background image
De Specialist
13-20
11 december 2013
www.despecialist.eu
8
I
D
eze wettekst brengt een aantal voor-
stellen samen die gericht zijn op het
vergroten van de proactiviteit ­ een
echt modewoord ­ van de patiënt bij het
beheer van zijn gezondheidszorg en wil hem
tevens responsabiliseren ten aanzien van de
kostprijs. Om daartoe te komen, moet de pa-
tiënt volgens Laurette Onkelinx beschikken
over voldoende informatie, die hij gedurende
een bepaalde periode kan bestuderen.
Bovendien komt dit wetsontwerp tege-
moet aan de vereisten van de Europese
richtlijn 2011/21/EU van 9 maart 2011
over de toepassing van de rechten van de
patiënt inzake grensoverschrijdende zorg.
Deze wet "transparantie" bevat meer-
dere maatregelen die sinds deze zomer
werden uitgewerkt. Na discussies in een
werkgroep werden aanpassingen aan de
initiële tekst voorgesteld om tegemoet
te komen aan de kritiek van de betrokken
zorgverstrekkers: de artsen en de tand-
artsen. Niettemin was het debat over de
regelgeving zeer levendig tijdens de verga-
dering van het Verzekeringscomité van 18
november (lees De Specialist nr. 13-19).
Geconventioneerd.be
Het wetsontwerp voorziet in de uitwer-
king van een Riziv-website met daarop
een lijst van alle zorgverstrekkers met
hun status van toetreding tot akkoorden
en conventies. Dat biedt elke burger de
mogelijkheid om meteen en voorafgaand
over deze informatie te beschikken.
Een andere maatregel voorziet in een re-
geling van de problematiek van de supple-
menten gevraagd door zorgverstrekkers die
door andere voorschrijvers gevraagd worden
onderzoeken uit te voeren (biologische ana-
lyses, anatoompathologische of genetische
onderzoeken). Laurette Onkelinx wil vermij-
den dat de patiënt deze supplementen moet
betalen zonder dat hij weet wat de finan-
ciële repercussies zijn die een verwijzing van
deze onderzoeken met zich kan meebren-
gen. De artsen en de tandartsen menen dat
deze maatregel discriminerend is ten aan-
zien van de andere medische disciplines.
De minister van Volksgezondheid wil ook
de praktijk van voorschotten voor zorg-
prestaties reglementeren. Tijdens de dis-
cussies in de werkgroep verwierpen de
artsen het voorstel van een algemeen ver-
bod op het vragen van voorschotten. Ze
vinden dat de mogelijkheid om voorschot-
ten te vragen moet blijven bestaan voor
alle zorgverstrekkers en niet alleen voor
de geconventioneerden.
Al deze maatregelen moeten, volgens Lau-
rette Onkelinx, de begunstigde toelaten
om goed geïnformeerd op een proactieve
manier te handelen. Deze regelgeving geeft
tevens een wettelijke basis aan de veral-
gemeende verplichting om geschreven in-
formatie te verstrekken over de kostprijs
van gezondheidszorg die aan de patiënt
geleverd wordt en dat vooral vanuit het
oogpunt van de toepassing van de regeling
derde betaler en de geplande demateriali-
satie van de attesten voor verstrekte zorg.
Versterking van de macht van
de ziekenfondsen
De toekomstige wet wil de verzekerings-
instellingen tevens voldoende informatie
geven zodat ze de begunstigden beter
kunnen informeren, gidsen en raad ge-
ven, of dat ze zelfs hun belangen kunnen
verdedigen bij gerechtelijke stappen. Het
moet de begunstigde wapenen tegen het
probleem om te bewijzen dat hij geen per-
tinente en voldoende informatie verkreeg.
Namens de Bvas meent Marc Moens (lees
De Specialist nr. 13-19) dat de patiënten
uiteraard het recht hebben geïnformeerd
te zijn over de kostprijs van terugbetaalde
en niet-terugbetaalde prestaties. "Deze
informatie gaat de ziekenfondsen echter
niets aan", benadrukt de ondervoorzit-
ter van de Bvas. Een mening die volledig
gedeeld wordt door Roland Lemye, de
voorzitter van het artsensyndicaat. "We
hebben onze punten van kritiek op tafel
gelegd, maar daar houdt men geen reke-
ning mee. De tekst gaat zijn normale weg
verder ondanks onze bezwaren."
