background image
De Specialist
13-20
11 december 2013
www.despecialist.eu
16
I
JS0949N
Saint-Luc:
een nieuwe 3D-robotscanner in
de operatiezaal
ZIEKENHUIS ACHTER DE SCHERMEN
E
en robot in de operatiezaal? We
kennen robots vooral vanuit de au-
tomobielsector, maar tegenwoordig
doen ze ook steeds meer hun intrede in
het operatiekwartier. Zo beschikken de
Cliniques Universitaires Saint-Luc sinds
2010 over een robotarm, de Artis Zeego I
van Siemens, die tijdens de operatie ra-
diogrammen maakt, waardoor de ingreep
met hoge precisie kan worden uitgevoerd.
Het toestel was hoofdzakelijk bedoeld
voor cardiovasculaire chirurgie (plaatsen
van pacemakers, stents, hartkleppen...),
maar ook voor neurochirurgie (plaatsen
van gesteelde schroeven, intracraniële
elektroden...).
Volgens prof. Christian Raftopoulos stellen
de percutane technieken de chirurgen voor
bepaalde problemen, waaronder de anato-
mische oriëntatie: "aangezien we niet goed
zien wat we doen, maken we vaker gebruik
van radioscopie waardoor de patiënt meer
bestraling dient te verwerken. Er was dus
nood aan een betere intraoperatieve beeld-
vorming, een betere manier om de instru-
menten te hanteren en vooral een betere
kwaliteitscontrole tijdens de operatie. Deze
werkwijze werd al veel langer toegepast
binnen de automobielsector... De mens
schuift naar de achtergrond en het grootste
deel van het werk wordt steeds vaker ver-
richt door robotarmen die de bewegingen
tot op de millimeter nauwkeurig uitvoeren.
We hadden nood aan dit soort techniek:
een onvermoeibare robot die exact doet
wat de arts vraagt!"
Een eigen zaal
Aangezien hart- en neurochirurgen be-
hoefte hadden aan een grotere intraope-
ratieve kwaliteitscontrole en betere han-
teerbaarheid van hun instrumenten, werd
uiteindelijk besloten om deze nieuwe ope-
ratiezaal in te richten, in samenwerking
met de dienst orthopedie.
Voortaan is zaal 19 uitgerust met een
Zeego van de tweede generatie en een
ultramodern navigatiesysteem. Dit hoog-
technologisch apparaat wordt binnen de
neurochirurgie gebruikt door het team
van prof. Raftopoulos en voor orthopedi-
sche doeleinden door prof. Xavier Banse.
Wat orthopedie betreft: 80% van de in-
grepen in deze operatiezaal zal betrekking
hebben op degeneratieve aandoeningen
van de wervelkolom. De overige 20% zijn
operaties in het kader van breuken, kanker
en infecties van de wervelkolom.
"De scanner is uitgerust met een zender en
een omvangrijke ontvanger. We beschikken
over beelden van hoge kwaliteit, die boven-
dien behoorlijk groot zijn, waardoor we de
volledige wervelkolom kunnen controleren
tijdens de operatie", aldus Xavier Banse.
"Jammer genoeg zijn we bij scoliosen nog
steeds genoodzaakt een heel grote incisie
te maken om de implantaten te plaatsen.
Deze operaties nemen soms meer dan 6
uur in beslag en gaan nog altijd gepaard
met erg veel complicaties."
Eén van de voordelen van dit toestel is
de betere beeldkwaliteit bij een lagere
stralingshoeveelheid, waardoor de patiën-
ten minder vaak een tweede operatie
moeten ondergaan. "Het toestel biedt ons
ook de mogelijkheid om operaties uit te
voeren die we vroeger niet aandurfden,
zoals hangman's fractures (2
e
nekwervel)",
voegt hij eraan toe.
Voortaan kunnen de beelden die de
camera registreert bijvoorbeeld worden
gekoppeld aan een preoperatieve MR-scan
­ en dit alles zonder dat de zieke de ope-
ratiezaal hoeft te verlaten. De voordelen
hiervan zijn een grotere veiligheid, tijd-
winst en een verbeterde patiëntenstroom.
Dit soort koppeling van beelden maakt het
ook mogelijk om bepaalde ingrepen on-
der verdoving uit te voeren waarvoor de
patiënt vroeger wakker diende te blijven.
