![]() verliest zich in de mist van de prehis- torie. Over dit onderwerp bestaan er immers geen geschreven teksten uit deze periode. Wel doen sommige pre- historische tekeningen in grotten ver- moeden dat mannen doorgaans zon- der voorhuid door het leven gingen. Anderzijds staat het vast dat de ge- schiedenis van de besnijdenis begint bij de woestijnvolken. Water is schaars in de woestijn, en het fijne woestijnzand kruipt gemakkelijk onder de voorhuid, waar het irritatie veroorzaakt. Hygiëne kan een eerste reden geweest zijn om de voorhuid systematisch of ritueel te verwijderen. Verder is de besnijdenis bij de man ook verbonden met initiatieriten. Net zoals er bij meisjes bloed vloeit tijdens de eerste menstruatie, markeert bloed- verlies bij de jongen zijn initiatie tot de volwassenheid. In dit tweede deel bespreken we de gebruiken omtrent besnijdenis in Aus- tralië, zwart Afrika, Noord-Amerika, China, India, het Verre Oosten en Cen- traal- en Zuid-Amerika. snijden, maar waar het gebeurt, is het ritueel steeds publiek en beladen met grote betekenis. De plaats van de in- greep is verboden voor vrouwen. De witte en rode kleuren of met stro en bladeren. Er wordt een groot vuur aan- gemaakt en men danst terwijl men met wilde grimassen op het gezicht de jongen schrik probeert aan te jagen. Men brengt hem bij een kleiner vuur waar hij van kop tot teen met rode oker wordt ingesmeerd; men bindt zijn haar in en brengt hem terug bij het grote vuur. De jongen is nu gedeso- riënteerd en dodelijk bang. De ouderen benaderen hem en fluisteren hem de geheimen van het volk in. Bij sommige volken kan dit dagen duren. Wanneer het tijd wordt voor de in- greep, grijpen de dansers de jongen en dragen hem naar voren, terwijl het gezang een razend tempo neemt. Dan legt men de jongen op de ruggen van een aantal mannen die op de grond liggen om een `levende operatietafel' te vormen. Deze mannen houden de armen en benen van de jongen vast, terwijl een andere man op zijn borst zit. Om hem te beletten het uit te schreeuwen, wordt soms een haar- lok in zijn mond gepropt. Dan komt de besnijder naar voren met een mes uit vuursteen of kwarts. Wanneer de ingreep voorbij is, steekt de besnijder de voorhuid omhoog ter goedkeuring van de omstaande mannen. De jongen, die minstens verbijsterd is, en soms in shock, wordt door de mannen onder- steund. De wonde wordt verzorgd, en zodra het kan, wordt hem een speer of een schild, of enig ander jagersattri- buut in de handen gestopt. De besnij- denis symboliseert het begin van een lange periode van afzondering met geheimen van het volk. Een niet be- sneden jongen wordt bespot en `kleine jongen' genoemd door de oudere stamgenoten. riginals werd de voorhuid vroeger op verschillende manieren behandeld. Soms werd ze in een kistje naar het land van de vader gebracht, soms werd ze door de ouderen in een bron met waterlelies geworpen. In andere geval- len werd ze verbrand of in een jonge boom geperst in de hoop dat de boom, of de jongen zelf, zouden groeien en bloeien. Ook is beschreven dat de voorhuid werd ingeslikt, hetzij door de jongen zelf, hetzij door zijn broer of door de man die de besnijdenis had uitgevoerd. De antropoloog Ashley-Montagu stelt dat de besnijdenis bij de Zuid-Austra- lische volkeren toe te schrijven is aan de mythologische figuur Jurijurilja. Vol- gens de mythe slingerde dit primitieve dier een boemerang weg, die bij het terugkeren zijn voorhuid afstroopte en in dezelfde beweging doorheen de vul- va van zijn vrouwen ging. Zo worden in één enkele mythe zowel de besnijdenis als de menstruatiebloeding uitgelegd. voorkomt in Afrika, verliest het door de modernisering van de samenle- verschenen is in het kader van een speciaal dossier (Andrologic 8/3). |