![]() blijft voor het grootste aantal kankerdiagnoses en sterftes bij vrouwen wereldwijd, ondanks verbeteringen van adju- vante therapie en een toename van screening (1, 2). De heterogeniteit is gebaseerd op moleculaire data. Wellicht omvat borstkanker ten minste 15 verschillende entiteiten, maar in de dagelijkse praktijk gebruikt men meestal een pragmatische immunohistochemische subclassificatie gebaseerd op oestrogeenreceptor (Er), progesteronre- ceptor (Pr) en de ten bestaan er therapeutische (medicamenteuze) opties tegen één of meerdere van deze receptoren, maar dat is niet het geval voor de zogenaamde groep van drievou- dig negatieve borstkankers ( HEr2. De heterogeniteit werd echter vooral op basis van genexpressieprofielen aangetoond en de zogenaamde van zijn luminal A, luminal B, de zogenaamde aanvaarde) immunohistochemische surrogaatdefinitie van het moleculaire subtype (4). basal-like borstkankers, maar eigenlijk is het slechts een immunohistochemische surrogaatdefinitie van het moleculaire subtype. het klinisch en pathologisch beeld, alsook de aanpak van tNB verder aan bod laten komen. 2-receptoren. Ongeveer 15-20 procent van alle borstkankers behoort tot dit fenotype, dat specifieke risicofactoren review aan bod komen. Zo is het risico op ontwikkelen van TNB geassocieerd met leeftijd, ras, genetische variabelen, borstvoedingspatronen en pariteit. Sommige TNB zijn zéér chemogevoelig. Het merendeel van de patiënten gediagnosticeerd met deze vorm van borstkanker zal uiteindelijk nooit aan borstkanker sterven. Een aantal (histologische) subgroepen van TNB heeft mogelijk zelfs een uitstekende prognose zonder adjuvante chemotherapie. Gegevens uit moleculaire studies ondersteunen de opvatting dat TNB op zich ook verschillende ziekte-entiteiten omvat. In het geval van een metastastisch recidief, vindt dit bij TNB meestal in de eerste vijf jaar na chirurgie plaats. De prognose is dan slechter in vergelijking met recidief van andere borstkankersubtypes, vooral door schaarse therapeutische opties, maar ook door een gebrekkige respons op therapie. Nieuwe therapieën, maar ook biomarkers die respons op huidige/nieuwe therapieën voorspellen, zijn nodig om de prognose van deze vorm van borstkanker verder te verbeteren. |