"Tegenwoordig zien we bijvoorbeeld heel
nauwkeurig waar de intracraniële elektro-
den zich bevinden. Vroeger moest de pa-
tiënt wakker blijven, omdat we de positie
van de elektrode moesten controleren op
basis van de klinische respons. Bovendien
is een patiënt onder narcose minder gestres-
seerd", vertelt de neurochirurg enthousiast.
Een geslaagde samenwerking
De Zeego II is volgens het ziekenhuis het
eerste toestel van zijn generatie dat in
België wordt geïnstalleerd, en het derde we-
reldwijd (na de Verenigde Staten en China).
Wat echter uniek is, is het feit dat de scan-
ner speciaal wordt ingezet voor neurochi-
rurgie en orthopedie. "Over het algemeen
komt zo'n toestel terecht in operatiezalen
waar tal van ingrepen worden uitgevoerd",
vervolgt de orthopedist. "Hier is alles speci-
fiek gericht op het uitvoeren van ingrepen
aan de wervelkolom en de schedel, en niet
op vasculaire ingrepen. Dat blijkt bijvoor-
beeld uit de opstelling van het apparaat en
de operatietafel, het soort tafel enz. Een der-
gelijke samenwerking komt niet vaak voor
en we zijn er dan ook erg trots op!"
De renovatie van de operatiezaal en de
ultramoderne radiologie- (1 miljoen euro)
en navigatieapparatuur (300.000 euro)
heeft samen 1.850.000 euro gekost, een
bedrag dat voor 50% door het mecenaat
werd gefinancierd. De eerste ingreep vond
plaats op 2 oktober 2013.
Martine Versonne
De `robotchirurg' in de kinderschoenen
"De verbeteringen op het vlak van orthopedische chirurgie en neurochirur-
gie hebben ertoe geleid dat we voortaan streven naar ultramoderne opera-
tiezalen met instrumenten waarmee we de intraoperatieve kwaliteit kun-
nen controleren. Het doel hierbij is zo weinig mogelijk invasieve ingrepen
te moeten uitvoeren, de operatieduur te verkorten en de nauwkeurigheid
op te drijven. Het is een feit dat we een verschuiving zien binnen het taken-
pakket van de arts en de machine, een evenwicht dat niet zonder moeite te
bereiken valt", stelt Christian Raftopoulos vast.
"In dit geval gaat het om een beeldvormingsrobot", benadrukt Xavier Banse.
"Dankzij de robot maken we perfecte beelden. Vervolgens moeten we ons
de vraag stellen hoe de ingreep zelf kan worden verbeterd met behulp van
technologie. We blijven voorzichtig, maar we merken toch dat robots
langzaam maar zeker hun intrede doen in de operatiezaal."
"In de toekomst zullen er robots bestaan die via een elektronisch oog ge-
steelde schroeven plaatsen. Dat zal dan ook ongeveer het enige zijn wat ze
doen, zoals op een montagelijn. Vooral de uitvoering zal worden geroboti-
seerd en de arts zal de controlefunctie uitoefenen, terwijl het momenteel
eerder omgekeerd is: de arts voert de ingreep uit onder toezicht van een
robot, die uiteindelijk nog altijd door mensenhanden wordt gestuurd",
besluit prof. Raftopoulos.
Om hun operaties nog nauwkeuriger te kunnen uitvoeren en
een goede controle over de ingreep te behouden, hebben de
Cliniques Universitaires Saint-Luc
onlangs zaal 19 van hun ope-
ratiekwartier gerenoveerd en uitgerust met een intraoperatie-
ve 3D-scanner. Dit technologische pronkstuk is voorbehouden
voor neurochirurgen en orthopedisch chirurgen.
