background image
19
I
A
ndrologic
·
V
ol
8
·
nr 4
·
2012
onvoldoende sensitief om een be-
perkte gemetastaseerde ziekte te de-
tecteren bij lage PSA-waarden (12).
Bijgevolg worden deze technieken niet
aangeraden om deze patiënten te re-
stagen bij lage PSA-waarden (< 10ng/
ml). Nieuwere modaliteiten zoals po-
sitronemissietomografie (PET) lijken
veelbelovend door de mogelijkheid die
ze bieden om metastasen te detecte-
ren vanaf PSA-waarden boven de 1ng/
ml (13). De meest gebruikte modaliteit
is Choline-PET, met een sensitiviteit
van 38-98%. De sensitiviteit is voor-
namelijk afhankelijk van de absolute
PSA-waarde, PSA-verdubbelingstijd en
de histopathologische karakteristie-
ken van de primaire PK-tumor (14,15).
Momenteel wordt PET nog niet aange-
raden als standaardpraktijk aangezien
er nog geen prospectieve studies voor-
handen zijn (2).
r
esultAten
gerIChte
BehAndelIng
vAn
BeperKte
metAstAserIng
Chirurgie
De resultaten van chirurgie beperken
zich tot de resectie van lymfeklier-
metastasen met een biochemische
respons in 50-100% van de gevallen
(Tabel 1) (16-20). Er zijn geen studies
gepubliceerd over resectie van botme-
tastasen. Het gaat hier bijna steeds
over retrospectieve series met kleine
aantallen patiënten waarbij Choline-
PET/CT werd gebruikt als stagings tool.
Tevens werden niet enkel de Choline-
positieve klieren verwijderd, maar werden
er steeds ook naburige klieren verwij-
derd of vond er zelfs een uitgebreide
pelviene lymfeklierdissectie plaats.
De grootste prospectieve studie van Ri-
gatti et al. omvat 72 patiënten met een
PSA-herval na radicale prostatectomie
en positieve choline-PET/CT. Bij 57%
van deze patiënten werd een tijdelijke
biochemische respons vastgesteld. Na
3 jaar was de probabiliteit op PSA-con-
trole slechts 27,5%. De beste respons
werd bekomen bij patiënten met een
PSA < 4ng/ml, een tijdsverloop tussen
de primaire behandeling en herval van
langer dan 2 jaar en een pN0-status op
het moment van de primaire behan-
deling. De klinisch progressievrije drie-
jaarsoverleving bedroeg 61%. Hierbij
dient wel vermeld te worden dat meer
dan de helft van de patiënten toch een
adjuvante hormonale therapie kreeg
na resectie, wat een belangrijke con-
founding factor
is. Tevens ontwikkelden
22% van de patiënten een graad 3-bij-
werking ten gevolge van de ingreep
en was de Choline-PET vals positief in
17% van de gevallen.
Radiotherapie
Recent werden de eerste resultaten
van salvage SBRT voor beperkte klier-
en botmetastasen van PK gepubliceerd
(Tabel 2) (21-24). Een typisch voorbe-
eld van een SBRT-behandeling van een
kliermetastase is afgebeeld in Figuur 1.
Opnieuw gaat het hier om kleine re-
trospectieve reeksen waarbij Choline-
PET/CT als staging tool werd gebruikt.
Enkel in de studie van Berkovic et al.
(24) werden de meeste patiënten ge-
staged met 18-Fluorodeoxyglucose
(FDG)-PET. Alle studies rapporteren
een lokale ziektecontrole van > 95%
voor klier- en botmetastasen zonder
graad 3 bijwerkingen. De klinisch pro-
gressievrije tweejaarsoverleving be-
droeg ongeveer 40% in de studie van
Berkovic et al. (24). Het patroon van
klinisch herval in deze studie was in
meer dan 50% van de patiënten op-
nieuw beperkt tot 1-3 metastatische
lokalisaties, zodat een herbehandeling
met SBRT mogelijk was. Tevens werd
aangetoond dat palliatieve AD kon uit-
gesteld worden met een mediaan van
3 jaar. Indicaties voor het starten van
AD waren het ontstaan van meer dan
3 metastasen of het stijgen van het
PSA boven 50ng/ml, onafhankelijk van
het aantal metastasen (24).
Belangrijke beperkingen van deze ra-
diotherapiestudies zijn onder andere
een heterogeniteit in de gebruikte be-
stralingsdosissen, bestraalde doelvolu-
mes en definities van eindpunten.
d
IsCussIe
De natuurlijke progressie van een PSA-
herval bij prostaatkanker kan traag
verlopen. De mediane tijd tussen PSA-
herval en het ontstaan van metasta-
sen bedraagt ongeveer 8 jaar wanneer
enkel jaarlijkse klassieke beeldvormen-
de onderzoeken (botscan en röntgen-
opname) gebruikt worden (11). Het
PSA zal in dat geval meestal > 10ng/
ml bedragen op moment van vaststel-
len van metastasen. De huidige Euro-
pese richtlijnen voor het opstarten
van palliatieve AD bij gemetastaseerde
patiënten zijn nog steeds gebaseerd
op studies die enkel klassieke beeld-
vormende onderzoeken gebruiken
(2, 24). Door het gebruik van de nieu-
we beeldvormende technieken zoals
PET/CT worden metastasen gedetec-
teerd bij lagere PSA-waarden (< 5ng/
ml) en in een lager aantal (14).
De implementatie van deze moderne
Auteur
N
Mediane opvolging
Percentage vals
positieve PET
PSA-respons*
Schilling et al. (18)
10
11mo (mean)
30%
80%
Martini et al. (19)
8
NR
25%
50%
Rigatti et al. (15)
72
40mo
17%
57%
Rinnab et al. (17)
13
NR
31%
NR
Winter et al. (16)
6
24mo
0%
100%
* PSA response, ongeacht de definitie gebruikt in de studies.
Tabel 1: Overzicht van de salvage lymphadenectomieliteratuur bij prostaatkanker.