groot centrum is nooit ver weg. Het tijdverlies door transport is minimaal. We stelden toen vast dat België nood heeft aan minder centra, niet aan meer. Dat geldt vandaag nog steeds. Maar anno 2013 lijkt het hek van de dam." wel bij varen, denkt hij. "Een cath lab genereert ook bijkomende inkomsten via de eraan gekop- pelde forfaitaire vergoedingen in de klinische biologie, de apotheek enz. Medisch gesproken, voor de volksgezondheid, is dit een drama. Nu al is België koploper wat betreft het aantal PCI's. Niet alleen om rendabel te zijn is een minimum- omzet nodig maar ook om kwalitatief goede zorg te leveren, is een minimumomzet (ervaring) nodig. Aangezien de behoeften niet toenemen, drempel om een PCI te gebruiken, verlagen. Dat is niet wenselijk en niet onschuldig. Er is een zekere mortaliteit aan gekoppeld." Ondertussen is de perceptie bij de publieke opinie wel anders. Van Brabandt: "Een infarct- patiënt met de MUG naar een groot ziekenhuis brengen, geeft de indruk van zeer goede zorg. Dit is spectaculair en men denkt dat de out- come verbetert. In België klopt dat niet. of meer cardiologen die perfecte zorg afleve- ren. Ook als ze niet over een cath lab beschik- ken en minder doorverwijzen is het aantal overlijdens en heropnames na een acuut infarct dezelfde. De kans op een hartcatheterisatie stijgt met 50% als het ziekenhuis over een cath lab beschikt. Gezonder wordt de patiënt er niet van." < 1/10; Soms: > 1/1.000 en < 1/100; Zelden: > 1/10.000 en < 1/1.000; Zeer zelden: < 1/10.000; niet bekend: kan niet uit de beschikbare gegevens worden afgeleid. Systeem orgaan klasse/medDRA voorkeursterm Frequentie Voedings- en stofwisselingsstoornissen: Dehydratie: niet bekend - Zenuwstelselaandoeningen: Duizeligheid: soms - Hoofdpijn: soms - Smaakstoornissen: soms - Slapeloosheid: zelden - Oogaandoeningen: Wazig zien: soms - Glaucoom: zelden - Verhoogde oogboldruk: zelden - Hartaandoeningen: Atriumfi brilleren: soms - Supraventriculaire tachycardie: zelden - tachycardie: zelden - Hartkloppingen: zelden - Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: Faryngitis: soms - Stemstoornis: soms - Hoest: soms - Bronchospasmen: zelden - neusbloeding: zelden - laryngitis: zelden - Sinusitis: zelden - Maagdarmstelselaandoeningen: Droge mond: vaak - Gastrooesofagale reflux aandoening: soms - constipatie: soms - orofaryngeale candidiasis: soms - Intestinale obstructie, waaronder paralytische ileus: zelden - Gingivitis: zelden - Glossitis: zelden - Dysfagie: zelden - Stomatitis: zelden - Misselijkheid: zelden - tandcariës: niet bekend - Huid- en onderhuidaandoeningen, immuunsysteemaandoeningen: Huiduitslag: soms - Urticaria: zelden - Pruritus: zelden - overgevoeligheid (waaronder snelle reacties): zelden - Angio-oedeem: zelden - Huidinfectie, huidulcer: niet bekend - Droge huid: niet bekend - Skeletspierstelsel- en bindweefsel-aandoeningen: Zwelling van gewrichten: niet bekend - Nier- en urinewegaandoeningen: Dysurie: soms - Urineretentie: soms - Urineweginfectie: zelden beschrijving van geselecteerde bijwerkingen De vaakst geobserveerde bijwerkingen in gecontroleerd klinisch onderzoek zijn anticholinerge bijwerkingen zoals droge mond, wat voorkwam in 4% van de patiënten. In 28 klinische studies leidde een droge mond tot het staken van de behandeling bij 18 van de 9.647 met tiotropium behandelde patiënten (0,2%). Ernstige bijwerkingen eigen aan de anticholinerge effecten zijn onder andere glaucoom, constipatie en darmobstructie, met mogelijk paralytische ileus, en urineretentie. Andere speciale patiëntengroepen De anticholinerge bijwerkingen kunnen met de leeftijd toenemen. AFleveRINGSWIJZe Geneesmiddel op medisch voorschrift. HouDeR vAN De veRGuNNING vooR Het IN De HANDel bReNGeN Boehringer Ingelheim International GmbH Binger Straße 173 D-55216 Ingelheim am Rhein Duitsland NuMMeR vAN De veRGuNNING vooR Het IN De HANDel bReNGeN 4 Be236047 DAtuM vAN HeRZIeNING vAN De tekSt 11/2012 lokAle veRteGeNWooRDIGeR Boehringer Ingelheim Arianelaan 16 1200 Brussel verantwoordelijke uitgever: M. Connolly, Arianelaan 16, 1200 Brussel. kWANtItAtIeve SAMeNStellING Elke capsule bevat 22,5 microgram tiotropiumbromide monohydraat, overeenkomend met 18 microgram tiotropium. De afgeleverde dosis (de dosis die het mondstuk van