![]() stappenplan dat naar een nieuwe ziekenhuisfinanciering moet leiden. ging zetten en ook het Algemeen Syndicaat van België laat zich daarbij niet onbetuigd. Op 21 november organiseerde het Syndi- caat een symposium met als titel `All-in- ziekenhuisfinanciering: een controverse?' De grote opkomst bewees alvast dat het onderwerp leeft onder de artsen. Hij wees onder meer op de (te) ingewikkel- de nomenclatuur en op de niet altijd even eerlijke manier waarop de middelen tussen de ziekenhuizen verdeeld worden. Dokter Hueting: "Binnen de ziekenhuizen onder- handelen artsen en beheerders dan nog eens over de afhoudingen op de erelonen. Eigenlijk doet men het werk van de com- missie artsen-ziekenfondsen over op zie- kenhuisniveau." "Dat stimuleert de kwali- zich wel meteen af of een all-in-financier- ing de kwaliteit dan wel ten goede komt. Prof. Carine Van de Voorde (KU Leuven) stelde de vergelijkende studie over zieken- huisfinanciering die het federale Kennis- centrum uitvoerde in opdracht van minis- ter van sociale zaken en volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS) in vijf landen voor. Prof. Lieven Annemans (UGent en Brussel) bekeek het thema door een gezondheids- economische bril en prof. Johan Kips deed dat vanuit het standpunt van de artsen. BVAS ter en huidig bestuurslid dokter Robert Rutsaert kleur aan het symposium. Zijn uiterst kritische, maar onderbouwde ana- lyse van de huidige gebreken in de zieken- huisfinanciering zorgde af en toe voor ophef in de zaal. Hij brak het ijs door erop te wijzen dat poliklinieken in alle zieken- huizen deficitair zijn. "Erger nog, hoe meer raadplegingen er gebeuren, hoe meer de tekorten oplopen. Vandaag de dag zou het dus beter zijn de kosten van de polikliniek op te nemen in het Budget Financiële Mid- delen (BFM). Dat moet juridisch kunnen, vond de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, die daarover destijds ondervraagd werd. Ambulante verzorging binnen het ziekenhuis kan beschouwd worden als een ziekenhuisactiviteit en toepassing", aldus dokter Rutsaert. Namens het ASGB bepleitte hij een fi- nanciële opwaardering van de ziekenhuis- raadpleging. "Dat stuit echter al jaren op het negatieve antwoord van de BVAS. Zij vinden dat een prestatie dezelfde finan- ciële waarde moet hebben, ongeacht of ze nu binnen dan wel buiten het zieken- niet voor de forfaitaire honoraria in de klinische biologie, want die liggen hoger in het ziekenhuis dan in de extramurale labo- ratoria," voegde hij er ironisch aan toe. men een heikel punt dat al een decennium meegaat. Rutsaert: "Mini- en maxi-forfaits worden aangerekend bij daghospitalisaties, zoals voor het toedienen van een infuus of een cytostaticum." Zoals bijgaande tabel verschillen. "Al tien jaar weet men dat," legt dokter Rutsaert uit. "Zo varieert de waarde van het mini-forfait tussen 31 en 140 euro. In het UZ van Luik bedraagt het 140 euro, in het UZ Leuven 89 euro en in de ziekenhuizen van de Gasthuiszusters Antwerpen (GZA) is het mini-forfait goed voor 58,11 euro." Inzake het maxi-forfait zijn de variaties tus- sen de ziekenhuizen eveneens zeer groot: van 63 tot 280 euro. "Ook hier spant het UZ Luik met 281 euro de kroon. Het UZ Leuven houdt het bij 177 euro en de ziekenhuizen van de GZA-instellingen ontvangen een maxiforfait van 113,26 euro." Het Belgische gemiddelde bedrag voor een maxiforfait bedraagt 114 euro. Het Vlaamse gemiddelde ligt tien euro lager, Wallonië zit er 6 euro boven en de ziekenhuizen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest scoren zelfs 20 euro boven het landelijke cijfer. De om- standigheden in verband met het mini-for- fait zijn vergelijkbaar. Robert Rutsaert: "Om hier een limiet op te stellen, is het ASGB er voorstander van om elk ziekenhuis een- zelfde bedrag te geven, met name het Bel- gische gemiddelde voor het mini- en maxi- forfait. Alleen daardoor al is een besparing van tien miljoen in de ziekenhuisfinanciering gaven voor mini- en maxi-forfaits." Gezien de grote regionale verschillen voor deze zeer gestandaardiseerde voorzieningen noemde Rutsaert het "niet realistisch" om een all-in ziekenhuisfinanciering uit te werken voor de duizenden andere APR-DRG's. "Dat zou naar mijn oordeel de problemen enkel exponen- tieel vergroten." Vergelijkbaar met deze forfaits zijn de regio- nale verschillen die er bestaan in de grootte van het dialyseforfait bij eenzelfde behan- deling. De variatie ligt hier tussen 126 en 178 euro. registratiesystemen waarop nochtans de verdeling van een groot deel van de finan- ciële middelen gebaseerd is. "Er is bijvoor- beeld weinig controle op de registratie van de Minimale Klinische Gegevens (MKG). Bovendien varieert ook de kwaliteit van de controles sterk en zijn er geen sancties voorzien. Vrijwel alle ziekenhuizen kennen de zogenaamde `DRG-creep', de neiging pathologieën op te waarderen en hoger te coderen, zodat ook het prijskaartje wordt opgedreven." Een klassieker is voorts dat het ziekenhuisbeheer en de artsen finan- cieel voordeel doen aan het optreden van complicaties bij de behandeling van op- genomen patiënten. Rutsaert: "Ik beweer niet dat men opzettelijk knoeit met de gegevens, maar tussen extreem zorgvuldig en extreem slordig werken, ligt ook een grijze zone." De manier waarop met Mini- male Verpleegkundige Gegevens (MVG) wordt omgesprongen, bestempelde dok- ter Rutsaert als "ronduit misdadig". Bij wijze van uitsmijter wees de Antwerpse nefroloog erop dat ziekenhuizen die zeer goedkoop werken bij een bevalling gepe- naliseerd worden. Robert Rutsaert: "Zo hebben Joodse patiënten de gewoonte om al de eerste dag na de bevalling naar een zorginstelling te gaan. De ligduur in het ziekenhuis bedraagt dan slechts één dag. En dus wordt het ziekenhuis gepenaliseerd omdat dit als kleine uitschieter een on- terechte opname zou zijn!" vele gebreken oplossen. Veel beter zou zijn de uitwassen van het huidige systeem aan te pakken. Dat op zich zou al tot heel wat besparingen leiden." Dat zegt voormalig ASGB-voorzitter en huidig bestuurslid Robert Rutsaert. van om elk ziekenhuis eenzelfde bedrag te geven, met name het Belgische gemiddelde voor het mini- en maxiforfait. Alleen daardoor al is een besparing van tien miljoen in de ziekenhuisfinanciering mogelijk. registratiesystemen waarop nochtans de verdeling van een groot deel van de financiële middelen gebaseerd is. |