 67% op een hart-
operatie binnen de zes jaar. Die vrouwen die reeds symp-
tomatisch waren voór de zwangerschap hadden allen een
ingreep nodig na de zwangerschap (7).
Tabel: Risicobeoordeling vóór de zwangerschap bij vrouwen met valvulaire aandoeningen (3).
WHO risicoklasse
Zwangerschapsrisico in functie van
medische aandoening
Medische aandoening
I
Geen verhoogd risico van maternele
mortaliteit of morbiditeit
-
Mitralisklep prolaps zonder/met lichte mitralisregurgitatie
-
Lichte pulmonalisstenose
II
Licht verhoogd risico op maternele
mortaliteit of morbiditeit
-
Gecorrigeerde tetralogie van Fallot
- Lichte daling van de hartfunctie
-
Cardiale klepaandoeningen niet beschouwd als WHO-
risicoklasse I of IV
- Marfansyndroom zonder aortadilatatie
- Aorta < 45mm met BAV (bicuspiede aortaklep)
III
Significant verhoogd risico van
maternele mortaliteit of ernstige
morbiditeit.
Expertadvies vereist. Als
besloten wordt tot zwangerschap,
is intensieve multidisciplinaire
monitoring vereist.
-
Mechanische klep
-
Marfan met aorta 4045mm
-
BAV met aorta 4550mm
IV
Extreem verhoogd risico
van maternele mortaliteit of
ernstige morbiditeit. In geval van
zwangerschap
dient beëindiging te
worden besproken. Bij zwangerschap
aanpakken zoals klasse III.
-
PAHT van gelijk welke oorzaak
- Ernstige
systeemventrikeldysfunctie (lVEF<30%, NYHA III-IV)
- Ernstige
mitralisstenose, ernstige aortaklepstenose
-
Marfan met aorta > 45mm
-
BAV met aorta > 50mm