background image
28
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 2
2013
Bij de diagnose van lichen planus van de vulva moet aan
de patiënt worden gevraagd of er nog andere letsels zijn
die ermee zouden kunnen samenhangen (lopen uw ogen?
Hebt u maaglast?).
Een topische behandeling met krachtige corticoïden is
efficiënt, zowel voor huidletsels (crème) als voor slijm-
vliesletsels (zalf). Het management van de behandeling is
hetzelfde als bij lS. Vaak moet de behandeling veel langer
worden voortgezet bij lP dan bij lichen sclerosus.
Als die behandeling geen resultaat oplevert en in geval
van een uitgebreide, sterk jeukende uitslag wordt een
korte kuur van corticoïden via algemene weg (0,5mg/kg/d
gedurende ongeveer één maand) aanbevolen als er geen
contra-indicatie is. Die dosering wordt daarna geleidelijk
verlaagd om een rebound na verbetering te vermijden.
In extreme gevallen worden soms ciclosporine of andere
biologische geneesmiddelen voorgeschreven. De evo-
lutie is wisselend, met opflakkeringen die moeilijk te
voorspellen zijn en een doorgaans beperkte omvang.
Maar er is geen echte regel en de behandeling wordt aan-
gepast volgens de uitgebreidheid en de evolutie van de
aandoening.
Referenties
1.
Cooper SM, Ali l, Baldo M, et al. the Association of lichen Sclerosus and Erosive lichen
Planus of the Vulva with Autoimmune Disease: a Case-Control Study. Arch Dermatol
2008.
2.
Baldo M, Bailey A, Bhogal B, et al. t cells reactive with the NC16A domain of BP180 are
present in vulval lichen sclerosus and lichen planus. JEADV 2009.
3.
Sherman V, McPherson t, Baldo M, et al. the high rate of Familial lichen Sclerosus
suggests a genetic contribution.
4.
Neill SM, lewis FM, tatnall FM, et al. British Association of Dermatologists' guidelines for
the management of lichen Sclerous 2010. Br J Dermatol 2010;163:672-82.
5.
Chi CC, Kirtschig G, Baldo M, et al. topical interventions for genital lichen sclerosus
(review). Cochrane library 2011, Issue 12.E-pub
6.
lewis FM, Pelisse M. Vulvar lichen planus: clinical aspects and guideline to management.
Eur J Gynaecol Oncol 2005;10:188-91.
7.
Quispel r, van Boxel OS, Schipper ME, et al. High prevalence of esophageal involvement in
lichen planus: a study using magnification chromoendoscopy. Endoscopy 2009;03.
8.
Martin l, Moriniere S, Machet M-C, et al. Bilateral conductive deafness related to erosive
lichen planus. trousseau Hospital & Bretonneau Hospital, France.
9.
Webber NK, Setterfield JF, lewis FM, et al. lacrimal Canalicular Duct Scarring in Patients
With lichen Planus. Institute of Dermatology and Guy's & St thomas' National Service
Foundation trust, london.
Figuur 9: Lichen planus van de aars.
Follow-up van de patiënten
·
De patiënten regelmatig volgen!
·
Om de twee maanden als de patiënt symptomatisch is.
·
Andere belangrijke plaatsen onderzoeken: hoofdhuid, huid, nagels, anus, vagina, vulva, penis, mond, gehoorgang, traankanaal.
·
Controle om de 6 maanden, zelfs als er geen symptomen zijn.
·
Aangezien het gaat om een auto-immuunziekte moeten verschillende laboratoriumparameters worden gecontroleerd.
lichen planus is één van de huidziekten
die een typisch histologisch beeld geven:
toename van het stratum granulosum,
lymfocytair infiltraat bovenaan in de
dermis, waardoor de basale membraan
een koepelvormig aspect aanneemt, en
vacuolisatie van de keratinocyten.