![]() liseerde landen gedaald met 2,2 procent per jaar (1). Die daling wordt toegeschreven aan een betere behandeling én aan een bredere screening door mammografie. In de meeste landen begon de sterfte aan borstkanker echter te dalen vóór de implementering van screening door de overheid (2, 3). In drie gerandomiseerde, methodologisch correcte studies, die zijn verwerkt in een meta-analyse van de bovendien niet worden aangetoond dat massascreening een significant effect heeft op de sterfte door borstkanker (rr: 0,90; 95%-BI: 0,79-1,02) (4). tot slot is de incidentie van gevorderde tumoren, die specifiek de efficiëntie van screening weerspiegelt, in sommige landen gestegen of stabiel gebleven, terwijl ze in andere landen tijdelijk wat was gedaald en daarna weer is gestegen tot het niveau van vóór de start van het screeningprogramma (5). de mensen: hoofdzakelijk ten gevolge van fout-positieve resultaten, overdiagnostiek en een klein aantal door stra- len veroorzaakte kankers. De verhoopte winst in levens- chirurgie waaronder mastectomie is gestegen sinds het opstarten van massascreening, gedeeltelijk als gevolg van overdiagnostiek (4, 6). De frequentie van chemotherapie en hormonale therapie (de indicaties voor die behande- ling hangen meer af van het immunohistochemische en het genetische profiel van de ziekte dan van het anato- mische stadium) is niet gedaald sinds de massascreening (7). Fout-positieve uitkomsten hebben ongetwijfeld min of meer tijdelijk een negatieve invloed op de levenskwaliteit van tal van gezonde vrouwen. veroorzaken bij gezonde mensen: hoofdzakelijk ten gevolge van fout- positieve resultaten, overdiagnostiek en een klein aantal door stralen veroorzaakte kankers. is duur, weinig efficiënt en veroorzaakt ongemak bij gezonde mensen. Elke vorm van screening bij vrouwen met een laag of middelmatig risico gewoon stopzetten, zou echter problematisch Bovendien zou voortzetting van de huidige massascreening bij vrouwen met hoog risico onvoldoende zijn. Wij bespreken hier de voor- en nadelen van een screening op maat, die efficiënter en rendabeler zou kunnen zijn. De principes van een dergelijke screening zijn: (a) screening starten op de leeftijd waarop het individuele risico gelijk is aan dat van een vrouw van 50 jaar met een gemiddeld risico, (b) screening stopzetten als het risico op overlijden als gevolg van borstkanker niet opweegt tegen de comorbiditeit, (c) de frequentie en het type beeldvorming aanpassen naargelang het individuele risico en de densiteit van het klierweefsel, (d) de screeningstrategie regelmatig bij elke vrouw afzonderlijk opnieuw evalueren en (e) met elke vrouw een eerlijk gesprek voeren, om haar te helpen bij de beslissing om al dan niet aan screening deel te nemen. |