background image
Percentiel
|
Vol 18
|
Nr 5
|
2013
11
Aanvullende onderzoeken
om een ritmestoornis
te objectiveren
Françoise Mascart
Kindercardiologie, dienst kindergeneeskunde, ChC, Liège
Bij vermoeden van een ritmestoornis moeten veel aanvullende onderzoeken wor-
den uitgevoerd, gaande van een eenvoudig ecg in rust over allerhande registraties van het
hartritme tot een invasief elektrofysiologisch onderzoek. Het doel is te bewijzen dat er een
correlatie bestaat tussen de ritmestoornissen en de symptomen. De oorzaak kan dan worden
achterhaald met een proeftherapie, een inspanningsproef, een genetisch onderzoek, echo-
grafie en Mri. De ernst en de frequentie van de symptomen bepalen de keuze, de volgorde
en de hoeveelheid onderzoeken. Het is evenwel belangrijk te volharden bij het zoeken naar
en de registratie van symptomen: "Wie niet zoekt, niet vindt."
P1074N
d O s s i e r : r i t M e s t O O r n i s s e n
Inleiding
Bij vermoeden van een ritmestoornis is een anamnese met een pre-
cieze beschrijving van de symptomen en de persoonlijke en familiale
voorgeschiedenis van het allergrootste belang. In de meeste gevallen
zal de anamnese ons op het juiste spoor zetten. Onze belangrijkste
bekommernis is echter alle nodige middelen in te zetten om aan te
tonen dat de symptomen en de klachten wel degelijk correleren met de
ritmestoornis. Het is dan ook even belangrijk aan te tonen dat er een
soms ernstige ritmestoornis is, als zo snel mogelijk aan te tonen dat de
hartkloppingen of symptomen niet toe te schrijven zijn een of andere
ecg-afwijking. Dat stelt de patiënt gerust en het dossier kan dan tijdelijk
worden gesloten. Het is immers altijd beter de patiënt te volgen. Ook bij
kinderen kunnen we immers diagnostische fouten maken en de sympto-
men verkeerd interpreteren.
Het onderzoek oriënteren
De aanvullende onderzoeken verschillen naargelang van de aard van de
symptomen, maar over het algemeen moet koste wat het kost worden
geprobeerd om de ritmestoornis te registreren. Wie niet zoekt, niet vindt.
De eersten die ons informatie kunnen geven, zijn vaak de verpleegkun-
digen op de spoedeisende hulp, die zo snel mogelijk een tracé zouden
moeten afdrukken (de aanvallen van tachycardie zijn soms erg kort):
een standaard-ecg, een ritmetracé... Wij hebben het geluk te kunnen
beschikken over monitoringapparaten met een geheugen, die soms ver-
bonden zijn met een centrale. Zo kunnen we terugkomen op een episode
van enkele uren geleden en kunnen we de veronderstelde ritmestoor-
nissen opnieuw analyseren (en afdrukken) (Figuur 1).
De meeste toestellen houden maar 24 uur in het geheugen. In het week-
einde bijvoorbeeld moeten twijfelachtige tracés worden afgedrukt en
bewaard in afwachting van de komst van de cardioloog. Die gegevens
zijn immers van onschatbare waarde. Soms wordt de diagnose gesteld
op een dienst voor polysomnografie (ecg-tracé tijdens het slaaponder-
zoek: figuur 2).
Of nog eenvoudiger: ik leer de ouders hoe ze de pols moeten nemen en
de hartfrequentie berekenen (een approximatief cijfer kan soms helpen
bij het diagnosticeren van hartkloppingen en kan de ouders meestal
geruststellen). Bij de bewaking van een supraventriculaire tachycar-
die bij zeer jonge kinderen vraag ik de ouders om zich een eenvou-
dige stethoscoop aan te schaffen en te leren hoe ze de hartfrequentie
kunnen tellen bij auscultatie (dat is gemakkelijker dan de pols nemen bij
een zuigeling). Ze kunnen zo bepaalde aanvallen van supraventriculaire
tachycardie op het spoor komen of zichzelf geruststellen als het kind
atypische symptomen vertoont. Er bestaan nu ook smartphone-apps
die de hartfrequentie vrij correct meten [Heart Fitness (Senscare) voor
iPhone en iPod].
Naargelang van de vermoedelijke diagnose, de frequentie en de ernst
van de symptomen worden aanvullende onderzoeken aangevraagd. Bij
een gereanimeerde plotselinge dood moet de patiënt uiteraard in het
ziekenhuis worden opgenomen en onmiddellijk cardiologisch worden
behandeld. Een kind dat 1 tot 2 keer per jaar ogenschijnlijk goedaardige
hartkloppingen vertoont, kan poliklinisch worden onderzocht (Tabel).