De artsen wijzen op de administratieve over-
last die de toepassing van deze regelgeving
met zich zal meebrengen. Andere betrokken
partijen maken zich er zorgen over of deze
nieuwe verplichtingen ook gelden voor de art-
sen die buiten het ziekenhuis werken. Of wor-
den zij ervan vrijgesteld? De initiële tekst moet
nog enkele aanpassingen ondergaan alvorens
het legislatief parcours voortgezet wordt.
Vincent Claes
JS0978N
Struikelblokken op de weg naar
transparantie
De leden van het Verzekeringscomité van het Riziv ­ waar
vertegenwoordigers van de ziekenfondsen en van de
zorgverstrekkers samen zitten ­ konden onlangs hun advies
geven over het wetsontwerp van Laurette Onkelinx waarmee
ze de financiële transparantie in de gezondheidszorg wil
verbeteren. De Bvas liet in niet mis te verstane termen zijn
ongenoegen horen over deze tekst die de zorgverstrekkers
nieuwe administratieve taken oplegt.
BEROEPSNIEUWS
Gedetailleerde patiëntenfactuur
De minister wil de patiënten eveneens informeren over de kosten van de
verstrekkingen door het attest van verstrekte zorg te wijzigen en door
het afleveren van een betalingsbewijs op te leggen. De werkgroep wijst erop
dat momenteel "op het reçu dat gehecht is aan het attest van zorg verstrekt
door een zorgverstrekker waarvan de activiteiten niet ondergebracht zijn in een
vennootschap, het bedrag wordt vermeld dat de verzekerde heeft betaald voor
terugbetaalde prestaties. Deze regel geldt voor alle artsen. De patiënt levert het
attest af bij zijn ziekenfonds. Sinds 1997 mag het reçu niet meer afgescheurd
worden, tenzij het de patiënt is die dat doet."
Er wordt voorgesteld om deze verplichting ook op te leggen aan artsen die
werken binnen het kader van een vennootschap, waarbij rekening gehouden
wordt met de verschillende fiscale verplichtingen. Het attest van verstrekte zorg
moet daarom aangepast worden. Dit systeem moet de ziekenfondsen toelaten
na te gaan of het engagement dat aangegaan wordt binnen het kader van het
medicomutakkoord gerespecteerd wordt. Deze controle behoort tot hun wettelijk
takenpakket. Het is nu aan de medicomut om duidelijkheid te verschaffen over
de gevolgen die zorgverstrekkers te wachten staan wanneer ze de tarieven niet
respecteren.
Bovendien bepaalt het wetsvoorstel dat een "patiëntenfactuur" afgeleverd moet
worden aan de ambulant verzorgde patiënt wanneer de regeling derde betaler
wordt toegepast, wanneer naast terugbetaalde prestaties ook niet-terugbetaalde
prestaties worden uitgevoerd en wanneer een uitgestelde betaling is toegestaan.
Daar komt bovenop dat de patiënt op de hoogte gebracht moet worden van de
aankoopprijs van het materiaal dat bij bepaalde prestaties gebruikt wordt om zo
de kostprijs en de gefactureerde prijs met elkaar te kunnen vergelijken. Om de
administratieve belasting te verminderen, vroegen de artsen en de tandartsen dat
ze er enkel toe gehouden zouden zijn het aankoopbedrag te vermelden voor de
prestaties en het materiaal dat voor de begunstigde bestemd is.
Deze wettekst brengt
een aantal voorstellen
samen die gericht zijn
op het vergroten van de
proactiviteit ­ een echt
modewoord ­ van de
patiënt bij het beheer
van zijn gezondheidszorg
en wil hem tevens
responsabiliseren ten
aanzien van de kostprijs.
58%
GROTE
verpakking van
84 tabletten
ook beschikbaar
Terugbetaling van
de combinatie
Ebixa
®
+ ChEI
MMSE <15 en
10
84
goedkoper*
voor de patiënt
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Ebixa 10 mg ­ 20 mg filmomhulde tabletten. Ebixa 5 mg/pompbeweging, oplossing voor oraal gebruik. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Elke
filmomhulde tablet bevat respectievelijk 10 mg of 20 mg memantine hydrochloride, overeenkomend met 8,31 mg of 16,62 mg memantine. Elke pompbeweging geeft 0,5 ml oplossing vrij welke 5 mg
memantine hydrochloride bevat wat overeenkomt met 4,16 mg memantine. FARMACEUTISCHE VORM Filmomhulde tabletten. Oplossing voor oraal gebruik. THERAPEUTISCHE INDICATIES Behandeling van
patiënten met een matige tot ernstige vorm van de ziekte van Alzheimer. DOSERING EN WIJZE VAN TOEDIENING De behandeling moet worden gestart door en onder toezicht staan van een arts die ervaring
heeft in de diagnose en behandeling van dementie van het Alzheimer-type. De behandeling mag alleen worden gestart indien een verzorger beschikbaar is voor regelmatige controle van de inname van het
geneesmiddel door de patiënt. De diagnose moet worden gesteld conform de huidige richtlijnen. De tolerantie voor en de dosering van memantine dient op regelmatige basis opnieuw te worden beoordeeld,
bij voorkeur binnen drie maanden na de start van de behandeling. Daarna dient op regelmatige basis het klinische effect van memantine en de tolerantie van de patiënt voor de behandeling opnieuw te worden
beoordeeld volgens de huidige klinische richtlijnen. De onderhoudsbehandeling kan worden voortgezet zolang het therapeutisch voordeel voldoende is en de patiënt de behandeling met memantine verdraagt.