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Januvia 25 mg filmomhulde tabletten. Januvia 50 mg filmomhulde tabletten. Januvia 100 mg filmomhulde
tabletten 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 25 mg: elke tablet bevat sitagliptinefosfaatmonohydraat, equivalent aan 25
mg sitagliptine. 50mg: elke tablet bevat sitagliptinefosfaatmonohydraat, equivalent aan 50 mg sitagliptine. 100 mg: elke tablet bevat sitaglip-
tinefosfaatmonohydraat, equivalent aan 100 mg sitagliptine. Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3. FARMACEUTISCHE
VORM
Filmomhulde tablet (tablet). 25 mg: Ronde, roze filmomhulde tablet met aan één zijde `221'. 50 mg: Ronde, lichtbeige filmomhulde tablet
met aan één zijde `112'. 100 mg: Ronde, beige filmomhulde tablet met aan één zijde `277'. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indica-
ties Bij volwassen patiënten met type 2-diabetes mellitus is Januvia geïndiceerd voor verbetering van de bloedglucoseregulatie: als mono-
therapie: voor patiënten bij wie met dieet en lichaamsbeweging alleen de glucosespiegel onvoldoende onder controle kan worden gebracht
en voor wie metformine ongeschikt is omdat het gecontra-indiceerd is of niet verdragen wordt. als orale duotherapie in combinatie met: -
metformine als met dieet en lichaamsbeweging plus alleen metformine de glucosespiegel onvoldoende onder controle kan worden gebracht.
- een sulfonylureumderivaat als met dieet en lichaamsbeweging plus de maximale verdragen dosis van alleen een sulfonylureumderivaat de
glucosespiegel onvoldoende onder controle kan worden gebracht en als
metformine ongeschikt is omdat het gecontra-indiceerd is of niet verdragen
wordt. - een peroxisome proliferator-activated receptor gamma (PPAR)-
agonist (een thiazolidinedion) als gebruik van een PPAR-agonist
aangewezen is en als met dieet en lichaamsbeweging plus de PPAR-agonist
alleen de glucosespiegel onvoldoende onder controle kan worden gebracht.
als orale tripeltherapie in combinatie met: - een sulfonylureumderivaat en
metformine, als met dieet en lichaamsbeweging plus behandeling met deze
beide geneesmiddelen de glucosespiegel onvoldoende onder controle kan
worden gebracht. - een PPAR-agonist en metformine, wanneer gebruik van
een PPAR-agonist aangewezen is en als met dieet en lichaamsbeweging
plus gecombineerde therapie met deze geneesmiddelen de glucosespiegel
onvoldoende onder controle kan worden gebracht. Januvia is ook geïndi-
ceerd als toevoeging aan insuline (met of zonder metformine) als dieet en li-
chaamsbeweging plus stabiele dosis van insuline onvoldoende glucoseregu-
latie geven. 4.2 Dosering en wijze van toediening Dosering De dosis van
Januvia is 100 mg 1 dd. Als Januvia in combinatie met metformine en/of een
PPAR-agonist wordt gebruikt, moet de dosis van metformine en/of de
PPAR-agonist onveranderd blijven en moet Januvia gelijktijdig worden toe-
gediend. Als Januvia in combinatie met een sulfonylureumderivaat of met
insuline wordt gebruikt, kan een lagere dosis van het sulfonylureumderivaat
of de insuline worden overwogen om de kans op hypoglykemie te vermind-
eren (zie rubriek 4.4). Als een dosis Januvia wordt overgeslagen, moet deze
worden ingenomen zodra de patiënt eraan denkt. Op dezelfde dag mag geen
dubbele dosis worden ingenomen. Speciale populaties Nierfunctiestoornis
Wanneer gebruik van sitagliptine in combinatie met een ander antidiabetisch
middel wordt overwogen, moeten de voorwaarden voor gebruik van dit mid-
del bij patiënten met een nierfunctiestoornis worden gecontroleerd. Voor
patiënten met een lichte nierfunctiestoornis (creatinineklaring [CrCl] 50 ml/
min) hoeft de dosis van Januvia niet te worden aangepast. Voor patiënten
met een matige nierfunctiestoornis (CrCl 30 tot < 50 ml/min) is de dosis
Januvia 50 mg 1 dd. Voor patiënten met een ernstige nierfunctiestoornis (CrCl
< 30 ml/min) of eindstadium nierfalen (ESRD) die hemodialyse of peritoneale
