background image
12
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 8
2013
Olivier Brouckaert
ON0464N
Drievoudig negatieve borstkanker:
een update
Olivier Brouckaert, Hans Wildier, Giuseppe Floris, Patrick Neven
Multidisciplinair Borst Centrum, UZ Leuven
Introductie
Borstkanker is een heterogene ziekte die verantwoordelijk
blijft voor het grootste aantal kankerdiagnoses en sterftes
bij vrouwen wereldwijd, ondanks verbeteringen van adju-
vante therapie en een toename van screening (1, 2). De
heterogeniteit is gebaseerd op moleculaire data. Wellicht
omvat borstkanker ten minste 15 verschillende entiteiten,
maar in de dagelijkse praktijk gebruikt men meestal een
pragmatische immunohistochemische subclassificatie
gebaseerd op oestrogeenreceptor (Er), progesteronre-
ceptor (Pr) en de
human epidermal growth factor recep-
tor 2 (HEr2)-status. Voor het merendeel van de patiën-
ten bestaan er therapeutische (medicamenteuze) opties
tegen één of meerdere van deze receptoren, maar dat is
niet het geval voor de zogenaamde groep van drievou-
dig negatieve borstkankers (
triple negative breast cancer,
tNB), gekenmerkt door de afwezigheid van Er, Pr en
HEr2. De heterogeniteit werd echter vooral op basis van
genexpressieprofielen aangetoond en de zogenaamde
intrinsieke borstkankersubtypes gedefinieerd op basis hier-
van zijn luminal A, luminal B,
HER2-like, normal breast-
like en basal-like borstkanker (3). tNB behoort meestal tot
de zogenaamde
basal-like borstkankers, maar eigenlijk is
het slechts een (weinig accurate maar wel internationaal
aanvaarde) immunohistochemische surrogaatdefinitie van
het moleculaire subtype (4).
tNB behoort meestal tot de zogenaamde
basal-like borstkankers, maar eigenlijk is
het slechts een immunohistochemische
surrogaatdefinitie van het moleculaire
subtype.
We zullen hier de definities, epidemiologie, risicofactoren,
het klinisch en pathologisch beeld, alsook de aanpak van
tNB verder aan bod laten komen.
D
rievoudig negatieve borstkanker (triple negative breast cancer, TNB) is een heterogene ziekte die verschillende `wees'-
borstkankersubtypes omvat. TNB is gebaseerd op een simplistische definitie, namelijk de afwezigheid van ER/PR/HER-
2-receptoren. Ongeveer 15-20 procent van alle borstkankers behoort tot dit fenotype, dat specifieke risicofactoren
en moleculaire kenmerken heeft, en een specifieke klinische presentatie en prognose. Deze kenmerken zullen alle in deze
review aan bod komen. Zo is het risico op ontwikkelen van TNB geassocieerd met leeftijd, ras, genetische variabelen,
borstvoedingspatronen en pariteit. Sommige TNB zijn zéér chemogevoelig. Het merendeel van de patiënten gediagnosticeerd
met deze vorm van borstkanker zal uiteindelijk nooit aan borstkanker sterven. Een aantal (histologische) subgroepen van
TNB heeft mogelijk zelfs een uitstekende prognose zonder adjuvante chemotherapie. Gegevens uit moleculaire studies
ondersteunen de opvatting dat TNB op zich ook verschillende ziekte-entiteiten omvat. In het geval van een metastastisch
recidief, vindt dit bij TNB meestal in de eerste vijf jaar na chirurgie plaats. De prognose is dan slechter in vergelijking met
recidief van andere borstkankersubtypes, vooral door schaarse therapeutische opties, maar ook door een gebrekkige respons
op therapie. Nieuwe therapieën, maar ook biomarkers die respons op huidige/nieuwe therapieën voorspellen, zijn nodig om
de prognose van deze vorm van borstkanker verder te verbeteren.