![]() behoort België tot de primussen van de klas: ons land beschikt Vinci Surgical Systems per inwoner, na de VS. Met behulp van die systemen kunnen chirurgen vanop afstand opereren, van- achter een computerconsole, en dat zou de patiënt ten goede komen. Waarom? Omdat artsen hun ingrepen zo preciezer kunnen uitvoeren, onder meer doordat de factor `tremor' buitenspel wordt gezet en het fulcrum effect (de verhindering van de natuurlijke hand-oogcoördinatie door de contra-intuïtieve bewegingen bij kijk- operaties) wordt omzeild. ook nadelen. Zo moeten de chirurgen én het verplegend personeel die de robot zullen gebruiken, een specifieke opleiding volgen vooraleer ze met het systeem aan de slag kunnen. Verder kunnen de artsen tijdens een robotgeassisteerde ingreep geen beroep doen op haptische feedback. Bovendien vragen de omvangrijke robot- installaties niet alleen logistieke aanpas- singen, het instrumentarium dat momen- teel compatibel is met de robots volstaat ook niet voor alle ingrepen. Het grootste pijnpunt op dit moment is het kostenplaatje. De gemiddelde aan- koopprijs van een robotsysteem bedraagt momenteel ruim 1,5 miljoen euro. Daar komen nog onderhoudskosten (circa 150.000 euro per jaar), investeringen in instrumentarium (1.000 à 1.500 euro per procedure) en kosten voor de opleiding van het personeel bij. Doordat de techniek vandaag de dag snel veroudert, zijn bo- vendien geregeld upgrades nodig om `bij te blijven'. geldverslindende investering verant- woord is in deze budgettair penibele tijden. Mocht de gezondheidswinst die robotsystemen opleveren ten opzichte van de huidige behandelingsopties aan- zienlijk zijn, was er geen twijfel mogelijk. Literatuuronderzoek toont echter aan dat ongebreideld optimisme nog niet op zijn plaats is. Voor zijn scriptie in het kader van het tweede jaar master in de geneeskunde nam Bert Dhondt (Universiteit Gent) de wetenschappelijke publicaties over het gebruik van robotica in de abdo- minale chirurgie onder de loep. Daar- uit concludeerde hij dat "de snelle en brede invoering van robotchirurgie niet ondersteund wordt door weten- schappelijke studies van voldoende kwaliteit om een significant voordeel aan te tonen ten opzichte van de huidi- ge `gouden standaard'-behandelingen". "Uit huidig onderzoek is immers nog niet gebleken dat robotchirurgie supe- rieure gezondheidsvoordelen oplevert voor de patiënt", aldus Dhondt. "Voor- lopig lijkt de techniek vooral nuttig bij complexe ingrepen die moeilijk uit te voeren zijn via een kijkoperatie en dus nog steeds via een klassieke open opera- tie gebeuren. In die gevallen kan een ro- bot het gebruik van minimaal-invasieve chirurgie uitbreiden." heel wat studies te wensen overlaten op het vlak van methodologie", gaat Dhondt verder. "Prospectief gerando- miseerd onderzoek naar de korte- en langetermijnresultaten van robotgeas- sisteerde chirurgie in vergelijking met open en laparoscopische chirurgie, in- clusief de implicaties op gezondheids- economisch vlak, is nodig om de vraag over kosteneffectiviteit beter te kunnen beantwoorden." Hoegenaamd zeker is evenwel dat de huidige nadelen van robotchirurgie geleidelijk aan zullen verdwijnen: de systemen worden steeds kleiner, op termijn wordt haptische feedback geïn- tegreerd en het assortiment aan instru- menten blijft groeien. "Daarnaast moet de komst van nieuwe producenten op de markt ervoor zorgen dat de kostprijs naar beneden gaat. Die concurrentie is essentieel voor de toekomst van de technologie in de gezondheidszorg", vult Bert Dhondt aan. "Ondertussen is het aan de chirurgische gemeenschap chirurgie. Op het eerste gezicht is dat een goede zaak, want de geavanceerde technologie verhoogt de precisie van minimaal- invasieve ingrepen. Weegt dat voordeel echter wel op tegen de enorme kostprijs? Voor abdominale chirurgie momenteel alvast niet, stelt masterstudent geneeskunde Bert Dhondt (U Gent) in zijn scriptie. ons land. "De Belgische onderbenut worden. op een moment waarop er absoluut geen wetenschappelijk bewijs bestond voor hun meerwaarde. Technologische snufjes zijn nu eenmaal aantrekkelijk, en een robot is goeie pr voor een ziekenhuis." Dat er zo weinig studies bestaan naar de efficiëntie van chirurgische robots, ligt de leverchirurg duidelijk op de maag. "De technologie bestaat al vijftien jaar, nieuw is ze dus niet. Dan verwacht je dat er een pak onderzoek naar is uitgevoerd. Maar dat is niet het geval. De producent van robots, die momenteel (nog) het monopolie op de markt heeft, wil daar niet in investeren. Waarom? Door de hoge kostprijs van ingrepen met assistentie van een robot zouden studies handenvol geld kosten. Bovendien is het niet zeker dat de resultaten positief zouden uitvallen. Dus houdt de firma het bij de ongestaafde bewering dat robotchirurgie superieur is..." Als overtuigd wetenschapper vindt dr. Troisi dat een doodzonde. "Voor sommige ingrepen, vooral in de urologie, is de robot een standaardprocedure geworden. Maar de beperkte beschikbare gegevens voor andere disciplines, zoals de leverchirurgie, tonen geen meerwaarde van robotgeassisteerde chirurgie ten opzichte van de klassieke methode. Vooraleer we robots daar op grote schaal kunnen inzetten, moeten verschillende studies de toegevoegde waarde zwart op wit aantonen." Daarom probeert het UZ Gent, dat sinds februari van dit jaar ook over een robot beschikt, zelf prospectieve onderzoeken op te zetten. Ook elders worden eigen onderzoeken gestart, al gebeurt dat slechts mondjesmaat. "Zoals gezegd kosten robotgeassisteerde ingrepen veel geld. En je kan patiënten toch niet laten betalen voor de deelname aan een studie?", aldus Troisi. "We moeten dus elders op zoek gaan naar fondsen, en dat is niet altijd even eenvoudig." Robots afschrijven doet Roberto Troisi evenwel niet. "Integendeel, ik ben ervan overtuigd dat ze op termijn rendabel zullen worden vanuit medisch-economisch standpunt, toch zeker voor bepaalde gevallen. Maar eerlijk is eerlijk: vandaag de dag is dat niet het geval." de omvangrijke robotinstallaties niet alleen logistieke aanpassingen, het instrumentarium dat momenteel compatibel is met de robots volstaat ook niet voor alle ingrepen. |