![]() 1950 Kraainem 02/785.07.20 www.rmnet.be Erik Briers gen, graad I-aanbeveling, wetenschappelijk vermoeden of zelfs gewoon een advies van een expert... Alles verloopt inmiddels via de heilige graal van de Evidence Based Medicine. Een blik op het verleden leert ons hoe we daar zijn geraakt, en hoezeer de geschiedenis van het wetenschappelijke en medi- sche denken een aaneenschakeling van soms tegenstrijdige posities is. Claude Bernard was een promotor van de experimentele geneeskunde. Hij voerde het concept de- terminisme in, dat hij als volgt beschrijft: "We weten steeds beter dat het zogenaamde determinisme van een fenomeen niets anders is dan de oorzaak die dat fenomeen bepaalt. Zo verkrijgen we dus ook de bestaansvoorwaarden van de fenomenen waarop de proefnemer moet inwerken om ze te doen veranderen". Een principe dat ernaar streefde om elke subjectieve of bovennatuurlijke factor uit te sluiten en zo de fenomenen van levende wezens te verklaren. nut heeft: "Statistiek kan alleen een kans geven, nooit een zekerheid. Als een fenomeen nog onbepaalde factoren inhoudt, kan ze worden gebruikt om een oplossing te benaderen, maar ze levert niet noodzake- lijk de wetenschappelijke waarheid op." In één moeite door maakte Claude Bernard ook komaf met de term `uitzondering', omdat die uitzondering op haar beurt ook bepalende oorzaken heeft. kleine cohort, laat staan een geïsoleerd geval, niet het minste nut. Wil dit dan zeggen dat de argu- menten van Claude Bernard volledig achterhaald zijn? We kunnen dit ogenschijnlijk filosofische debat doortrekken naar de dagelijkse praktijk. Het is waar- schijnlijk moeilijk om EBM systematisch te gebruiken aan het bed van patiënten. Het begrip `ge- kwantificeerde doeltreffendheid', dat in de geneeskunde op basis van bewijzen zo geliefd is, werd ingevoerd in het kader van klinische studies. Het is mogelijk dat het niet ipso facto kan worden geëx- trapoleerd naar een bepaalde patiënt. Geen statistisch significant verschil wil niet noodzakelijkerwijs zeggen dat er geen klinisch pertinent verschil is. Net zo zal een significant voordeel op statistisch vlak zich niet noodzakelijkerwijs vertalen in een uitgesproken verbetering van de toestand van de patiënt. nog steeds dat geneeskunde een kunst is waarin het klinisch gevoel de overhand heeft op de zuivere, harde en veralgemeende toepassing van aanbevelingen, zelfs al is het bewijsniveau van die aanbevelingen hoog. dagelijkse praktijk kan bepaalde problemen, zelfs conflicten veroorzaken. Sommigen zullen zelfs zo ver gaan om te beweren dat de alomtegenwoordigheid van EBM de spontaniteit en kwaliteit van de relatie binnen het ` ervaring en de houdingen of gewoonten die daaruit zijn voortgekomen. |