liteitsproject "een enorme impuls aan het kwaliteitsdenken in de voorzieningen, aldus dig aan de Vlaamse bevoegdheden beschreven in het kwaliteitsdecreet." projecten zou impliceren dat de kwaliteit momenteel niet goed is. "Het gaat over een algehele cultuur en dynamiek van zieken- huizen, artsen, directies en Vlaams Patiënten- platform om met kwaliteitsindicatoren aan de slag te gaan. De voorzieningen zullen over geobjectiveerde gegevens beschikken. Daarmee kunnen ze verder aan de slag en hun kwaliteit bevorderen. Benchmarking tussen voorzieningen bevordert ook de kwaliteit. Dat is een positieve boodschap." in de GGZ moeilijker was om internationaal aanknopingspunten voor thema's en ontwik- kelingsgroepen te vinden. "Indicatoren voor de somatische zorg zijn gemakkelijker te objecti- veren, zegt hij. Meten is in de GGZ niet zo voor de hand liggend. In eerste instantie gaat het QI-project wel enkel over meetbare indicatoren, wat uiteraard niet impliceert dat niet-meetbare elementen niet relevant zouden kunnen zijn. Alleszins is een goede registratie en interpretatie van het cijfermateriaal essentieel." (lees bijgaand artikel) sluiten deels aan bij sommige Vlaamse gezondheidsdoelstellingen (depressie, suïcide...) maar een directe link is er niet. Wel wijst Vandeurzen erop dat "de onderwerpen iets zeggen over de positie van de GGZ in het algemeen beleid. Het gaat bijvoorbeeld over het traject dat de patiënt aflegt, transmuraal, van het psychiatrisch ziekenhuis over Beschut Wonen, Centra voor GGZ... Die continuïteitsdimensie is belangrijk. Denk aan de artikel 107-projecten." QI-project in de GGZ op twee concrete registratielast te beperken. Al geregistreerde parameters stellen we ter beschikking. Daar- voor ontwikkelt de Vlaamse overheid een samenwerkingsrelatie met de federale over- heid en het Riziv," aldus minister Vandeurzen. Daarnaast worden ook in de GGZ data toe- vertrouwd aan de Trusted Third Party (TTP). "Binnen onze mogelijkheden engageren we ons hier in een financiering", dixit Vandeurzen. Een aanpassing van het toezichts- en inspec- tiemodel zoals voor de algemene ziekenhui- zen is voorlopig niet aan de orde. "Voor de GGZ is daarover nog niet gesproken met de inspectie", aldus Vandeurzen. ningen kunnen dan zelf kiezen of ze kwali- teitsgegevens op hun website publiceren. Minister Vandeurzen zal hierin niet regulerend optreden. "Een centrale website is er op dit ogenblik nog niet. We moedigen alle betrok- ken organisaties wel aan om zelf de verkregen cijfers op de eigen website te plaatsen." kwaliteitsindicatoren in de GGZ de geestelijke gezondheidszorg een kwaliteitsindicatorenproject (QI-project) op gang. Ook hierin engageert de Vlaamse overheid zich volop, zegt Vlaams minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen (CD&V). heid, de GGZ-voorzieningen, hun koepel- verenigingen en patiënten- en familie- gebeurt op vrijwillige basis. In totaal nemen circa 150 zorgprofessionals, waaronder een twintigtal psychiaters, actief deel. Een `Forum' onder leiding van professor Geert Dom (UA), voorzitter Vlaamse vereniging voor Psychiatrie, vormt de link met de sector. Het levert ook inhoudelijke en metho- dologische expertise, reflecteert kritisch op het verloop van het project, enz. Een beperkt `Bureau' coördineert en stuurt het project aan. Ad hoc en per domein richtte men vijf `zo sectorbreed mogelijke' ontwikkelingsgroepen op. Ze staan telkens onder leiding van een psychiater en een covoorzitter met een andere professionele achtergrond. De selectie van de thema's is gebaseerd op de zes dimensies van zorgkwaliteit die het Institute of Medicine (IOM) in 2002 omschreef: veiligheid, effectivi- teit, efficiëntie, patiënt gestuurd, tijdig en bil- samenwerking werd daaraan de dimensie continuïteit toegevoegd. De vijf ontwikkelings- groepen startten dit voorjaar en zouden tegen eind 2013 een eerste set kwaliteitsindicatoren en in de loop van 2014 data moeten opleveren. van zorg patiënt. Dit zo ononderbroken mogelijk tussen de zorgvormen in de GGZ. Mogelijke thema's voor deze ontwikkelingsgroep zijn: informatie-overdracht, drop-outs, wacht- lijsten/tijden, heropnames enz. geestelijke gezondheidszorg niet zo veilig is als wel zou moeten. Net zoals in de algemene geneeskunde komen er in de GGZ kwaliteits- problemen voor. Mogelijke thema's hierbij zijn: medicatieveiligheid, suïcidepreventie, agressie-incidenten, vrijheidsbeperkende maatregelen enz. stelde tegenover de zorgverlener-expert is definitief voorbij. Een evolutie in de richting van een actieve, betrokken patiënt met een volwaardige rol in het zorgproces is onom- keerbaar. Deze ontwikkelingsgroep wil de positie van de patiënt in de GGZ nog verster- ken. Patiënten krijgen de mogelijkheid kennis en ervaringen in te brengen om zodoende de zorg te verbeteren. ziektes ter wereld. De aandoening brengt ook hoge kosten voor de samenleving met zich mee. Via de ontwikkeling van een set indica- toren wil deze groep de kwaliteit van de zorg- verlening in kaart brengen en interne verbeter- cycli opstarten. Bedoeling is ook hierover vrijwillig maatschappelijke verantwoording af te leggen. Er kan onder meer gefocust worden op medicatie, klinische richtlijnen, vroege detectie enz. nemende mate beschouwd als een psychia- trisch probleem waarvoor een behandeling nodig is. Steeds vaker stellen zorgverleners diagnoses zoals ADHD. Meer jongeren dan vroeger gebruiken psychomedicatie. De im- pact op het leven van de jongere en het gezin is groot. Mogelijke thema's zijn wachttijden/ wachtlijsten, medicatie enz. vijf ontwikkelingsgroepen een Bureau en vijf ontwikkelingsgroepen op. Een overzicht. wijst erop dat de onderwerpen iets zeggen over de positie van de GGZ in het algemeen beleid. Het gaat bijvoorbeeld over het traject dat de patiënt aflegt, transmuraal, van het psychiatrisch ziekenhuis over Beschut Wonen, Centra voor GGZ... Die continuïteits- dimensie is belangrijk. |