background image
De Specialist
13-6
10 april 2013
www.despecialist.eu
2
I
B
esparingen worden onder meer in de
cardiologie gezocht (de Specialist van
20 maart) en dat schiet heel wat art-
sen in het verkeerde keelgat. Die bezuinigin-
gen staan immers in schril contrast met de
hervormingsplannen die de overheid verleden
jaar zelf introduceerde in de cardiologie (de
Specialist van 4 juli 2012). De vrees bestaat
dat daardoor cath labs als paddenstoelen uit
de grond schieten. Zo'n lab kost al gauw
1,5 miljoen euro, de extra uitgaven bij het
gebruik niet inbegrepen.
Afschaffen?
Dokter Hans Van Brabandt, die als cardioloog
en onderzoeker verbonden is aan het federale
Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
(KCE), is het in grote lijnen eens met de kri-
tiek. Vooraleerst wijst hij op de evolutie van
de cardiologie. "Twintig jaar geleden bestond
er een zekere logica voor het bestaan van diag-
nostische B1-centra. Toen kwamen echter de
stents en konden diagnose en behandeling in
één tijd worden uitgevoerd. De logica voor een
alleenstaand diagnostisch centrum werd aldus
achterhaald."
Van Brabandt vindt dat het voor de overheid
het meest aangewezen is/was om de
B1-zorgprogramma's af te schaffen zoals
voorgesteld werd in het KCE-rapport uit
2005. Met de nieuwe KB's kiest het beleid
echter voor een tweede optie. "Wat mo-
menteel gebeurt, is dat de B1-centra gepro-
moveerd worden naar een B2-status en dat
daarenboven ook nog bijkomende A-centra
een B2-erkenning krijgen. Ook omdat er de
voorbije jaren al illegale coronaire dilataties
plaatsvonden in B1-centra. Eigenlijk regulari-
seert de nieuwe wetgeving dit nu. Het aantal
centra en dus ook het aantal dilataties zal nog
toenemen."
Transportprobleem
"Volgens onze politici zouden alle patiënten
overal en onmiddellijk toegang moeten hebben
tot de beste (lees: meest interventionele) zorg
",
aldus Van Brabandt. "En dus zou elk ziekenhuis
een primaire dilatatie bij een acuut myocard-
infarct moeten kunnen uitvoeren. Dat is echter
niet betaalbaar en ook niet wenselijk. Het
argument is dat zogezegd kostbare tijd verspild
wordt door de patiënt te transporteren. Dat is
juist in landen zoals Polen of de Verenigde Sta-
ten waar de afstanden enorm zijn. Voor België
klopt dat niet. In Mechelen, waar ik werk, zijn er
bijvoorbeeld al vijf
cath labs binnen een afstand
van 25 kilometer. Uit een KCE-rapport uit 2005
over infarctbehandeling bleek dat het geen
enkel voordeel biedt indien de patiënt onmid-
dellijk in een groot hartcentrum terechtkomt.
Ook de kleinere Belgische ziekenhuizen bieden
JS0506N
Meer
cath labs
leiden niet tot meer gezondheid
"De KB's op de cardiale zorgprogramma's van juni 2012 zijn vooral poli-
tiek geïnspireerd. Het aantal
cath labs zal toenemen maar de volksge-
zondheid wordt er niet beter van. Voor de ziekenhuizen is het financieel
interessant, de artsen zijn echter geen vragende partij. Een dienst moet
immers over drie interventiecardiologen beschikken die 24u/24u,
7 dagen op 7 permanentie garanderen."
UW SOCIO-PROFESSIONELE ACTUALITEIT
De vrees bestaat dat cath
labs als paddenstoelen uit
de grond schieten. Zo'n lab
kost al gauw 1,5 miljoen
euro, de extra uitgaven
bij het gebruik niet
inbegrepen.
Cardiologie in letters
Zoals wel meer disciplines wordt ook de cardiologie in ons land georganiseerd via hiërarchisch
georganiseerde zorgniveaus die een ziekenhuis al dan niet mag aanbieden. Daarmee tracht de wetgever te voorkomen dat elk ziekenhuis
elk type zware (en dus dure) medische apparatuur in huis haalt.
In de cardiologie onderscheidt men:
- een A-erkenning cardiologische basiszorg zonder invasieve chirurgie;
- een B1-label waarmee het centrum diagnostische onderzoeken (een catheterisatielab) kan aanbieden;
- een B2-erkenning waarmee het ziekenhuis over een PCI-centrum beschikt dat ook interventionele cardiologie mag doen;
- B3-ziekenhuizen tot slot zijn volwaardige hartcentra die ook coronaire chirurgie aanbieden.
De KB's uit 2012 beogen vooral de B1- en B2-centra beter te laten samenwerken.
G.V.
JS0506BN