background image
De Specialist
13-6
10 april 2013
www.despecialist.eu
6
I
I
n de algemene zorgverlening gaf het kwa-
liteitsproject "een enorme impuls aan het
kwaliteitsdenken in de voorzieningen,
aldus
minister Vandeurzen. Dit beantwoordt volle-
dig aan de Vlaamse bevoegdheden beschreven
in het kwaliteitsdecreet."
Hij weerlegt dat de opstart van de QI-
projecten zou impliceren dat de kwaliteit
momenteel niet goed is. "Het gaat over een
algehele cultuur en dynamiek van zieken-
huizen, artsen, directies en Vlaams Patiënten-
platform om met kwaliteitsindicatoren aan
de slag te gaan. De voorzieningen zullen
over geobjectiveerde gegevens beschikken.
Daarmee kunnen ze verder aan de slag en hun
kwaliteit bevorderen.
Benchmarking tussen
voorzieningen bevordert ook de kwaliteit.
Dat is een positieve boodschap."
Continuïteit
Wel stelt minister Vandeurzen vast dat het
in de GGZ moeilijker was om internationaal
aanknopingspunten voor thema's en ontwik-
kelingsgroepen te vinden. "Indicatoren voor de
somatische zorg zijn gemakkelijker te objecti-
veren,
zegt hij. Meten is in de GGZ niet zo voor
de hand liggend. In eerste instantie gaat het
QI-project wel enkel over meetbare indicatoren,
wat uiteraard niet impliceert dat niet-meetbare
elementen niet relevant zouden kunnen zijn.
Alleszins is een goede registratie en interpretatie
van het cijfermateriaal essentieel."
De thema's van de ontwikkelingsgroepen
(lees bijgaand artikel) sluiten deels aan bij
sommige Vlaamse gezondheidsdoelstellingen
(depressie, suïcide...) maar een directe link is
er niet. Wel wijst Vandeurzen erop dat
"de onderwerpen iets zeggen over de positie
van de GGZ in het algemeen beleid. Het gaat
bijvoorbeeld over het traject dat de patiënt
aflegt, transmuraal, van het psychiatrisch
ziekenhuis over Beschut Wonen, Centra voor
GGZ... Die continuïteitsdimensie is belangrijk.
Denk aan de artikel 107-projecten
."
TTP en registratie
De Vlaamse overheid ondersteunt het
QI-project in de GGZ op twee concrete
domeinen. "We engageren ons om de extra
registratielast te beperken. Al geregistreerde
parameters stellen we ter beschikking. Daar-
voor ontwikkelt de Vlaamse overheid een
samenwerkingsrelatie met de federale over-
heid en het Riziv,"
aldus minister Vandeurzen.
Daarnaast worden ook in de GGZ data toe-
vertrouwd aan de Trusted Third Party (TTP).
"Binnen onze mogelijkheden engageren we
ons hier in een financiering"
, dixit Vandeurzen.
Een aanpassing van het toezichts- en inspec-
tiemodel zoals voor de algemene ziekenhui-
zen is voorlopig niet aan de orde. "Voor de
GGZ is daarover nog niet gesproken met de
inspectie"
, aldus Vandeurzen.
Data zijn pas beschikbaar in 2014. Voorzie-
ningen kunnen dan zelf kiezen of ze kwali-
teitsgegevens op hun website publiceren.
Minister Vandeurzen zal hierin niet regulerend
optreden. "Een centrale website is er op dit
ogenblik nog niet. We moedigen alle betrok-
ken organisaties wel aan om zelf de verkregen
cijfers op de eigen website te plaatsen."
Geert Verrijken
JS0507N
Pionieren met
kwaliteitsindicatoren
in de GGZ
Net zoals de somatische gezondheidszorg trok eind vorig jaar ook
de geestelijke gezondheidszorg een kwaliteitsindicatorenproject
(QI-project) op gang. Ook hierin engageert de Vlaamse overheid
zich volop, zegt Vlaams minister voor Welzijn, Volksgezondheid en
Gezin Jo Vandeurzen (CD&V).