dialyse nodig hebben, is de dosis Januvia 25 mg 1 dd. Januvia kan worden
toegediend ongeacht het tijdstip van de dialyse. Omdat de dosis op basis van
de nierfunctie moet worden aangepast, wordt aanbevolen vóór instelling van
Januvia en periodiek daarna de nierfunctie te beoordelen. Leverfunc-
tiestoornis Voor patiënten met een lichte tot matige leverfunctiestoornis
hoeft de dosis niet te worden aangepast. Januvia is niet onderzocht bij
patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis. Ouderen De dosis hoeft niet
op grond van leeftijd te worden aangepast. Er zijn beperkte veiligheidsge-
gevens beschikbaar bij patiënten 75 jaar; met deze groep moet voorzichtig-
heid worden betracht. Pediatrische patiënten Januvia wordt niet aanbevolen
voor het gebruik bij kinderen jonger dan 18 jaar vanwege een gebrek aan
gegevens over veiligheid en werkzaamheid. Wijze van toediening Januvia
kan met of zonder voedsel worden ingenomen. 4.3 Contra-indicaties Over-
gevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek
6.1 vermelde hulpstoffen (zie rubrieken 4.4 en 4.8). 4.8 Bijwerkingen Samen-
vatting van het veiligheidsprofiel Ernstige bijwerkingen, waaronder pancrea-
titis en overgevoeligheidsreacties, zijn gemeld. Hypoglykemie is gemeld in
combinatie met sulfonylureumderivaten (4,7 % 13,8 %) en insuline (9,6 %). In
11 grootschalige klinische onderzoeken die tot 2 jaar duurden zijn meer dan
3200 patiënten behandeld met Januvia 100 mg 1 dd alleen of in combinatie
met metformine, een sulfonylureumderivaat (met of zonder metformine), insu-
line (met of zonder metformine) of een PPAR-agonist (met of zonder met-
formine). In een gepoolde analyse van 9 van deze studies was de frequentie
van stopzettingen wegens bijwerkingen 0,8 % met 100 mg/dag en 1,5 % met
andere behandelingen. Tabel met bijwerkingen Bijwerkingen staan hieronder
per systeemorgaanklasse en frequentie. De frequenties zijn gedefinieerd als:
zeer vaak ( 1/10); vaak ( 1/100, < 1/10); soms ( 1/1.000, < 1/100); zelden (
1/10.000, < 1/1000); zeer zelden (< 1/10.000) en niet bekend (kan met de bes-
chikbare gegevens niet worden bepaald). De frequentie van bijwerkingen in
placebogecontroleerd klinisch onderzoek en postmarketingervaring. Mono-
therapie met sitagliptine (24 weken): - infecties en parasitaire aandoeningen:
bovensteluchtweginfectie (vaak*), nasofaryngitis (vaak*), - immuunsys-
teemaandoeningen: overgevoeligheidsreacties waaronder anafylaxie,
(niet bekend), - voedings- en stofwisselingsstoornissen: hypoglykemie
(vaak), - zenuwstelaandoeningen: hoofdpijn (vaak), duizeligheid (soms), -
ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: interstitiële
longziekte (niet bekend), - maagdarmstelselaandoeningen: constipatie (soms), braken (niet bekend), acute pancreatitis, (niet bekend),
fatale en niet-fatale hemorragische en necrotiserende pancreatitis, (niet bekend), - huid- en onderhuidaandoeningen: angio-oedeem,
(niet bekend), uitslag, (niet bekend), urticaria, (niet bekend), cutane vasculitis, (niet bekend), exfoliatieve huidaandoeningen waar-
onder Stevens-Johnson-syndroom, (niet bekend), - skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: osteoartritis (vaak*), pijn in extrem-
iteiten (vaak*), artralgie (niet bekend), myalgie (niet bekend), rugpijn (niet bekend), - nier- en urinewegaandoeningen: verminderde nier-
functie (niet bekend), acuut nierfalen (niet bekend). Sitagliptine met metformine (24 weken): - immuunsysteemaandoeningen:
overgevoeligheidsreacties waaronder anafylaxie, (niet bekend), - voedings- en stofwisselingsstoornissen: hypoglykemie (vaak), - zenu-
wstelaandoeningen: slaperigheid (soms), - ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: interstitiële longziekte (niet
bekend), - maagdarmstelselaandoeningen: diarree (soms), misselijkheid (vaak), winderigheid (vaak), constipatie (soms), pijn in de bovenbuik