Het stopzetten van memantine dient overwogen te worden wanneer het bewijs van een therapeutisch effect niet meer aanwezig is of als de patiënt de behandeling niet verdraagt. Ebixa dient eenmaal daags
te worden toegediend, elke dag op hetzelfde tijdstip. De oplossing en de filmomhulde tabletten kunnen met en zonder voedsel worden ingenomen. De oplossing mag niet rechtstreeks uit de fles in de mond
worden gegoten of rechtstreeks door middel van de pomp in de mond worden gepompt, maar moet op een lepel of in een glas water worden gedoseerd door gebruik te maken van de pomp. Volwassenen: Titratie:
De maximale dagelijkse dosis is 20 mg per dag. Om het risico op bijwerkingen te verlagen wordt de onderhoudsdosis bereikt door toenemende titratie in stappen van 5 mg per week gedurende de eerste 3 weken,
op de volgende wijze: Week 1 (dag 1-7): De patient dient 5 mg (overeenkomend met een halve filmomhulde tablet van 10 mg of één pompbeweging (0,5 ml)) per dag in te nemen, gedurende 7 dagen. Week 2
(dag 8-14): De patient dient 10 mg (overeenkomend met één filmomhulde tablet van 10 mg of twee pompbewegingen (1 ml)) per dag in te nemen, gedurende 7 dagen. Week 3 (dag 15-21): De patient dient
15 mg (overeenkomend met anderhalve filmomhulde tablet van 10 mg of drie pompbewegingen (,15 ml)) per dag in te nemen, gedurende 7 dagen. Vanaf Week 4: De patient dient 20 mg (overeenkomend met
twee filmomhulde tabletten van 10 mg, één filmomhulde tablet van 20 mg of vier pompbewegingen (2 ml)) eenmaal per dag in te nemen. Onderhoudsbehandeling: De aanbevolen onderhoudsdosis is 20 mg
per dag. Ouderen: Op basis van klinisch onderzoek is de aanbevolen dosis voor patiënten ouder dan 65 jaar 20 mg per dag (eenmaal daags één tablet van 20 mg, twee tabletten van 10 mg of 2 ml oplossing,
overeenkomend met vier pompbewegingen), zoals hierboven wordt beschreven. Kinderen en adolescenten: Bij gebrek aan gegevens met Ebixa over de veiligheid en werkzaamheid bij kinderen onder de 18 jaar,
wordt het gebruik van Ebixa bij kinderen afgeraden. Nierinsufficiëntie: Bij patiënten met lichte nierinsufficiëntie (creatinineklaring 50-80 ml/min) is geen aanpassing van de dosis nodig. Bij patiënten met matige
nierinsufficiëntie (creatinineklaring 30 - 49 ml/min) dient de dagelijkse dosis 10 mg (één tablet van 10 mg of 1 ml oplossing, overeenkomend met twee pompbewegingen) per dag te zijn. Indien deze dosering
na minstens 7 dagen goed wordt verdragen, kan de dosis volgens het standaard titratieschema worden verhoogd naar 20 mg/dag. Bij patiënten met een ernstige nierinsufficiëntie (creatinineklaring 5-29 ml/min)
dient de dagelijkse dosis 10 mg (één tablet van 10 mg of 1 ml oplossing, overeenkomend met twee pompbewegingen) per dag te zijn. Leverinsufficiëntie: Bij patiënten met een lichte tot matige leverinsufficiëntie
(Child-Pugh A en Child-Pugh B) is geen aanpassing van de dosis nodig. Er zijn geen gegevens beschikbaar over het gebruik van memantine voor patiënten met een ernstige leverinsufficiëntie. De toediening van
Ebixa is niet aangeraden bij patiënten met een ernstige leverinsufficiëntie. CONTRA-INDICATIES Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. BIJWERKINGEN In klinisch
onderzoek naar lichte tot ernstige dementie, waarbij 1784 patiënten met Ebixa behandeld werden en 1595 met placebo, verschilde de totale incidentie van bijwerkingen met Ebixa niet van die bij
de placebobehandeling, en deze bijwerkingen waren doorgaans licht tot matig ernstig. De meest voorkomende bijwerkingen die vaker in de Ebixa-groep voorkwamen dan in de placebogroep waren duizeligheid
(6,3% versus respectievelijk 5,6%), hoofdpijn (5,2% versus 3,9%), obstipatie (4,6% versus 2,6%), slaperigheid (3,4% versus 2,2%) en hypertensie (4,1% vs 2,8%). Hieronder wordt een overzicht gegeven van
de bijwerkingen die zijn waargenomen met Ebixa in klinisch onderzoek en sinds het op de markt brengen. Binnen iedere frequentiegroep worden de bijwerkingen gegeven in afnemende mate van ernst.