UW SOCIO-PROFESSIONELE ACTUALITEIT
JS0507BN
B
ij het QI-project zijn tot nu toe de over-
heid, de GGZ-voorzieningen, hun koepel-
verenigingen en patiënten- en familie-
vertegenwoordigers betrokken. De medewerking
gebeurt op vrijwillige basis. In totaal nemen circa
150 zorgprofessionals, waaronder een twintigtal
psychiaters, actief deel. Een `Forum' onder leiding
van professor Geert Dom (UA), voorzitter Vlaamse
vereniging voor Psychiatrie, vormt de link met
de sector. Het levert ook inhoudelijke en metho-
dologische expertise, reflecteert kritisch op het
verloop van het project, enz. Een beperkt `Bureau'
coördineert en stuurt het project aan.
Ad hoc en per domein richtte men vijf `zo
sectorbreed mogelijke' ontwikkelingsgroepen
op. Ze staan telkens onder leiding van een
psychiater en een covoorzitter met een andere
professionele achtergrond. De selectie van
de thema's is gebaseerd op de zes dimensies
van zorgkwaliteit die het Institute of Medicine
(IOM) in 2002 omschreef: veiligheid, effectivi-
teit, efficiëntie, patiënt gestuurd, tijdig en bil-
lijk. Gezien het belang van transmurale
samenwerking werd daaraan de dimensie
continuïteit toegevoegd. De vijf ontwikkelings-
groepen startten dit voorjaar en zouden tegen
eind 2013 een eerste set kwaliteitsindicatoren
en in de loop van 2014 data moeten opleveren.
1. Continuïteit en coördinatie
van zorg
De nadruk ligt op het zorgtraject van de
patiënt. Dit zo ononderbroken mogelijk
laten verlopen vereist een goede coördinatie
tussen de zorgvormen in de GGZ. Mogelijke
thema's voor deze ontwikkelingsgroep zijn:
informatie-overdracht, drop-outs, wacht-
lijsten/tijden, heropnames enz.
2. Patiëntveiligheid
Een IOM-rapport uit 2006 toont aan dat de
geestelijke gezondheidszorg niet zo veilig is
als wel zou moeten. Net zoals in de algemene
geneeskunde komen er in de GGZ kwaliteits-
problemen voor. Mogelijke thema's hierbij
zijn: medicatieveiligheid, suïcidepreventie,
agressie-incidenten, vrijheidsbeperkende
maatregelen enz.
3. Patiëntenparticipatie
De era waarin de patiënt zich passief op-
stelde tegenover de zorgverlener-expert is
definitief voorbij. Een evolutie in de richting
van een actieve, betrokken patiënt met een
volwaardige rol in het zorgproces is onom-
keerbaar. Deze ontwikkelingsgroep wil de
positie van de patiënt in de GGZ nog verster-
ken. Patiënten krijgen de mogelijkheid kennis
en ervaringen in te brengen om zodoende de
zorg te verbeteren.
4. Depressie
Depressie is één van de meest voorkomende
ziektes ter wereld. De aandoening brengt ook
hoge kosten voor de samenleving met zich
mee. Via de ontwikkeling van een set indica-
toren wil deze groep de kwaliteit van de zorg-
verlening in kaart brengen en interne verbeter-
cycli opstarten. Bedoeling is ook hierover
vrijwillig maatschappelijke verantwoording
af te leggen. Er kan onder meer gefocust
worden op medicatie, klinische richtlijnen,
vroege detectie enz.
5. Gedragsstoornissen bij kinderen
Abnormaal/afwijkend gedrag wordt in toe-
nemende mate beschouwd als een psychia-
trisch probleem waarvoor een behandeling
nodig is. Steeds vaker stellen zorgverleners
diagnoses zoals ADHD. Meer jongeren dan
vroeger gebruiken psychomedicatie. De im-
pact op het leven van de jongere en het gezin
is groot. Mogelijke thema's zijn wachttijden/
wachtlijsten, medicatie enz.
G.V.
Eén forum,
vijf ontwikkelingsgroepen
De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) richtte een Forum,
een Bureau en vijf ontwikkelingsgroepen op. Een overzicht.
Minister Vandeuzen
wijst erop dat de
onderwerpen iets
zeggen over de positie
van de GGZ in het
algemeen beleid. Het
gaat bijvoorbeeld over
het traject dat de patiënt
aflegt, transmuraal,
van het psychiatrisch
ziekenhuis over Beschut
Wonen, Centra voor
GGZ...
Die continuïteits-
dimensie is belangrijk.