![]() met SCPE ( monitoren, gezien het grote belang dat Europa hecht aan gezonde moeders en kinderen als bouwstenen voor een sterke toekomst. Er zijn ongeveer 5 miljoen bevallingen per jaar in Europa. Een eerste rapport verscheen in 2008 en bevatte data over het jaar 2004. Het huidige rapport is het tweede in de rij en bevat data uit 2010. Waar mogelijk werd een vergelijking gemaakt tussen beide bestudeerde jaren. aan de rapportering. Het betreft bevolkingsdata afkomstig uit bestaande administratieve of gezondheidsregisters, ziekenhuisontslagformulieren en routineoverzichten. Het is niet de bedoeling een tussen sterke en minder sterke performers (er kunnen immers veel redenen zijn waarom data tussen landen verschillen: landen met 20% met een meerlingenratio > 25% zullen andere uitkomsten vertonen), maar veeleer om naast het beschrijven en ana- lyseren van data precies aan te tonen waar lacunes zijn in de diverse informatiesystemen en lokale beleidsvoer- ders te informeren omtrent mogelijke lacunes in beleid en monitoring. consensusmeetings van leden van het netwerk en externe adviseurs. De indicatoren werden ingedeeld in 4 categorieën: - 1: foetale, neonatale en kind-gezondheid; - 2: maternale gezondheid; - 3. bevolkingskarakteristieken en risicofactoren; - 4: functioneren van gezondheidsdiensten. tussen enerzijds essentiële indicatoren (10 natale gezondheid, en anderzijds aanbevolen, `wenselijke' onder ons gebruiken deze data ook om hun klinische praktijk te monitoren en desgevallend aan te passen. Lokale inzichten en belangen zorgen er echter voor dat misschien niet alle nodige conclusies uit deze rapportering worden Het PERISTAT-rapport maakt dan ook gretig gebruik van deze SPE-data om een Europese databank van perinatale gezondheidsindicatoren op te maken. Interessant voor ons als benchmarking, maar ook om te zien hoe buitenstaanders |