background image
I
15
De Specialist
13-6
10 april 2013
www.despecialist.eu
A
an het woord is Peter Raeymae-
kers, stafmedewerker van Zorgnet
Vlaanderen, de koepel van Vlaamse
zorgvoorzieningen. Hij maakt een stand van
zaken op van de informatisering in de zorg (1)
en stelt vast dat alle zorgsectoren de laatste
jaren sterk geïnvesteerd hebben in informa-
tica. "Ook de overheid trouwens die met de
ronde tafel eHealth in december een `
roadmap
2013-2018' ontwikkelde. Voor het eerst met
een visie op middellange termijn"
, aldus
Raeymaekers.
Actiepunten
Het is geen nieuws: registreren, administra-
tieve belasting en het archiveren van gege-
vens: het komt velen de strot uit. "Positief is",
aldus Raeymaekers, "dat er nu werd afgespro-
ken om zo veel mogelijk naar een eenmalige
registratie van gegevens te gaan. Eveneens
positief is dat de ronde tafel werk heeft ge-
maakt van een strategische afstemming tussen
de overheden."
Bovendien werd tussen alle
stakeholders, met inbegrip van patiënten,
thuis- en ouderenzorg, een breed gedragen
plan afgesproken. ICT zal in de toekomst
transmurale zorg ondersteunen. Daarvoor
werd een lijst actiepunten opgesteld (2).
De uitdaging is volgens Raeymaekers om het
gebruik van het federale eHealth-platform
te versnellen. Al voegt hij er onmiddellijk aan
toe dat informatisering een werk van lange
adem is "en zeker nog niet voor morgen".
EPD
Momenteel zorgt vooral het Elektronisch
Patiëntendossier (EPD) in de ziekenhuizen
voor hoofdbrekens. Het EPD is essentieel
omdat informatisering en gegevensuitwis-
seling in alle geledingen van de zorg cruciaal
worden voor de efficiëntie en de kwaliteit
van de zorg. Het EPD bestrijkt een breed
veld: van de toegang van patiënten tot hun
medisch dossier tot de gegevensuitwisse-
ling tussen de eerste, tweede en derde lijn.
Hoewel heel wat ziekenhuizen op korte
termijn willen overstappen naar een nieuw
systeem, botsen ze vaak op hun financiële
beperkingen.
Bovendien is het marktaanbod beperkt en
niet altijd afgestemd op de noden van de
sector. Administratie en ondersteunende
diensten zoals laboratoria zijn al geïnforma-
tiseerd. Nu de `core business' van een zieken-
huis, het productieproces, aan bod komt is de
markt echter erg beperkt. Gezien de speci-
fieke omgeving valt zorginformatica ook niet
zomaar over de landsgrenzen heen te tillen.
De Belgische overheid eist bijvoorbeeld de
registratie van Minimale Ziekenhuisgegevens
(MZG); de grote spelers in de informatica
hebben het erg moeilijk om pakketten op
maat te maken.
Positief is wel dat door informatica de ge-
neeskunde veiliger wordt, de kwaliteit beter
kan gecontroleerd worden en de zorg betaal-
baar kan worden gehouden. Wereldwijd vindt
er immers een evolutie naar standaardisatie
van de geneeskunde plaats en dat opent
deuren voor de informatisering van de zorg.
Essentieel is wel dat de zorgsector zelf het
eens wordt over welke informatica er nodig
is en wat die moet kunnen. Daarom ook is
Zorgnet bezig met de ontwikkeling van een
programma van eisen zodat de industrie
begrijpt wat de noden van een hedendaags
ziekenhuis zijn.
Geert Verrijken
1. Bron: Zorgwijzer 34 (maart 2013), blz. 19-21
2. www.rtreh.be
JS0524N
Slimme informatisering
voor alle zorgvoorzieningen
"Niet de informatica staat centraal, wel de zorg. ICT is er immers
om oplossingen te bieden en de zorg te ondersteunen. Het is nooit
een doel op zich. Als uitgangspunt moeten er dus concrete
zorgvragen zijn."
MANAGEMENT
HEC207N
Ziekenhuis-HR staat voor
belangrijke evoluties
Het ziekenhuis evolueert de
laatste jaren steeds meer van
een non-profitinstelling naar een
`normaal' bedrijf. Dat heeft ook
zo zijn gevolgen voor de manier
waarop aan personeelsbeleid
wordt gedaan. Dat zegt Hugo
Casteleyn, CEO van het AZ Sint-
Blasius in Dendermonde en sinds
kort toegetreden tot het bestuur
van Novellas Healthcare.
De ziekenhuiswereld verandert
voortdurend. Welke evoluties ziet u in
de HR-behoeften van de sector?
