background image
20
I
De Specialist
13-6
10 april 2013
www.despecialist.eu
Jarenlang hadden meewerkende echtgenoten
helemaal geen eigen rechten in het sociaal
statuut van de zelfstandigen. Deze situatie
kon aanleiding geven tot heuse drama's
in geval van bijvoorbeeld vroegtijdig
overlijden van de geholpen partner of een
scheiding. De meewerkende echtgeno(o)t(e)
had geen recht op enige sociale dekking
om de eenvoudige reden dat hij of zij
nooit had bijgedragen, wat maakte dat de
meewerkende echtgeno(o)t(e) kon verzeilen
in een situatie van extreme armoede na het
overlijden van de partner, ondanks het feit
dat hij of zij een leven lang had bijgedragen
tot het succes van de beroepsactiviteit van
het gezin. Deze onrechtvaardigheid werd
lange tijd aangeklaagd door de meewerkende
echtgenoten die ijverden voor een wettelijk
statuut. Dat was met name zo voor de
ASCAM, de Association des Conjoints Aidants
des Médecins et des Dentistes
. De vereniging
werd sindsdien ontbonden omdat aan haar
eisen ondertussen gevolg werd gegeven door
de overheid.
Vanaf 1 januari 2003 waren meewerkende
echtgenoten verplicht om aan te sluiten
bij een zogenaamd `ministatuut'. "Met
het ministatuut kreeg de meewerkende
echtgeno(o)t(e) recht op een sociale dekking
die verzekert tegen arbeidsongeschiktheid,
invaliditeit en bij moederschap
", aldus Anne
Lenelle van de RSVZ. In ruil daarvoor moest de
meewerkende echtgeno(o)t(e) zich aansluiten
bij hetzelfde sociaal verzekeringsfonds als
de geholpen echtgeno(o)t(e). Dit betekende
dat hij of zij sociale bijdragen moest betalen
die berekend werden in de vorm van een
percentage van het netto belastbaar inkomen
van de zelfstandige.
Mini of maxi?
Sinds 1 juli 2005 is het `maxistatuut' verplicht
voor alle meewerkende echtgenoten, met
uitzondering van wie geboren is voor 1956.
Tot in 2005 kon op vrijwillige basis worden
aangesloten bij dit maxistatuut. "Dit statuut
biedt een ruimere dekking die recht geeft op
bescherming in de domeinen van het pensioen,
de gezinsbijslagen, de gezondheidszorgen,
arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en
moederschap,
zo vervolgt Anne Lenelle. De
berekeningswijze van de bijdragen is eveneens
verschillend. Met het maxistatuut worden de
bijdragen berekend op basis van de eigen
inkomsten van de meewerkende echtgeno(o)t(e),
met andere woorden de inkomsten die
toegekend worden door de zelfstandige. De
twee inkomens van het gezin (meewerkend
en geholpen) worden dus gesplitst voor de
berekening van de bijdragen. In het geval van
het ministatuut worden de bijdragen berekend
op het totale beroepsinkomen van het gezin."
Voor wie?
De toepassing van het statuut van
meewerkende echtgeno(o)t(e) is
onderworpen aan een reeks voorwaarden.
In de eerste plaats moet men partner zijn,
dit wil zeggen gehuwd of verbonden door
een samenlevingscontract. Vervolgens
moet er sprake zijn van effectieve hulp
(regelmatig of minstens 90 dagen per jaar).
Tot slot mag de meewerkende echtgeno(o)t(e)
geen eigen inkomen hebben uit een
andere beroepsactiviteit, noch een
vervangingsinkomen dat recht geeft op een
volwaardige dekking in de sociale zekerheid.
Als deze drie voorwaarden vervuld zijn, dan
moet de meewerkende echtgeno(o)t(e) zich
aansluiten bij het sociaal verzekeringsfonds
van de partner en toetreden tot het
verplichte maxistatuut.
Alleen voor helpers van
natuurlijke personen
Er bestaan evenwel drie uitzonderingen die
het statuut van meewerkende echtgeno(o)t(e)
JS0501N
De meewerkende echtgenoot:
met uitsterven bedreigd?
Om u bij te staan in uw dagelijkse beroepsactiviteiten kunt
u misschien rekenen op de hulp van uw partner: telefonische
afspraken vastleggen, secretariaatswerk, onthaal van patiënten,
boekhouding, enz. Die hulp komt misschien goed van pas, maar
is zeker niet zonder gevolgen op sociaal en fiscaal niveau. Sinds
1 januari 2003 moest de meewerkende echtgeno(o)t(e) al
aansluiten bij het `ministatuut', sinds 1 juli 2005 is het `maxistatuut'
van toepassing. Mini, maxi, wat betekent dat en wat zijn de
voorwaarden? Een woordje uitleg is op zijn plaats...
ECONOMIE
"Het statuut is enkel van
toepassing op partners
van zelfstandigen die hun
activiteit als natuurlijk
persoon uitoefenen."
Volgens de meest recente cijfers van
het RSVZ opteerden 35.981 personen
voor het statuut van meewerkende
echtgeno(o)t(e) op 31 december
2011. 25.505 onder hen vielen
onder het maxistatuut. 90% van de
meewerkende echtgeno(o)t(e)n was
vrouw.
Hoeveel meewerkende
echtgeno(o)t(e)n zijn er in
België?