background image
33
I
A
ndrologic
·
V
ol
8
·
nr 4
·
2012
ken ontwikkeld, die de ingreep zeer
eenvoudig maken. In 1910 werd in de
JAMA (The Journal of the American As-
sociation of Medicine
) zelfs een artikel
gepubliceerd dat een circumcisieklem
aanprees die "zo eenvoudig is dat
mannen en vrouwen zichzelf konden
besnijden"!
Van 1875 tot 1950 bestond er in de
Verenigde Staten eigenlijk geen te-
genstand tegen het systematisch
besnijden. De meeste publicaties in
medische tijdschriften en tekstboeken
prezen de ingreep zelfs aan. Pas in
1949 werd deze praktijk voor het eerst
betwist in een publicatie van Gaidner,
met als titel The Fate of the Foreskin.
In 1963 noemde het editoriaal van het
gezaghebbende medisch tijdschrift
JAMA de houding van de medische
wereld paradoxaal en verwarrend, en
gaf het toe dat exacte gegevens in
verband met besnijdenis onbekend
waren. Dit editoriaal werd gevolgd
door heel wat publicaties van voor- en
tegenstanders. In 1969 vergeleek dr.
Robert P. Bolande in de New England
Journal of Medicine
de besnijdenis nog
met het wegnemen van amandelen,
twee onnodige ingrepen die hij "ritu-
alistic
" noemde.
Vanaf 1970 veranderde het klimaat
rond besnijdenis. In 1971 en 1975
verklaarde de Task Force on Circum-
cision
van de American Academy of
Paediatrics
: "...there are no valid medi-
cal indications for circumcision in the
neonatal period
". In 1978 werd de
houding van de American Academy of
Pediatrics
bijgetreden door het Ameri-
can College of Obstetricians and Gy-
necologists
. In 1983 beklemtoonden
beide groepen hun gemeenschappeli-
jke standpunt rond de kwestie.
Tot voor kort bewerkten deze duide-
lijke richtlijnen geen vermindering
in het systematische uitvoeren van
circumcisie bij pasgeborenen in de
Verenigde Staten. Wel verminderde
het aantal drastisch in andere Engels-
talige landen zoals Groot-Brittannië,
Nieuw-Zeeland, Canada en Australië.
Slechts de laatste jaren dalen de cijfers
ook in de Verenigde Staten voor neo-
natale circumcisie. De literatuur rond
circumcisie maakt echter duidelijk dat
de controverse nog steeds levendig is.
Op het internet vindt men een aantal
websites die het behoud en, indien
nodig, het herstel van de voorhuid
verdedigen. Het ligt niet in de bedoe-
ling van dit artikel om hierover stelling
te nemen, maar het kan niet ontkend
worden dat in een groot aantal (ook
westerse) landen, neonatale circum-
cisie nog altijd op grote schaal wordt
uitgevoerd.
c
Hina
, i
ndia
,
HeT
v
erre
o
osTen
, m
idden
-
en
Z
uid
-a
merika
In deze streken is de besnijdenis niet
gekend. In de boeddhistische en hin-
doeïstische landen staat de besnijde-
nis immers voor een aantasting van de
integriteit van het menselijk lichaam.
En hoewel in Midden- en Zuid-Ameri-
ka, met name bij de oorspronkelijke en
precolumbiaanse culturen, circumcisie
wel gekend was, zijn deze gebruiken
onder invloed van het christendom
volledig verdwenen.
Literatuur op aanvraag bij de schrijver
c
ircumcisie
geBeurt
in
de
v
erenigde
s
taten
Bijna
systematisch
,
enerzijds
vanuit
een
van
oudsher
panische
angst
rond
masturBatie
,
anderzijds
omwille
van
een
aantal
meer
moderne
`
medische
indicaties
',
zoals
het
lagere
risico
op
soa'
s
,
urineweginfecties
,
peniskanker
en
Baarmoederhalskanker
.
Hotline
r
IzIv
sChrApt
terugBetAlIng
voor
psA-
BepAlIngen
De Nationale Commissie Geneesheren ­ Ziekenfondsen heeft op 9 juli 2012 beslist om voor twee Riziv-artikelen de terugbetaling op nul te zetten.
Waarover gaat het: het betreft referenties 433311-433322 en 542835-542846 met betrekking tot de bepaling van Prostaat Specifiek Antigen (PSA),
respectievelijk volgens een RIA-techniek (artikel 18e) en volgens een immuno-enzymatische techniek (artikel 24) voor mannen vanaf 50 jaar zonder
familiale risicofactoren. Deze bepaling mocht om de twee jaar aangerekend worden.
Vanaf 1 augustus 2012 worden deze twee bepalingen echter niet langer terugbetaald, hun sleutelletter werd immers op nul gezet. De schrapping van de
twee prestaties is voorzien, maar zal de wettelijke weg moeten volgen.
Het doel van deze maatregel is een besparing door te voeren in het budget. De besparing bestaat uit twee onderdelen, met name het gewone
honorariumgedeelte dat tegen 25% wordt aangerekend, of 2,79 euro per bepaling, en het forfaitaire honorarium dat moeilijker in te schatten is. De
besparing voor een normaal jaar wordt geschat op een bedrag tussen tussen 3 en 5 miljoen euro.
De andere PSA-bepalingen voor de opvolging van prostaatkanker en voor de vroeg-opsporing bij mannen met familiale risicofactoren vanaf 40 jaar blijven
wel bestaan.
Omzendbrief VI nr 2012/297 van 20 juli 2012
HL00549