background image
I
13
De Specialist
13-6
10 april 2013
www.despecialist.eu
D
e UCM, wat staat voor
Union des Classes Moyennes
ofwel de interprofessionele
werkgeversorganisatie die Franstalige
zelfstandigen en KMO's vertegenwoordigt,
en de Unplib (Union nationale des professions
libérales et intellectuelles
) vinden dat de
vrije beroepen omwille van hun economisch
(een kwart van de zelfstandigen) en sociaal
(geprivilegieerde band met patiënt of cliënt)
belang speciale aandacht verdienen van de
overheid.
De twee verenigingen stellen vast dat deze
beroepsgroep zich bevindt in een omgeving
die in volle verandering is. "Patiënten,
cliënten en bedrijven hebben nieuwe noden
en verwachtingen. Nieuwe beroepen zonder
reglementering (coaches, consultants,
experts, alternatieve geneeskunde, enz.)
maken de sector competitiever."
Binnen de groep van de zogenaamd
`traditionele' vrije beroepen (TVB) ­ goed voor
67.000 op een totaal van 166.735 ­ worden
naar activiteit vier groepen (zie grafiek)
onderscheiden. De medische sector (in de
strikte zin van het woord) bestaat uit artsen,
apothekers en dierenartsen en is goed voor
44% van het totaal.
De juridische sector (advocaten, notarissen en
gerechtsdeurwaarders) zijn goed voor 27%.
16% van de TVB wordt ondergebracht bij de
`cijferaars' (bedrijfsrevisoren, accountants en
fiscalisten). De technische pijler die onder
meer de architecten en de landmeters omvat,
is goed voor 13% van het totaal.
Over de voorbije vijf jaar stellen de UCM
en de Unplib vast dat het aantal mensen
met een intellectueel beroep toeneemt.
Het aantal mensen dat een traditioneel
vrij beroep uitoefent (nvdr.: waaronder de
artsen) vertoont de tendens te stagneren.
"Deze achteruitgang van de zogenaamd
traditionele beroepen gaat gepaard met
een vooruitgang van de nieuw opduikende
beroepen (experts, coaches, alternatieve
geneesheren, ergotherapeuten, enz.). Deze
intellectuele beroepen kenden de afgelopen
vijf jaar een stijging met 5%. Hun aantal steeg
de afgelopen vijf jaar met bijna 10.000 om
heeft vandaag de kaap van 39.000 bereikt",
geven de twee organisaties aan.
Ambtenaren verbieden een
bijkomende activiteit uit te
oefenen
De UCM en de Unplib vinden dat de
vrije beroepen nood hebben aan echte
ondersteuning door de politieke en de socio-
economische wereld. In een memorandum
verzamelden de twee verenigingen de tien
eisen van de sector.
"Eerst en vooral hebben de vrije beroepen
nood aan een positieve definitie (1) om
hun zichtbaarheid te verbeteren (2) en zo
de toepassing van een specifieke politiek
mogelijk te maken. Gebeurt dat niet dan
vallen ze onder wet op de commerciële
activiteiten en die is te beperkend voor de
activiteiten die ze uitoefenen. Om de sector
te versterken, moet een gemeenschappelijke
sokkel van ethische regels ontwikkeld
worden (3), moet het imago van de Ordes en
Instituten (4) bijgesteld worden en moeten
de beroepen zonder regels aangespoord
worden aan zelfreglementering te doen (5).
De politieke wereld moet de oprichting van
deontologische en disciplinaire organen
in de schoot van nieuwe beroepsgroepen
ondersteunen. Deze moeten zo geregeld zijn
dat ze bedriegers kunnen uitsluiten en aan
geloofwaardigheid en vertrouwen winnen bij
de consument."
Ze benadrukken tevens dat de uitoefening
van een vrij beroep vereenvoudigd en
gefaciliteerd moet worden.
De twee organisaties formuleren enkele
concrete voorstellen: faciliteren van tijdelijke
groeperingen en het werken in een netwerk
(6), verbetering van het statuut van de
zelfstandige medewerker (7), bescherming
van het privépatrimonium (8), het verbod aan
ambtenaren om een bijkomende activiteit uit
te oefenen (9) en een opleiding reserveren
voor het beheer van een kabinet (10).
Bij de uitwerking van sommige van deze
plannen (werken aan het imago van de Ordes,
faciliteren van het werken in een netwerk,
enz.) moet het medisch korps toch even
blijven stilstaan.
Vincent Claes
JS0502N
Tien voorstellen
om de vrije
en intellectuele beroepen te ondersteunen
Een kwart van de Belgische zelfstandigen beoefent een vrij of
intellectueel beroep. Artsen maken deel uit van deze groep. De UCM
en de Unplib stellen tien maatregelen voor om deze groep beroepen
te ondersteunen.
MANAGEMENT
Werken na 65:
de oplossingen
van de Bvas
In het kader van de pensioenhervorming stelt de regering aan
gepensioneerden ouder dan 65 jaar een bijkomend inkomen
voor op voorwaarde dat ze een carrière van 42 jaar kunnen
aantonen. Deze maatregel zorgde voor zure oprispingen bij
nogal wat vrije beroepers.
H
oe kan men een carrière van 42 jaar hebben wanneer men tot zijn 24
ste
moet
studeren? "De aanpassing van dit Koninklijk Besluit, dat zich momenteel op de
tafel van de regering bevindt, is niet alleen discriminerend ten aanzien van artsen,
maar druist tevens regelrecht in tegen de politieke wil om de bevolking aan te moedigen
langer te werken",
zegt Marc Moens, voorzitter van de Bvas. "Artsen die blijven werken
na hun 65
ste
verjaardag kunnen een antwoord geven op de uitdaging van de verouderende
bevolking en kunnen een eventueel tekort aan (huis)artsen compenseren."
Het medisch syndicaat stelt de bevoegde ministers, Sabine Laruelle en Alexander
De Croo, twee oplossingen voor, specifiek voor artsen. Ofwel neemt men de jaren
tijdens dewelke de arts onder het sui generis-statuut viel van de arts in opleiding mee
in rekening. Hiervoor volstaat een toevoeging aan artikel 107, paragraaf 2B van het
Koninklijk Besluit van 22 december 1967 in verband met het overlevingspensioen van
zelfstandigen. Ofwel neemt men de stagejaren mee in rekening als jaren die effectief tot
de carrière behoren.
De Bvas is ervan overtuigd dat deze voorstellen ook als inspiratiebron kunnen dienen
voor andere vrije beroepers zoals tandartsen, advocaten en notarissen, om ook daar een
einde te maken aan dergelijke discriminatie.
A.T.
Technische sector
44%
27%
16%
13%
Medische sector
Juridische sector
Sector van het cijfer
Activiteiten van de vrije beroepen in de strikte zin in 2011
JS0488N