Bijwerkingen zijn gerangschikt volgens systeem/orgaanklassen, volgens de hierna volgende overeenkomst: zeer vaak (
1/10), vaak ( 1/100 en < 1/10), soms ( 1/1000 tot < 1/100), zelden ( 1/10.000 tot
< 1/1.000) zeer zelden (< 1/10.000) niet bekend (kan niet bepaald worden op basis van de beschikbare gegevens). Infecties en parasitaire aandoeningen: soms: schimmelinfecties. Immuunsysteemaandoeningen:
vaak: geneesmiddelenovergevoeligheid. Psychische stoornissen: vaak: slaperigheid. Soms: verwardheid, hallucinaties
1
. Niet bekend: psychotische reacties
2
. Zenuwstelselaandoeningen: vaak: duizeligheid,
evenwichtsstoornissen. Soms: abnormale loop. Zeer zelden: convulsies. Hartaandoeningen: soms: hartfalen. Bloedvataandoeningen:
vaak: hypertensie. Soms: veneuze trombose/trombo-embolie. Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen:
vaak: dyspnoe. Maagdarmstelselaandoeningen: vaak: obstipatie. Soms: braken. Niet bekend: pancreatitis
2
. Lever- en galaandoeningen:
vaak: verhoogde leverfunctietest. Niet bekend: hepatitis. Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: vaak:
hoofdpijn. Soms: vermoeidheid.
1
Hallucinaties zijn vooral waargenomen bij patiënten met een ernstige vorm van de ziekte van
Alzheimer.
2
Sporadische gevallen sinds het product op de markt is. De ziekte van Alzheimer is in verband gebracht met
depressie, zelfmoordgedachten en zelfmoord. Sinds het op de markt brengen, zijn deze voorvallen
gemeld bij patiënten die behandeld werden met Ebixa. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR
HET IN DE HANDEL BRENGEN
H. Lundbeck A/S. NUMMERS VAN DE VERGUNNING VOOR
HET IN DE HANDEL BRENGEN
10 mg 56 tabletten: EU/1/02/219/008. 20 mg 28 tabletten:
EU/1/02/219/024. 20 mg 84 tabletten: EU/1/02/219/030. 5 mg/pompbeweging, oplossing
voor oraal gebruik: EU/1/02/219/005. AFLEVERING Op medisch voorschrift. DATUM VAN
HERZIENING VAN DE TEKST
05/2012. Gedetailleerde informatie over dit product is verkrijgbaar
op de website van de European Medicines Agency (EMA) http://www.ema.europa.eu.
S
E
E
Y
O
U
S
O
O
N
O
N
T
H
E
M
O
O
N
-

e
b
i
-
0
0
4
-
2
2
o
c
t
2
0
1
3

N
L
www.lundbeck.be
20 mg
Ebixa
®
Publieksprijs
Remgeld
Gewoon
Voorkeur
20 mg x 28
86,24
11,60
7,70
20 mg x 84
194,05
14,50
9,60
10 mg x 56
83,15
11,60
7,70
10 mg/g - 50 g
75,23
11,60
7,70
06/11/2013
*Voor een verpakking van 84 x 20 mg, is het remgeld voor een gewoon verzekerde voor een dosis van 20 mg
Ebixa
®
58% goedkoper dan voor een dosis van 20 mg in de verpakkingen van Ebixa
®
28 x 20 mg of 56 x 10 mg
LUB_EBIX_13_ebi00422oct2013_AP_A4_Dosage20mg_V2_081113_Mise en page 1 08/11/13 14:58 Page2
PUB_250_317.indd 1
12/11/13 15:21