![]() lijkheid van een positieve screening vergeleken met mensen zonder hypo- gonadisme. Na aanpassing voor de body mass index en de Framingham- risicoscore, was de kans om een score te behalen die overeenstemt met een hoog OSAS-risico, 49% hoger bij man- nen met hypogonadisme (p < 0,0001). Deze studie toont dus een onafhan- kelijk verband aan tussen hypogona- disme en het verhoogde OSAS-risico. enigde Staten) bestudeerden het ef- fect van intramusculair toegediend testosteron undecanoaat op de symp- tomen van de lage urinewegen (LUTS, Lower Urinary Tract Symptoms). Die werden aan de hand van de IPSS- score (International Prostate Symptom Score) geëvalueerd bij 130 patiënten met LOH (late onset hypogonadism) totaal testosterongehalte kleiner of gelijk aan 3,5ng/dL en de aanwezig- heid van erectiestoornissen op basis van een SHIM-score (Sexual Health Inventory For Men) kleiner of gelijk aan 21. Testosteron undecanoaat werd gedurende 4,7 jaar om de drie maanden toegediend in een dosis van 1.000mg. De auteurs onderzochten ook of dit effect onafhankelijk was van het gebruik van een fosfodiësteraseremmer type 5 of een verandering in het gewicht. Uit de resultaten bleek dat het PSA lichtjes steeg en de prostaat groter werd, maar vooral dat de IPSS-score, die onafhankelijk was van een even- gelijktijdige gebruik van een fosfodiës- teraseremmer type 5, significant afnam. gebruiksveiligheid van testosteron bij patiënten van wie de prostaatkanker werd behandeld met radicale prostatec- tomie, radiotherapie of brachytherapie. In de studie van Kazuhito Matsushita et al. (New York, Verenigde Staten) kre- |