(soms), braken (vaak), acute pancreatitis, (niet bekend), fatale en niet-fatale hemorragische en necrotiserende pancreatitis, (niet
bekend), - huid- en onderhuidaandoeningen: angio-oedeem, (niet bekend),
uitslag, (niet bekend), urticaria, (niet bekend), cutane vasculitis, (niet
bekend), exfoliatieve huidaandoeningen waaronder Stevens-Johnson-synd-
room, (niet bekend), - skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: pijn in
extremiteiten (niet bekend), artralgie (niet bekend), myalgie (niet bekend),
rugpijn (niet bekend), - nier- en urinewegaandoeningen: verminderde nierfunctie (niet bekend), acuut nierfalen (niet bekend), - onder-
zoeken: verlaagde bloedglucose (soms). Sitagliptine met een sulfonylureumderivaat (24 weken): - immuunsysteemaandoeningen: overgevoe-
ligheidsreacties waaronder anafylaxie, (niet bekend), - voedings- en stofwisselingsstoornissen: hypoglykemie (vaak), - ademhalingsstel-
sel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: interstitiële longziekte (niet bekend), - maagdarmstelselaandoeningen: braken (niet bekend),
acute pancreatitis, (niet bekend), fatale en niet-fatale hemorragische en necrotiserende pancreatitis, (niet bekend), - huid- en onderhu-
idaandoeningen: angio-oedeem, (niet bekend), uitslag, (niet bekend), urticaria, (niet bekend), cutane vasculitis, (niet bekend), exfo-
liatieve huidaandoeningen waaronder Stevens-Johnson-syndroom, (niet
bekend), - skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: pijn in extrem-
iteiten (niet bekend), artralgie (niet bekend), myalgie (niet bekend), rugpi-
jn (niet bekend), - nier- en urinewegaandoeningen: verminderde nierfunc-
tie (niet bekend), acuut nierfalen (niet bekend). Sitagliptine met een
sulfonylureumderivaat en metformine (24 weken): - immuunsysteemaandoe-
ningen: overgevoeligheidsreacties waaronder anafylaxie, (niet bekend), -
voedings- en stofwisselingsstoornissen: hypoglykemie (zeer vaak), - adem-
halingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: interstitiële
longziekte (niet bekend), - maagdarmstelselaandoeningen: constipatie
(vaak), braken (niet bekend ), acute pancreatitis, (niet bekend), fatale en
niet-fatale hemorragische en necrotiserende pancreatitis, (niet bekend), -
huid- en onderhuidaandoeningen: angio-oedeem, (niet bekend), uitslag,
(niet bekend), urticaria, (niet bekend), cutane vasculitis, (niet bekend),
exfoliatieve huidaandoeningen waaronder Stevens-Johnson-syndroom,
(niet bekend), - skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: pijn in ex-
tremiteiten (niet bekend), artralgie (niet bekend), myalgie (niet bekend),
rugpijn (niet bekend), - nier- en urinewegaandoeningen: verminderde nier-
functie (niet bekend), acuut nierfalen (niet bekend). Sitagliptine met een
PPAR-agonist (pioglitazone)(24 weken): - immuunsysteemaandoeningen:
overgevoeligheidsreacties waaronder anafylaxie, (niet bekend), - voed-
ings- en stofwisselingsstoornissen: hypoglykemie (vaak), - ademhalingss-
telsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: interstitiële longziekte
(niet bekend), - maagdarmstelselaandoeningen: winderigheid (vaak), braken
(niet bekend ), acute pancreatitis, (niet bekend), fatale en niet-fatale
hemorragische en necrotiserende pancreatitis, (niet bekend), - huid- en
onderhuidaandoeningen: angio-oedeem, (niet bekend), uitslag, (niet
bekend), urticaria, (niet bekend), cutane vasculitis, (niet bekend), exfolia-
tieve huidaandoeningen waaronder Stevens-Johnson-syndroom, (niet
bekend), - skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: pijn in extrem-
iteiten (niet bekend), artralgie (niet bekend), myalgie (niet bekend), rugpi-
jn (niet bekend), - nier- en urinewegaandoeningen: verminderde nierfunc-
tie (niet bekend), acuut nierfalen (niet bekend), - algemene aandoeningen
en toedieningsplaatsstoornissen: perifeer oedeem (vaak), - onderzoeken:
verlaagde bloedglucose (vaak). Sitagliptine met een PPAR-agonist (pioglita-
