background image
De Specialist
13-6
10 april 2013
www.despecialist.eu
8
I
D
at zijn een aantal bevindingen uit
het lijvige eindrapport `Bevraging
beroepsgroep artsen-specialisten'
uitgevoerd door het enquêtebureau Market
Analysis & Synthesis
(MAS) in opdracht van
de FOD Volksgezondheid. Het rapport waarin
een representatief staal internisten werd
bevraagd, dateert van maart 2012 en komt
tot enkele opmerkelijke bevindingen.
Beroepssituatie
Het onderzoek concentreert zich op de 95%
artsen die binnen het Riziv curatieve genees-
kunde uitoefenen. Ze kregen een aantal stel-
lingen over hun beroepsleven voorgeschoteld
waarop ze een beoordeling van 1 tot 5 ­ van
zeer negatief tot zeer positief ­ konden
geven. Daarbij evalueerden de specialisten
interne geneeskunde werkzekerheid als het
meest positieve punt. Een significant hoger
aandeel artsen (69%) vond dit een pluspunt.
Daarna volgde werkvoldoening (67%) en
de tevredenheid van de patiënten (61%).
Negatief beoordeeld werden onder meer
de werklast (61%), psychologische druk en
stress (60%) en het gebrekkige evenwicht
tussen privé- en beroepsleven (52%). Minder
uitgesproken maar eveneens negatief vonden
de artsen de eisen van de patiënten, hun uur-
rooster en de beroepsrisico's. In het algemeen
zijn Franstalige specialisten negatiever dan
hun Nederlandstalige collega's.
Opmerkelijk is dat 51% van de respondenten
de werkdruk "zeer negatief" waardeert maar
dat anderzijds 51% ook zeer positief staat
ten aanzien van factoren van extrinsieke job-
voldoening zoals inkomen en werkzekerheid.
Ook intrinsieke werkvoldoening ­ patiënten-
tevredenheid, beroepsstatus... ­ evalueert
men eerder positief.
7,5 uur administratie
Internisten met een klinische praktijk wer-
ken gemiddeld 49,6 uur per week ­ met een
minimum van twee uur tot maximaal 120
uur. Nederlandstaligen (52,6 uur) zijn gemid-
deld meer uren aan de slag dan Franstaligen
(47,1). De werkweken van mannelijke artsen
zijn langer dan die van vrouwelijke collega's
en van prepensioen op 50 is er geen sprake.
Integendeel. De 50 tot 59-jarigen kloppen
gemiddeld het hoogste aantal uren (51,6),
gevolgd door de 40-49-jarigen (50,6 uur).
Een opmerkelijk cijfer uit deze peiling is dat
elk algemeen internist, cardioloog, gastro-
enteroloog, pneumoloog, reumatoloog en
medisch oncoloog met een klinische praktijk
wekelijks bijna een volledige werkdag (gemid-
deld 7,5 uur) ziet opgaan aan administratieve
verplichtingen en logistiek. Gelukkig blijven er
nog 38,7 uur per week over voor pure patiën-
tenzorg (zie tabel hiernaast) en maken artsen
ook 6,3 uur vrij voor wetenschappelijk onder-
zoek. Alle internisten (97,45%) scholen zich
bij. Hieraan wordt maandelijks gemiddeld
8,1 uur gewijd.
Wachtdienst
Twee specialisten interne geneeskunde op
drie werkt uitsluitend in ziekenhuisverband.
Daar zijn ze zowel op de spoed, bij hospitali-
saties als bij raadplegingen actief. Slechts 3%
is uitsluitend in een extramurale privépraktijk
bezig en 31% combineert het ziekenhuis met
ambulante activiteiten.
Een gemiddelde internist brengt het grootste
deel van zijn tijd door in het ziekenhuis
(45 uur). De variatie is wel enorm en schom-
melt tussen 1 en maximaal 120 uur. De tijd
die wordt besteed aan de privépraktijk is
gemiddeld 15,5 uur per week ­ met eveneens
JS0494N
De moeilijke
balans tussen werk en privé
Werkzekerheid, werktevredenheid en tevreden patiënten. Dat zijn
de positieve punten in het beroepsleven van artsen- specialisten
interne geneeskunde. De
`workload', psychologische druk, stress en
het vinden van een goed evenwicht tussen beroeps- en privé-leven
worden als negatieve punten ervaren. Nagenoeg één werkdag per
week besteden specialisten interne geneeskunde aan administratieve
verplichtingen...
UW SOCIO-PROFESSIONELE ACTUALITEIT
Aantal gepresteerde uren
door respondenten die
effectief activiteit uitvoeren
N
Min.
uren
Max.
uren
Gemiddelde
gemiddelde
%
Patiëntenzorg
1.570
1
100
38,7
60.759,00
70,9%
Administratie, logistiek
1.316
1
40
7,5
9.896,32
11,5%
Verplaatsingen andere dan
deze van woon-werk
695
1
68
4,5
3.113,60
3,6%
Beleid en management
585
1
30
3.1
1.825,20
2,1%
Stagebegeleiding
(stagemeester ASO)
492
1
56
6.0
2.971,68
3,5%
Onderwijs
462
1
50
6,3
2.910,60
3,4%
Onderzoek
454
1
58
4,0
1.816,00
2,1%
Preventieve geneeskunde
335
1
52
5,2
1.755,40
2,0%
Andere (o.m. medicotechniek
& labo, advies, congressen,
overleg...)
52
1
65
10,4
541,84
0,6%
Verzekeringsgeneeskunde
44
1
50
5,9
260,48
0,3%
Totaal
85.724,52
100,0%
Bron: FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Gemiddeld aantal gepresteerde uren per week m.b.t. patiëntenzorg en beroepsgerelateerde activiteiten) ­
enkel voor de respondenten die momenteel effectief de resp. activiteiten uitvoeren (excl. woon-werkverplaatsingen).