38
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 2
2013
Ann-Sophie Page
G1603N
Quiz me quick
Ann-Sophie Page
1
, Aimée Bruinincx
2
, Geert Page
2
1. Dienst Obstetrie-Gynaecologie, Imelda Ziekenhuis, Bonheiden
2. Dienst Obstetrie-Gynaecologie, Jan Yperman Ziekenhuis, Ieper
B
ij een 52-jarige patiënte met
een voor
geschiedenis van
abdominale hysterectomie
omwille van fibro matosis uteri,
wordt een diagnostische laparo-
scopie verricht wegens een evolu-
tieve adnexiële cyste rechts.
Bij laparoscopie betreft het een
salpyn geale cyste die wordt geas-
pireerd en waarbij het cytologisch
onderzoek van het punctievocht
klasse 2 aantoont (enkele papillaire
epitheelcelgroepjes zonder atypie).
Het laparoscopisch venster toont
verder een rechter ovarium met
discrete oppervlakkige vegeta-
ties (
Figuur). Het volume van het
losliggend ovarium is normaal.
Overigens worden bij laparoscopie
geen andere laesies intra-abdominaal vast gesteld.
De klinische vraag is wat we doen met dergelijke bevinding?
Niets? Ovariële biopsie? Onmiddellijke laparoscopische adnexectomie? peritoneale cytologie?
We besloten peroperatoir tot het verrichten van enkele biopten van de ovariële cortex, zonder peroperatoire vries-
coupe of andere chirurgische stappen.
Bij een
televoting op de VVOG-website antwoordden 42 gynaecologen omtrent hun peroperatoir vermoeden:
11/42 (26%) vermoedde kwaadaardigheid, 31/42 (74%) goedaardigheid.
APO-resultaat: 2 fragmenten van 4 en 5mm. Het betreft ovarieel stroma met aan het oppervlak enkele papillaire
uitstulpingen met dens sclereuze stroma-assen bekleed met hyperplastisch sereus epitheel, zonder atypie.
Implicaties voor de praktijk: toevallig aantreffen van dergelijke papillaire laesies op het ovarieel oppervlak noopt
niet tot ablatieve chirurgie. Ovariële biopsiename is aangewezen wegens de bij
televoting aangetoonde klinische
onzekerheid.
Figuur: Rechter ovarium met discrete oppervlakkige vegetaties.