zone) en metformine (26 weken): - immuunsysteemaandoeningen: over-
gevoeligheidsreacties waaronder anafylaxie, (niet bekend), - voedings-
en stofwisselingsstoornissen: hypoglykemie (vaak), - ademhalingsstelsel-,
borstkas- en mediastinumaandoeningen: interstitiële longziekte (niet
bekend), - maagdarmstelselaandoeningen: braken (niet bekend), acute pan-
creatitis, (niet bekend), fatale en niet-fatale hemorragische en necrotiser-
ende pancreatitis, (niet bekend), - huid- en onderhuidaandoeningen: angio-
oedeem, (niet bekend), uitslag, (niet bekend), urticaria, (niet bekend),
cutane vasculitis, (niet bekend), exfoliatieve huidaandoeningen waaronder
Stevens-Johnson-syndroom, (niet bekend), - skeletspierstelsel- en
bindweefselaandoeningen: pijn in extremiteiten (niet bekend), artralgie
(niet bekend), myalgie (niet bekend), rugpijn (niet bekend), - nier- en
urinewegaandoeningen: verminderde nierfunctie (niet bekend), acuut nier-
falen (niet bekend), - algemene aandoeningen en toedieningsplaatss-
toornissen: perifeer oedeem (vaak). Sitagliptine met insuline (+/- metformine)
(24 weken): - infecties en parasitaire aandoeningen: influenza (vaak), - im-
muunsysteemaandoeningen: overgevoeligheidsreacties waaronder anafy-
laxie, (niet bekend), - voedings- en stofwisselingsstoornissen: hypoglyke-
mie (vaak), - zenuwstelaandoeningen: hoofdpijn (vaak), - ademhalingsstelsel-,
borstkas- en media stinumaandoeningen: interstitiële longziekte (niet
bekend), - maagdarmstelselaandoeningen: droge mond (soms), constipatie
(soms), braken (niet bekend ), acute pancreatitis, (niet bekend), fatale en
niet-fatale hemorragische en necrotiserende pancreatitis, (niet bekend), -
huid- en onderhuidaandoeningen: angio-oedeem, (niet bekend), uitslag,
(niet bekend), urticaria, (niet bekend), cutane vasculitis, (niet bekend),
exfoliatieve huidaandoeningen waaronder Stevens-Johnson-syndroom,
(niet bekend), - skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen: pijn in ex-
tremiteiten (niet bekend), artralgie (niet bekend), myalgie (niet bekend),
rugpijn (niet bekend), - nier- en urinewegaandoeningen: verminderde nier-
functie (niet bekend), acuut nierfalen (niet bekend). * Gebaseerd op inci-
dentie ongeacht enig causaal verband. Bijwerkingen werden vastgesteld
door middel van postmarketingsurveillance. Zie rubriek 4.4. In meerdere
klinische studies is een geringe toename in het aantal witte bloedcellen
(WBC) (ongeveer 200 cellen/µl verschil in WBC versus placebo; gemiddeld
baseline-WBC ongeveer 6600 cellen/µl) waargenomen als gevolg van een verhoging in het aantal neutrofielen. Deze waarneming werd in de
meeste maar niet alle studies gedaan. Deze verandering in laboratoriumparameters wordt niet klinisch relevant geacht. 7. HOUDER VAN DE
VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Sharp & Dohme Ltd. Hertford Road, Hoddesdon Hertfordshire EN11 9BU Verenigd
Koninkrijk 8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN 25 mg : EU/1/07/383/001 EU/1/07/383/002 EU/1/07/383/003
EU/1/07/383/004 EU/1/07/383/005 EU/1/07/383/006 50 mg: EU/1/07/383/007 EU/1/07/383/008 EU/1/07/383/009 EU/1/07/383/010 EU/1/07/383/011
EU/1/07/383/012 100 mg: EU/1/07/383/013 EU/1/07/383/014 EU/1/07/383/015 EU/1/07/383/016 EU/1/07/383/017 EU/1/07/383/018 9. DATUM VAN
EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 21 maart
2007 Datum van laatste hernieuwing: 21 maart 2012 10. DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST 12/2012 Aflevering enkel op medisch
voorschrift. Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europees Geneesmiddelenbureau
(http://www.ema.europa.eu).
28 tabs. x 100 mg: 46,40
98 tabs. x 100 mg: 143,24
MSD Belgium BVBA
Lynx Binnenhof5
1200 Brussel
Gelieve de volledige wetenschappelijke
bijsluiter te raadplegen vooraleer voor te schrijven.
DIAB-1053001-0000
KRACHT.
ERVARING.
Pub_JANUVIA_250x317mm_DEC13.indd 2
03/12/13 08:15