![]() 2. Department Gynaecologie Oncologie, Middelheim Ziekenhuis, Antwerpen tor voor de overleving van vrouwen met vulva-, cervix- en endometriumcarcinoom. Daarom is een volledige lymf- klierdissectie altijd een belangrijk onderdeel geweest van de chirurgische behandeling van het cervix-, vulva- en in mindere mate ook het endometriumcarcinoom. Uitge- breide lymfeklierdissectie is echter geassocieerd met veel morbiditeit (1). De ernst van de morbiditeit hangt af van de anatomische lokalisatie van de verwijderde lymfeklie- ren en van het ondergaan van postoperatieve radiothera- pie. Inguïnale lymfadenectomie is geassocieerd met in 30 tot 70 procent van de gevallen symptomatische lymfocè- les, open wonden, chronisch lymfoedeem van de benen en recidiverende erysipelas (2-4). Bovendien is langdu- rige postoperatieve ziekenhuisopname vaak noodzakelijk. Post operatieve radiotherapie kan een alternatief zijn voor pelvische lymfadenectomie bij een endometriumcarci- noom in stadium I. Deze therapie reduceert het aantal len treden therapiegerelateerde complicaties alsnog op (5). kelijk van het FIGO-stadium. De meerderheid van de vrou- wen met een gynaecologische tumor in een vroeg stadium heeft geen pelviene metastasen. Achteraf bekeken, zal uit- gebreide lymfadenectomie, met alle risico's op morbiditeit, dan een onnodige behandeling blijken te zijn. voorkomen. Wanneer op de SlN uitgebreid pathologisch onderzoek en immunohystochemische kleuringen (ul- trastaging) worden uitgevoerd, kunnen ook micrometa- stasen gevonden worden. Patiënten met positieve klieren voor micrometastasen, kunnen dan alsnog adjuvante therapie ondergaan (6). De SlN-procedure zou bij gynae- cologische tumoren een methode kunnen zijn om nauw- keuriger te stageren met minder complicaties. database werd uitgevoerd. In de vroege stadia van vulva-, endometrium- en cervixcarcinomen is de lymfklierstatus met hoge morbiditeitcijfers. De SLN-procedure zou een methode kunnen zijn om adequaat te stageren, maar met een veel lagere morbiditeit. De SLN-procedure bij het vulvacarcinoom in een vroeg stadium is geassocieerd met lage recidiefcijfers, een goede overleving, lagere morbiditeit en een korter postoperatief verblijf in het ziekenhuis. Daarom moet de SLN-procedure de standaardbehandelmethode zijn bij het unilateraal vulvacarcinoom in een vroeg stadium. In de literatuur is er nog discussie over de waarde van de SLN-procedure bij het cervixcarcinoom. De procedure is nog experimenteel bij het endometriumcarcinoom. De procedure is alleen beschreven in kleine studies. De detectiewaarden variëren sterk tussen de gebruikte injectieplaatsen en de gebruikte media. Bilaterale detectiewaarden zijn laag en worden niet in alle studies vermeld. Grote, multi-institutionele studies zijn nodig om de prognostische waarde en de validiteit van de SLN-procedure in het endometrium- en cervixcarcinoom te evalueren. |