![]() Reproductieve Geneeskunde, UZ Brussel rijke rol voor cryopreservatie van zaadcellen en testisweefsel. ra- diotherapie en chemotherapie zijn uiterst nefast voor de fertiliteit. Alle gonadotoxische behandelin- gen kunnen een schadelijk effect wanneer een behandeling te starten, maar weten nooit hoe en wanneer een behandeling zal stoppen. Het is dus belangrijk om cryopreservatie bij alle mannen te overwe- gen die mogelijk een gonadotoxische behandeling dienen te ondergaan. gaan tot behandeling. Indien men na starten van chemo- therapie nog materiaal inlevert, bestaat theoretisch een verhoogde kans op aneuploïdie, verhoogde DNA-schade, mutagenese. Op basis van eerder beperkte case-series kan men wel stellen dat kinderen verwekt tijdens een chemo- therapie bij de man geen verhoogde kans op congenitale malformaties hebben. Er is verder geen verhoogd risico op spontane abortus. cryopreservatie uit te voeren bij stalen van slechte kwali- teit en bij verminderde kwantiteit, bv. eenmalige afname. Er dient ook overwogen te worden om testiculair weefsel bij prepubertaire jongens en azoöspermische mannen te preserveren. Niet alle patiënten zullen uiteindelijk gebruik maken van hun `ingebankt' materiaal. De verbruikscijfers variëren van 6 tot 17 percent. sieke geconcentratiecryoprotectantia en vervolgens trage tem- peratuurafname (± 1°C/min). Er ontstaat op die manier een geordend ijskristalrooster. Dit proces duurt ongeveer 2 uur. Bij vitrificatie gebeurt de cellulaire dehydratatie d.m.v. cryoprotectantia met hoge concentratie die niet penetreren. De vraag naar toxiciteit van deze hoge con- centratie blijft nog steeds onbeantwoord. Vervolgens is er een directe onderdompeling van het embryo in vloei- bare stikstof (± 1.300°C/min). Er ontstaat een glasachtige toestand zonder dat ijskristallen zich kunnen vormen. Dit duurt ongeveer 10 min. per embryo. dient steeds nagegaan te worden welke embryo's ingevro- ren worden. Meestal zijn het de overtallige embryo's met eenzelfde of een lagere implantatiekans als het embryo van de verse transfer. Bij publicaties over cryopreservatie van humane embryo's in klievingstadium zien we dat 70-80% van al deze embryo's overleven na dooien. Ongeveer 50% is volledig intact. De implantatiekans van deze embryo's is dezelfde als equiva- lente verse embryo's. Er is een trend voor hogere overleving met vitrificatie in sommige studies, maar een aangepaste slowfreezingmethode bekomt even hoge overlevingscijfers. ten overleven 80-90% van alle embryo's het dooiproces. De implantatiekans van deze embryo's is ook dezelfde als equivalente verse embryo's. Eenzelfde trend voor hogere overleving met vitrificatie wordt ook in sommige studies aangehaald maar een aangepaste |