![]() Die pijn gaat gepaard met dysmenorroe (die niet altijd be- ter wordt onder anticonceptie) en diepe dyspareunie, niet zozeer dyspareunie bij intromissie. Deze vrouwen heb- ben ook vaak last van chronische bekkenpijn. In zeldza- mere gevallen wordt dyschezie vastgesteld, of pijn op het moment van de defecatie, of dysurie. van de patiënt er ook aan lijdt, omdat de ziekte een ge- netische component heeft: als de moeder endometriose heeft, heeft de dochter een 6 tot 7 keer verhoogd risico op de aandoening. len. Dit kan door een gewoon onderzoek met het specu- lum, dat wel voldoende moet worden geopend om het achterste vaginale gewelf te kunnen zien. De arts kan dan een meer korrelig beeld zien, met soms paarsachtige knob- beltjes. Het opspannen van de sacro-uteriene ligamenten (door de baarmoederhals tijdens het vaginaal toucher naar boven te duwen) veroorzaakt vaak pijn. Een normaal klinisch onderzoek is meestal geruststellend. echografie weten we dat die weinig oplevert, behalve in geval van endometriumcysten. Endometriose wordt ge- kenmerkt door peritoneale, ovariële en diepe letsels in het rectovaginale septum, ter hoogte van de blaas, die kun- nen infiltreren tot in het rectum ( of zich manifesteren in de vorm van cysten. Een MrI is nuttig op voorwaarde dat deze wordt uitgevoerd door een radioloog die ervaring heeft met endometriose omdat de letsels sterk lijken op bloed. Een radiografie van het colon met lavement in dubbel contrast, met bijzondere aandacht voor de recto-sigmoïdale verbinding in profiel kan ook interessant zijn ( noch sensitief. Het onderzoek is gericht op de combina- tie van bepaalde biomarkers, waaronder CA-125, CA-19.9, IL-6 en -8 en hsCrP, alsook op micro-rNA's, waarvan sommige modulatoren lijken te zijn van de verschijning van bepaalde ziekten. Voor endometriose zijn dat mrNA's complex netwerk van verschillende celtypes (meer specifiek macrofagen en lymfocy- ten) en hun secretieproducten (groeifacto- ren, cytokines, chemokines) die autocrien en paracrien interageren. Via die cytokines en groeifactoren komt er een dialoog tot stand tussen de componenten van het im- muunsysteem en de endometriosecellen. Verschillende soorten lymfocyten spelen een rol. T- T- Bij endometriose wordt een verstoord evenwicht vastgesteld, met een verminderde activiteit van de cytotoxische t-lymfo- cyten, van de autoantilichamen via de B-lymfocyten. Dit tast het elimi- natievermogen van de ectopische endometrium cellen in de buikholte aan. dines, die aanleiding geven tot een verhoogde contractie van de uteriene ader, een toename van de baarmoedercontrac- ties en dus dysmenorroe. Ook histamine speelt een rol. De onvruchtbaarheid is mechanisch en gerelateerd aan de ac- tivering van macrofagen met fagocytose van de zaadcellen, aan de inwerking op de eisprong en de vorming van het gele lichaam, en aan de beperking van de beweeglijkheid van de zaadcellen. |