background image
27
I
A
ndrologic
·
V
ol
8
·
nr 4
·
2012
diabetes is niet erg groot. Omgekeerd
heeft een lage testosteronspiegel over
het algemeen een voorspellende waar-
de voor type 2-diabetes (11) en het
metaboolsyndroom (12, 13), ook al
zou niet zozeer de testosteronspiegel,
maar wel de SHBG-spiegel een echt
voorspellende waarde hebben voor
het metaboolsyndroom (14) en type
2-diabetes (15).
"Het is belangrijk om de testosteron-
spiegel bij die patiënten te meten
,
vervolgt Johan Svartberg (Tromsö,
Noorwegen) omdat de dikte van het
inti-ma-mediacomplex van de carotis
(16) en de dikte van de atheroomplaten
(17) toenemen naarmate de testosteron-
spiegel lager is.
" Het is overigens niet
onbelangrijk vast te stellen dat een
daling van de testosteronspiegel met
2,18SD gepaard gaat met een stijging
van de totale mortaliteit met 35% en
van de cardiovasculaire mortaliteit
met 25% (18).
Wil dat zeggen dat we die patiënten
testosteron moeten geven om hun
risico te verlagen? Er werd nog geen
gerandomiseerde, grootschalige stu-
die uitgevoerd om die vraag te be-
antwoorden. In dierexperimenteel
onderzoek werd evenwel aangetoond
dat toediening van testosteron de bot-
massa vrijwaart en zelfs verhoogt en
zo fracturen voorkomt, de massa, de
kracht en het uithoudingsvermogen
van de spieren, de lichamelijke vermo-
gens verhoogt en de seksuele functie
en de gemoedsstemming verbetert.
s
upplementen
: d
r
j
eKyll
And
m
r
h
yde
?
Toediening van testosteron gedurende
één jaar aan oudere mannen (60-80
jaar) verlaagt de vetmassa (p < 0,001)
en verhoogt de vetvrije massa (p <
0,01) (19) (Figuur 1) (20). Bij zwaarlij-
vige mannen stijgt de testosteronspie-
gel naarmate ze vermageren (21).
Toediening van testosteron aan type
2-diabetespatiënten heeft tegenstrij-
dige resultaten opgeleverd: verbe-
tering van het glucosemetabolisme
bij oude patiënten met een bewezen
diabetes (22), geen effect bij jongere
diabetespatiënten met een minder
hoge BMI en een hogere initiële tes-
tosteronspiegel (23). In een recentere
studie werd alleen een verandering
van de insulineresistentie aangetoond,
maar werd geen effect op de gluco-
separameters gemeten (24). In een
andere studie werd aangetoond dat
toediening van testosterongel bij dia-
betespatiënten de effecten van niet-
farmacologische maatregelen ver-
hoogt (25).
Wat het effect van testosteron op de
seksuele functie betreft, werd in een
recente meta-analyse aangetoond dat
testosteron een gering effect heeft
op de erectie, een matig effect op de
libido en ook metabole effecten heeft
(stijging van de Hb-spiegel en het
hematocriet, daling van de HDL-C-
concentratie) (20). "Het risico is wel-
iswaar klein, maar er moet toch reke-
ning mee worden gehouden. Als een
substitutietherapie wordt gestart bij
oudere mannen, zal dat immers voor
een lange periode zijn. Het effect van
de behandeling verdwijnt immers zeer
snel na stopzetting (20)."
Daarom
raadt de Council of the Endocrine So-
ciety
aan om het nut van testosteron-
supplementen bij elke patiënt apart te
evalueren als er klinische symptomen
zijn van androgeendeficiëntie, en na
exclusie van andere cardiovasculaire
risicofactoren (8).
m
oet
hypogonAdIsme
BIj
vrouwen
worden
BehAndeld
met
testosteron
?
"De eerste indicatie voor testosteron-
supplementen bij vrouwen is ongetwij-
feld een blijvend lage libido als dat een
sterke impact heeft op de levenskwa-
liteit",
zegt Susan Davis (Un. Monash,
Melbourne) en ze voegde er nog aan
toe dat een hypoactief seksueel ver-
langen minstens even zware gevol-
gen heeft als diabetes en lage rugpijn
(26). "Want het is niet omdat ze ge-
menopauzeerd zijn dat vrouwen geen
seksuele activiteit en geen specifieke
verwachtingen meer hebben. Geluk-
kig kon in goede, gerandomiseerde
studies het nut worden aangetoond
Figuur 3: A: voor behandeling: zeldzame,
atrofische parabasale cellen. B: na
behandeling: voltooide oppervlakkige en
intermediaire squameuze cellen.
1,0
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5
0 5 10 15 20
C
umula
tiev
e o
v
er
leving
Follow-up (jaren)
A
1,0
0,9
0,8
0,7
0,6
0,5
0 5 10 15 20
C
umula
tiev
e o
v
er
leving
Follow-up (jaren)
B
Q2-Q5
Q1
Q1
Q5
Q2, Q4
Q3
J Clin Endocrinol Metab 2010;95(2):740-7.
Figuur 4: Overleving zonder cardiovasculair accident per kwintiel van de totale
testosteronspiegel (A) of de concentratie biologisch beschikbaar testosteron (B) (=
Figuur 1 Laughlin).