Hugo Casteleyn: De laatste jaren zien
we een versnelling in een evolutie die al
langer aan de gang is. Artsen zijn meer en
meer actief in het ziekenhuis, maar toch
hebben we momenteel nog geen specifiek
HR-beleid voor artsen. Zo is er bijvoorbeeld
geen sprake van loopbaanbegeleiding voor
hen. Nochtans is dat wel nodig. We heb-
ben ook nood aan vorming voor medisch
leidinggevenden. De meeste ziekenhuizen
improviseren met deeltijdse functies, maar
dat is niet langer houdbaar nu ziekenhuizen
steeds meer `normale' bedrijven worden. Voor
de niet-artsen evolueren we van een eenvou-
dig beleid naar een echt ontwikkelingsbeleid.
Net afgestudeerde verpleegkundigen zijn niet
voorbereid op specifieke taken als bijvoor-
beeld wond zorg of palliatieve zorg. Dat leren
ze niet op school. De opbouw van kennis is
een taak die het HR-management op zich
moet nemen.
Welke functies zijn het moeilijkst in
te vullen?
Hugo Casteleyn: Bij de medici zijn een aan-
tal `klassiekers' moeilijk te vinden, hoewel
dit verschilt van ziekenhuis tot ziekenhuis:
geriaters, oncologen en endocrinologen.
Ook urgentieartsen blijven ­ door de evolu-
tie van de dienst spoedgevallen ­ voor pro-
blemen zorgen. Een specifiek probleem zijn
hoofdgeneesheren. Momenteel is onge veer
10% van de ziekenhuizen op zoek naar een
hoofdgeneesheer. Vroeger werd de arts met
de meeste anciënniteit of met de meeste we-
tenschappelijke publicaties hoofdgeneesheer.
Ongeacht of hij daar de andere noodzakelijke
competenties voor had. Die tijd ligt achter
ons, maar dat maakt het wel moeilijker om
geschikte kandidaten te vinden.
Een zelfde fenomeen doet zich voor bij de
hoofdverpleegkundigen. Bovendien is er hier
een financieel probleem. Het verschil in loon
tussen een hoofdverpleegkundige en een ge-
wone verpleegkundige is ­ als gevolg van de
Witte Woede ­ te klein geworden. Je moet
al echt een `roeping' hebben om ervoor te
kiezen. Je krijgt wel veel verantwoordelijkheid,
bijkomend werk en `ambras', maar niet de
financiële compensatie.
Een derde categorie mensen die we moeilijk
vinden zijn technische profielen, zoals bio-
technici. We lossen dat op door een deel van
de taken te outsourcen. Maar dat is niet voor
alles mogelijk en het is wel degelijk noodza-
kelijk een eigen technische dienst te hebben,
bijvoorbeeld voor het dagelijkse onderhoud van
het materiaal.
Wat zijn de grootste uitdagingen voor
het HR-management?
Hugo Casteleyn: Het is belangrijk dat we de
juiste mensen kiezen als hoofdgeneesheer en
hoofdverpleegkundige. En dat moet, zoals eer-
der gezegd, op een andere manier gebeuren dan
vroeger. Er zijn andere capaciteiten van belang
dan `de beste arts/verpleegkundige' zijn. Verder
moeten we personeel beter begeleiden in hun
loop baan. Er zal meer van de ene afdeling naar
de andere gegaan worden. Dat is een uit daging
voor de ziekenhuizen, maar het houdt ook
mogelijkheden in.
U bent onlangs toegetreden tot het
bestuur van Novellas Healthcare.
Waarom?
Hugo Casteleyn: Ik ben al vele jaren overtuigd
van het potentieel van samenwerking tussen de
zorgsector en de reguliere sector. Ik wil een brug
slaan tussen de non-profit- en de profitsector.
Novellas Healthcare behoort tot de reguliere
sector, maar bouwde toch ook al heel wat er-
varing op in de gezondheidssector. Het heeft
een imago van degelijke kwaliteit, een imago
dat ook bij ziekenhuizen hoort. Bovendien heeft
Novellas Healthcare heel wat ervaring in HR
in de medische sector (aanwerving en verdere
begeleiding) en daar ligt voor zieken huizen nog
een grote uitdaging.
Hugo Casteleyn
CEO AZ Sint-Blasius Dendermonde
De uitdaging is volgens
Raeymaekers om het
gebruik van het federale
eHealth-platform te
versnellen.
Positief is wel dat
door informatica de
geneeskunde veiliger wordt,
de kwaliteit beter kan
gecontroleerd worden en
de zorg betaalbaar kan
worden gehouden.