![]() selinge dood tijdens het sporten. Meestal betreft het cardiovasculaire oorzaken. er kunnen verschillende maatregelen worden genomen om de incidentie ervan te verlagen. er bestaat echter geen consensus over presportieve screening en er is veel discussie over wat een der- gelijke screening zou moeten omvatten. Meer bepaald, moet je naast een klassiek klinisch- cardiologisch onderzoek ook een ecg afnemen? We nemen de belangrijkste argumenten pro en contra door en bespreken de huidige situatie in België. gooit het leven van de familie overhoop gooit en beroert het publiek, vooral omdat het gaat om jonge gezonde mensen en omdat sporten eigenlijk goed is voor het hart- en vaatstelsel. geraamd op 0,5 tot 4,4 per 100.000 sporters (recreatieve en competi- tiesporters), in België dus 25-30 gevallen per jaar. Volgens de Britse vereniging Cardiac Risk in the Young sterven er per week 12 mensen jonger dan 35 jaar aan een niet-gediagnosticeerde hartziekte. Jonge- ren die sporten, zouden 2,8-maal meer kans lopen op een plotselinge dood dan jongeren die niet sporten. De sporten met het hoogste risico op plotselinge dood zijn voetbal en basketbal. Plotselinge dood treedt duidelijk vaker op bij mannen (sterker engagement? meer aandoenin- gen die plotselinge dood kunnen veroorzaken?) en in bepaalde rassen (hypertrofische cardiomyopathie bij zwarten, brugadasyndroom bij Zuid- oost-aziaten). Het mechanisme van de plotselinge dood is meestal een ventriculaire ritmestoornis die wordt veroorzaakt door de productie van catecholamines tijdens fysieke activiteit, die dan inwerken op een arit- mogeen substraat. Uitdroging, hyperthermie, ionenstoornissen en een hogere plaatjesaggregatie zouden daartoe kunnen bijdragen (1). ren samen. In 80-90% van de gevallen betreft het een cardiovasculaire oorzaak. Niet-cardiologische oorzaken zijn hitteslag, astma, longem- bolie, gebruik van illegale drugs... De frequentie van de verschillende oorzaken verschilt van studie tot studie en dat kan te maken hebben met selectiebias, andere populaties, de wisselende precisie van de pathologisch-anatomische onderzoeken, de diagnostische criteria, systematische screening... Daarom beperken we ons tot de frequentste. diomyopathie is een aandoening van het myocard die wordt ver- oorzaakt door mutaties van genen die coderen voor eiwitten van de sarcomeren. Dat resulteert in een desorganisatie van de vezels (`fiber disarray') met vaak hypertrofie van het myocard. Dat leidt tot functionele afwijkingen en ritmestoornissen. De incidentie van hypertrofische cardiomyopathie wordt geraamd op 1/500. het elektrocardiogram (10 tot 30 milliseconden voor de piek van de T-golf). Dat kan een ventrikelfibrillatie uitlokken. Commotio cordis komt vaker voor bij bepaalde sporten zoals karate, hockey en base- ball, maar er zijn ook incidenten gerapporteerd na een lichte stoot zoals van een pingpongballetje. traject van een kransslagader met een risico op compressie van de kransslagader bij inspanning, maar ook verworven aandoeningen zoals de ziekte van Kawasaki en vroege atherosclerose. spierweefsel is vervangen door fibroadipeus weefsel. De incidentie wordt geraamd op 1/5.000 (1/2.000 in Italië). aritmogene dysplasie van het rechterventrikel kan ritmestoornissen, syncopes en plotse- linge dood veroorzaken. |