background image
16
I
A
ndrologic
·
V
ol
8
·
nr 4
·
2012
tatectomie en uitgebreide pelviene
lymfadenectomie bij patiënten met
lymfekliermetastasen die nadien niet
onmiddellijk androgeendeprivatiethe-
rapie of radiotherapie kregen. Bader
et al. (16) rapporteren een vijfjaars
kankerspecifieke overleving van 90
en 60% wanneer respectievelijk 1 en
2 lymfeklieren werden ingenomen.
Schumacher et al. (17) rapporteren
een tienjaars kankerspecifieke overle-
ving van 78,6 en 33,4% wanneer res-
pectievelijk 2 en > 2 lymfeklieren
zijn ingenomen. Het onmiddellijk op-
starten van androgeendeprivatiethe-
rapie in geval van minimale lymfklier-
metastasering en na het uitvoeren van
een radicale prostatectomie met uit-
gebreide lymfadenectomie is daarom
niet aan te raden (18).
Salvage lymfadenectomie
Salvage lymfadenectomie is het uit-
voeren van een lymfadenectomie na
het falen van een lokale behandeling
(radicale prostatectomie en/of radio-
therapie), waarbij een oplopend PSA
(prostaatspecifiek antigen) wordt
vastgesteld en waarbij de enige loca-
tie van metastasering zich situeert in
de lymfeklieren. Het uitvoeren van een
PET-CT (Positron Emissie Tomografie-
CT
) is zeer belangrijk voor het opspo-
ren van deze lymfekliermetastasen.
Het doel van het uitvoeren van een
salvage lymfadenectomie is het ver-
beteren van de lokale controle en het
uitstellen van het opstarten van an-
drogeendeprivatietherapie.
De chirurgische strategie aan het UZ
Gent is de volgende (internationale
richtlijnen ontbreken): indien er geen
voorafgaande pelviene lymfadenecto-
mie of pelviene radiotherapie plaats-
vond, wordt er overgegaan tot een
uitgebreide pelviene lymfadenecto-
mie, wat doorgaans laparoscopisch
gebeurt. Indien er reeds een pelviene
lymfadenectomie of pelviene radio-
therapie gebeurde, wordt overgegaan
tot selectieve verwijdering van de in-
genomen lymfeklier. Open chirurgie
heeft hier de voorkeur. Rinnab et al.
(19) rapporteren een normalisatie van
de PSA (< 0,2ng/ml) na salvage lymf-
adenectomie bij 6,7%, terwijl dit bij
Winter et al. (20) 50% bedraagt.
De grootste reeks studies over salvage
lymfadenectomie werd onlangs gepu-
bliceerd door Rigatti et al. (21). Hierin
werd vijf jaar na de salvage lymfa-
denectomie een kankerspecifieke over-
leving van 75% aangetoond. De me-
diane tijd voor het optreden van een
klinisch recidief bedraagt 42 maanden.
Wanneer een klinisch recidief de reden
is om androgeendeprivatietherapie op
te starten, kan er dus gesteld worden
dat salvage lymfadenectomie het op-
starten van androgeendeprivatiethera-
pie met ongeveer 3,5 jaar uitstelt. Ge-
zien de bijwerkingen (en de kostprijs)
van androgeendeprivatietherapie is dit
belangrijk.
Referenties
1.
Flanigan RC, Salmon SE, Blumenstein BA, et al.
Nephrectomy followed by interferon alfa-2b compared
with interferon alfa-2b alone for metastatic renal-cell
cancer. The New England journal of medicine. Dec 6
2001;345(23):1655-9.
2.
Mickisch GH, Garin A, van Poppel H, et al. Radical
nephrectomy plus interferon-alfa-based immunotherapy
compared with interferon alfa alone in metastatic
renal-cell carcinoma: a randomised trial. Lancet. Sep 22
2001;358(9286):966-70.
3.
Flanigan RC, Mickisch G, Sylvester R, Tangen C, Van Poppel
H, Crawford ED. Cytoreductive nephrectomy in patients
with metastatic renal cancer: a combined analysis. The
Journal of urology. Mar 2004;171(3):1071-6.
4.
Kavolius JP, Mastorakos DP, Pavlovich C, Russo P, Burt ME,
Brady MS. Resection of metastatic renal cell carcinoma.
Journal of clinical oncology: official journal of the American
Society of Clinical Oncology. Jun 1998;16(6):2261-6.
5.
van der Poel HG, Roukema JA, Horenblas S, van Geel AN,
Debruyne FM. Metastasectomy in renal cell carcinoma:
A multicenter retrospective analysis. European urology.
