background image
Copyright
Varenslaan 6
1950 Kraainem
02/785.07.20
www.rmnet.be
Editorial
Tweemaandelijks - 6x per jaar
(speciale uitgaven inbegrepen)
Andrologic is een tijdschrift
uitgegeven voor urologen,
endocrinologen en specialisten
in andrologie-seksuologie
Oplage: 2.500 exemplaren
REDACTIE
Erik Briers
Pierre-Emmanuel Dumortier
Philippe Mauclet
Alex Van Nieuwenhove
PRODUCTIE
Laura Marlot
COÖRDINATIE
Liesbeth Mortier
MEDICAL DIRECTOR
Dominique-Jean Bouilliez
SALES MANAGER
Catherine Motte
sales@rmnet.be
PUBLICITEIT
Laurence Girasa
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER
Vincent Leclercq
JAARLIJKS ABONNEMENT
100
Alle rechten voorbehouden, inclusief vertalingen,
zelfs gedeeltelijk. Verschijnt eveneens in het Frans.
De uitgever kan niet verantwoordelijk worden
gesteld voor de inhoud van de artikels,die onder
de verantwoordelijkheid van de auteurs vallen.
Omwille van de snelle evolutie van de
medische wetenschap, is het aan te bevelen
de diagnostische richtlijnen en therapeutische
aanbevelingen extern te verifiëren.
3
I
A
ndrologic
·
V
ol
8
·
nr 4
·
2012
V1661N
A
lleen
mAAr
eBm
Bewijsniveaus A, gerandomiseerde vergelijkende studies, prospectieve studie, onderscheidend vermo-
gen, graad I-aanbeveling, wetenschappelijk vermoeden of zelfs gewoon een advies van een expert...
Alles verloopt inmiddels via de heilige graal van de Evidence Based Medicine. Een blik op het verleden
leert ons hoe we daar zijn geraakt, en hoezeer de geschiedenis van het wetenschappelijke en medi-
sche denken een aaneenschakeling van soms tegenstrijdige posities is.
Op het graf van Claude Bernard
Claude Bernard was een promotor van de experimentele geneeskunde. Hij voerde het concept de-
terminisme in, dat hij als volgt beschrijft: "We weten steeds beter dat het zogenaamde determinisme
van een fenomeen niets anders is dan de oorzaak die dat fenomeen bepaalt. Zo verkrijgen we dus ook
de bestaansvoorwaarden van de fenomenen waarop de proefnemer moet inwerken om ze te doen
veranderen".
Een principe dat ernaar streefde om elke subjectieve of bovennatuurlijke factor uit te
sluiten en zo de fenomenen van levende wezens te verklaren.
Niets op aan te merken, behalve dat Claude Bernard durfde zeggen dat statistiek slechts een beperkt
nut heeft: "Statistiek kan alleen een kans geven, nooit een zekerheid. Als een fenomeen nog onbepaalde
factoren inhoudt, kan ze worden gebruikt om een oplossing te benaderen, maar ze levert niet noodzake-
lijk de wetenschappelijke waarheid op."
In één moeite door maakte Claude Bernard ook komaf met de
term `uitzondering', omdat die uitzondering op haar beurt ook bepalende oorzaken heeft.
Dit gaat in tegen de principes die de aanhangers van EBM hardnekkig verdedigen: voor hen heeft een
kleine cohort, laat staan een geïsoleerd geval, niet het minste nut. Wil dit dan zeggen dat de argu-
menten van Claude Bernard volledig achterhaald zijn?
Aan het ziekbed
We kunnen dit ogenschijnlijk filosofische debat doortrekken naar de dagelijkse praktijk. Het is waar-
schijnlijk moeilijk om EBM systematisch te gebruiken aan het bed van patiënten. Het begrip `ge-
kwantificeerde doeltreffendheid', dat in de geneeskunde op basis van bewijzen zo geliefd is, werd
ingevoerd in het kader van klinische studies. Het is mogelijk dat het niet ipso facto kan worden geëx-
trapoleerd naar een bepaalde patiënt. Geen statistisch significant verschil wil niet noodzakelijkerwijs
zeggen dat er geen klinisch pertinent verschil is. Net zo zal een significant voordeel op statistisch vlak
zich niet noodzakelijkerwijs vertalen in een uitgesproken verbetering van de toestand van de patiënt.
Geneeskunde gaat over mensen en mag zich dus niet beperken tot p-waarden. Sommigen vinden zelfs
nog steeds dat geneeskunde een kunst is waarin het klinisch gevoel de overhand heeft op de zuivere, harde
en veralgemeende toepassing van aanbevelingen, zelfs al is het bewijsniveau van die aanbevelingen hoog.
"In medio virtus"
Misschien moeten we EBM als niet meer of minder dan een middel beschouwen. Het gebruik in de
dagelijkse praktijk kan bepaalde problemen, zelfs conflicten veroorzaken. Sommigen zullen zelfs zo
ver gaan om te beweren dat de alomtegenwoordigheid van EBM de spontaniteit en kwaliteit van de
relatie binnen het `
colloque singulier' tussen arts en patiënt in de weg kan staan. Dat wil daarom
nog niet zeggen dat we in navolging van de EBM niet eens moeten stilstaan bij onze geaccumuleerde
ervaring en de houdingen of gewoonten die daaruit zijn voortgekomen.
Philippe Mauclet