de HandiHaler verlaat) is 10 microgram tiotropium. FARMACeutISCHe voRM Inhalatiepoeder in harde capsule. Lichtgroene capsules, langs de buitenkant bedrukt met de productcode TL 01 en het bedrijfslogo. tHeRAPeutISCHe INDICAtIeS Tiotropium is een bronchusverwijder, aangewezen als onderhoudsbehandeling om de symptomen van patiënten met chronisch obstructief longlijden (COPD) te verlichten. DoSeRING eN WIJZe vAN toeDIeNING Dosering Dit geneesmiddel mag alleen gebruikt worden door middel van inhalatie. De aanbevolen dosering voor tiotropiumbromide is een inhalatie van de inhoud van een capsule met behulp van de HandiHaler, eenmaal per dag en steeds op hetzelfde uur van de dag. De aanbevolen dosis mag niet worden overschreden. De tiotropiumbromide capsules mogen niet worden ingeslikt. Tiotropiumbromide mag alleen maar worden geïnhaleerd met de HandiHaler. Speciale patiëntengroepen oudere patiënten kunnen tiotropiumbromide in de aanbevolen dosering gebruiken. Patiënten met nierinsuffi ciëntie kunnen tiotropiumbromide in de aanbevolen dosering gebruiken. Voor patiënten met matige tot ernstige nierinsuffi ciëntie (creatinineklaring 50 ml/min) zie rubriek 4.4 en rubriek 5.2 in de "Samenvatting van de Productkenmerken". Patiënten met leverinsuffi ciëntie kunnen tiotropiumbromide in de aanbevolen dosering gebruiken. kinderen en jongeren: Gebruik bij kinderen en jongeren (onder de 18 jaar) is niet relevant binnen de indicatie zoals vermeld in rubriek "therapeutische indicaties". Wijze van toediening: om er zeker van te zijn dat dit geneesmiddel op de juiste manier wordt toegediend, moet de patiënt goed uitgelegd krijgen hoe de inhalator gebruikt moet worden, door een arts of een andere medisch deskundige. Instructies voor het gebruik van de inhalator: zie "Samenvatting van de Productkenmerken". CoNtRA-INDICAtIeS Tiotropiumbromide inhalatiepoeder is tegenaangewezen bij patiënten met een overgevoeligheid voor tiotropiumbromide, atropine of derivaten zoals ipratropium of oxitropium, of voor het excipiens lactose monohydraat, dat melkproteïnen bevat. bIJWeRkINGeN Samenvatting van het veiligheidsprofiel Van de genoemde bijwerkingen kunnen er vele worden toegeschreven aan de anticholinerge eigenschappen van SPIRIVA®. Tabel met de samenvatting van de bijwerkingen De frequenties, weergegeven in onderstaande tabel, zijn gebaseerd op onbewerkte incidentiecijfers van bijwerkingen (dat wil zeggen gebeurtenissen toegeschreven aan tiotropium) waargenomen in de tiotropiumgroep (9.647 patiënten) van 28 gepoolde placebo-gecontroleerde klinische door Boehringer Ingelheim en Pfizer. Dit promotioneel materiaal is enkel van toepassing voor SPIRIVA® HandiHaler® primaire PCI voor STEMI aan. Dokter Van Brabandt verwijst naar een re- cente publicatie van professor Frans Van De Werf (UZ Leuven) in de NEJM: een bloedklonteroplossend middel toegediend in de ambulance werkt even goed als primaire PCI. "Een pri- maire PCI is enkel aanbevolen bij een STEMI-infarct. En dit type aandoening is de laatste 20 à 30 jaar in volume gehalveerd zonder dat daar onmiddel- lijk een verklaring is. Medisch gezien is het dan toch totaal irrationeel om te evolueren naar meer PCI-centra in België. Dat leidt tot aanbodgestuurde zorg, tot nog meer onnodige coronaire dilataties." een Vlaamse bevoegdheid. Dus zit er aan het hele dossier ook een com- munautair tintje. "De wetgeving is nog ingewikkelder geworden," stelt Van Brabandt. "Een deel van de bevoegd- heden is regionaal en vergt dus een tus- senkomst van de Vlaamse overheid." ondertussen een erkenning als B1 en B2-centrum. Vele zullen volgen, vreest hij. Volgens Van Brabandt dienden alle Vlaamse ziekenhuizen een erken- ningsaanvraag in. Dokter Dirk De Wolf, adjunct-kabinetschef bij minister Van- deurzen, spreekt dat met klem tegen. "Er zijn een vijftal dossiers in behande- ling bij het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Wel is het nog altijd mo- gelijk om een aanvraag in te dienen", dixit De Wolf. Van Brabandt: "Minister Vandeurzen heeft nog niet beslist. Maar een cath lab in elk ziekenhuis is natuurlijk onzin en voor de volks- gezondheid zeer waarschijnlijk nadelig." hartcatheterisatie stijgt met 50% als het ziekenhuis over een cath lab beschikt. Gezonder wordt de patiënt er niet van. |