cardiologie gezocht (de Specialist van 20 maart) en dat schiet heel wat art- gen staan immers in schril contrast met de hervormingsplannen die de overheid verleden jaar zelf introduceerde in de cardiologie (de Specialist van 4 juli 2012). De vrees bestaat dat daardoor cath labs als paddenstoelen uit de grond schieten. Zo'n lab kost al gauw 1,5 miljoen euro, de extra uitgaven bij het gebruik niet inbegrepen. en onderzoeker verbonden is aan het federale Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE), is het in grote lijnen eens met de kri- tiek. Vooraleerst wijst hij op de evolutie van de cardiologie. "Twintig jaar geleden bestond er een zekere logica voor het bestaan van diag- nostische B1-centra. Toen kwamen echter de stents en konden diagnose en behandeling in één tijd worden uitgevoerd. De logica voor een alleenstaand diagnostisch centrum werd aldus achterhaald." het meest aangewezen is/was om de B1-zorgprogramma's af te schaffen zoals voorgesteld werd in het KCE-rapport uit echter voor een tweede optie. "Wat mo- menteel gebeurt, is dat de B1-centra gepro- moveerd worden naar een B2-status en dat daarenboven ook nog bijkomende A-centra een B2-erkenning krijgen. Ook omdat er de voorbije jaren al illegale coronaire dilataties plaatsvonden in B1-centra. Eigenlijk regulari- seert de nieuwe wetgeving dit nu. Het aantal centra en dus ook het aantal dilataties zal nog toenemen." overal en onmiddellijk toegang moeten hebben tot de beste (lees: meest interventionele) zorg", aldus Van Brabandt. "En dus zou elk ziekenhuis een primaire dilatatie bij een acuut myocard- infarct moeten kunnen uitvoeren. Dat is echter niet betaalbaar en ook niet wenselijk. Het argument is dat zogezegd kostbare tijd verspild wordt door de patiënt te transporteren. Dat is ten waar de afstanden enorm zijn. Voor België klopt dat niet. In Mechelen, waar ik werk, zijn er bijvoorbeeld al vijf cath labs binnen een afstand van 25 kilometer. Uit een KCE-rapport uit 2005 over infarctbehandeling bleek dat het geen enkel voordeel biedt indien de patiënt onmid- dellijk in een groot hartcentrum terechtkomt. Ook de kleinere Belgische ziekenhuizen bieden tiek geïnspireerd. Het aantal cath labs zal toenemen maar de volksge- zondheid wordt er niet beter van. Voor de ziekenhuizen is het financieel interessant, de artsen zijn echter geen vragende partij. Een dienst moet immers over drie interventiecardiologen beschikken die 24u/24u, 7 dagen op 7 permanentie garanderen." labs als paddenstoelen uit de grond schieten. Zo'n lab kost al gauw 1,5 miljoen euro, de extra uitgaven bij het gebruik niet inbegrepen. georganiseerde zorgniveaus die een ziekenhuis al dan niet mag aanbieden. Daarmee tracht de wetgever te voorkomen dat elk ziekenhuis elk type zware (en dus dure) medische apparatuur in huis haalt. - een A-erkenning cardiologische basiszorg zonder invasieve chirurgie; - een B1-label waarmee het centrum diagnostische onderzoeken (een catheterisatielab) kan aanbieden; - een B2-erkenning waarmee het ziekenhuis over een PCI-centrum beschikt dat ook interventionele cardiologie mag doen; - B3-ziekenhuizen tot slot zijn volwaardige hartcentra die ook coronaire chirurgie aanbieden. |