1999;35(3):197-203.
6.
Breau RH, Blute ML. Surgery for renal cell carcinoma
metastases.
Current
opinion
in
urology.
Sep
2010;20(5):375-81.
7.
Leibovich BC, Cheville JC, Lohse CM, et al. A scoring
algorithm to predict survival for patients with metastatic
clear cell renal cell carcinoma: a stratification tool for
prospective clinical trials. The Journal of urology. Nov
2005;174(5):1759-63; discussion 1763.
8.
Ljungberg B, Cowan NC, Hanbury DC, et al. EAU guidelines
on renal cell carcinoma: the 2010 update. European
urology. Sep 2010;58(3):398-406.
9.
Blute ML, Leibovich BC, Cheville JC, Lohse CM, Zincke H. A
protocol for performing extended lymph node dissection
using primary tumor pathological features for patients
treated with radical nephrectomy for clear cell renal cell
carcinoma. The Journal of urology. Aug 2004;172(2):465-9.
10. Boorjian SA, Crispen PL, Lohse CM, Leibovich BC, Blute ML.
Surgical resection of isolated retroperitoneal lymph node
recurrence of renal cell carcinoma following nephrectomy.
The Journal of urology. Jul 2008;180(1):99-103; discussion
103.
11. Alves A, Adam R, Majno P, et al. Hepatic resection for
metastatic renal tumors: is it worthwhile? Annals of
surgical oncology. Jul 2003;10(6):705-10.
12. Reddy S, Wolfgang CL. The role of surgery in the
management of isolated metastases to the pancreas. The
lancet oncology. Mar 2009;10(3):287-93.
13. Antonelli A, Cozzoli A, Simeone C, et al. Surgical treatment
of adrenal metastasis from renal cell carcinoma: a single-
centre experience of 45 patients. BJU international. Mar
2006;97(3):505-8.
14. Engel J, Bastian PJ, Baur H, et al. Survival benefit of radical
prostatectomy in lymph node-positive patients with
prostate cancer. European urology. May 2010;57(5):754-
61.
15. Schiavina R, Manferrari F, Garofalo M, et al. The extent
of pelvic lymph node dissection correlates with the
biochemical recurrence rate in patients with intermediate-
and high-risk prostate cancer. BJU international. Oct
2011;108(8):1262-8.
16. Bader P, Burkhard FC, Markwalder R, Studer UE. Disease
progression and survival of patients with positive lymph
nodes after radical prostatectomy. Is there a chance of
cure? The Journal of urology. Mar 2003;169(3):849-54.
17. Schumacher MC, Burkhard FC, Thalmann GN, Fleischmann
A, Studer UE. Good outcome for patients with few lymph
node metastases after radical retropubic prostatectomy.
European urology. Aug 2008;54(2):344-52.
18. Mottet N, Bellmunt J, Bolla M, et al. EAU guidelines on
prostate cancer. Part II: Treatment of advanced, relapsing,
and castration-resistant prostate cancer. European
urology. Apr 2011;59(4):572-83.
19. Rinnab L, Mottaghy FM, Simon J, et al. [11C]Choline PET/
CT for targeted salvage lymph node dissection in patients
with biochemical recurrence after primary curative therapy
for prostate cancer. Preliminary results of a prospective
study. Urologia internationalis. 2008;81(2):191-7.
20. Winter A, Uphoff J, Henke RP, Wawroschek F. First results
of [11C]choline PET/CT-guided secondary lymph node
surgery in patients with PSA failure and single lymph
node recurrence after radical retropubic prostatectomy.
Urologia internationalis. 2010;84(4):418-23.
21. Rigatti P, Suardi N, Briganti A, et al. Pelvic/retroperitoneal
salvage lymph node dissection for patients treated with
radical prostatectomy with biochemical recurrence and
nodal recurrence detected by [11C]choline positron
emission tomography/computed tomography. European
urology. Nov 2011;60(5):935-43.
g
oede
prostaatkankerspecifieke
overleving
is
aangetoond
na
radicale
prostatectomie
en
uitgeBreide
pelviene
lymfadenectomie
Bij
patiënten
met
lymfekliermetastasen
die
nadien
niet
onmiddellijk
androgeendeprivatietherapie
of
radiotherapie
kregen
.
d
e
chirurgische
strategie
aan
het
uz
g
ent
:
indien
er
geen
voorafgaande
pelviene
lymfadenectomie
of
pelviene
radiotherapie
plaatsvond
,
wordt
er
overgegaan
tot
een
uitgeBreide
pelviene
lymfadenectomie
,
wat
doorgaans
laparoscopisch
geBeurt
.