background image
18
GUNAIKEIA
VOL 18 Nr 8
2013
GC365N
I
ntra
-
uterIene
contraceptIe
bIj
nullIparae
ouder
dan
18
jaar
:
op
weg
naar
een
b
elgIsche
consensus
(5/6)
IUD, buitenbaarmoederlijke zwangerschap en
PID bij nulliparae: is er echt een risico?
Dominique-Jean Bouilliez
IUC, risico op buitenbaarmoederlijke
zwangerschap en nullipariteit
"
Verschillende studies uit de jaren zestig tot tachtig sug-
gereerden dat IUC aan de oorsprong lag van de gestegen
incidentie van extra-uteriene zwangerschappen (EUZ).
Die vaststelling is sindsdien uitgebreid ontkracht
, merkt
dr. Michèle Leunen (UZ Brussel) op,
onder meer door
een grootschalige cohortstudie met 0,0-0,5 EUZ/1.000
vrouwen onder Cu-IUD of LNG-IUS tegenover 3,25-5,25
EUZ/1.000 vrouwen in de algemene bevolking
(1)." Deze
vaststelling is bevestigd door een meta-analyse van zes-
tien case-controlstudies (2), die aantoonde dat in geval
van zwangerschap de aanwezigheid van een IUD het risico
op een buitenbaarmoederlijke inplanting vermenigvuldig-
de met 10,6. tot slot is er geen contra-indicatie voor de
plaatsing van een IUD bij vrouwen met een voorgeschie-
denis van buitenbaarmoederlijke zwangerschap.
LNG-IUD en risico op PID (
Pelvic
Inflammatory Disease) of
onvruchtbaarheid bij nulliparae
(Prof. Gilbert Donders en Prof. Jean Squifflet)
Omdat een vrouw die nog niet is bevallen jonger is en
doorgaans minder stabiel in haar relaties, is het risico op
infecties hoger. In een rapport over twaalf multicentrische
studies is melding gemaakt van een vermenigvuldiging
met factor 6,3 van het risico op PID in de loop van de
eerste 21 dagen na de plaatsing van een Cu-IUD (3). De
incidentie blijft ondanks alles laag (1%). Bovendien lijkt
de verhoogde incidentie bij jongere vrouwen (< 25 jaar)
eerder verband te houden met de hogere prevalentie van
bacteriële vaginose en cervicitis dan met de plaatsing
van een IUD. Dit roept duidelijk de vraag op of screening
op deze infecties noodzakelijk is voordat een IUD wordt
geplaatst bij een jonge vrouw, en indien nodig ook pre-
ventieve antibiotherapie. In het algemeen mag een IUD
geplaatst worden zonder voorafgaandelijke screening of
behandeling, tenzij er tekens zijn van cervicitis. De kans
dat een LNG-IUS PID's veroorzaakt is kleiner dan bij een
Cu-IUD (0,5% vs. 2,0%; p = 0,013) op 36 maanden; het
systeem lijkt dus een beschermend effect te hebben tegen
PID op lange termijn (4).
Voor vrouwen met een hoog risico op seksueel overdraag-
bare aandoeningen (soa's) is de incidentie van PID's vier keer
lager onder LNG-IUS (5). De aanwezigheid van vaginose
verhoogt het infectierisico significant in geval van plaatsing
van een Cu-IUD in vergelijking met plaatsing van een LNG-
IUS (6). Het nut van profylactische antibiotherapie is niet
aangetoond (7, 8), en dus screening is niet aanbevolen in
de algemene populatie. Alhoewel nullipariteit op zich geen
indicatie is voor screening en/of prophylactische behande-
ling met antibiotica, is jonge leeftijd < 25 dat wel. tevens is
er voorafgaande screening en behandeling vereist bij risico-
factoren voor PID (meerdere partners, recent verandering
van partner, voorgeschiedenis van soa, huidige infectie met
Chlamydia trachomatis of Neisseria gonorrhoeae...), van-
wege het bekende risico op aantasting van de fertiliteit. Een
IUD op zich is niet geassocieerd met een verhoogd risico op
afsluiting van de eileiders bij nulliparae (9).
Zijn er indicaties voor antibiotherapie en
voor antibioprofylaxis?
"
Een Cochranereview van zes studies naar het gebruik
van doxycycline 200mg in één keer voor de plaatsing, of
azithromycine 500mg in één keer één uur voor de plaatsing,
O
nder het voorzitterschap van prof. Herman Depypere (UZ Gent) en prof. Philippe Simon (ULB Erasme) kwam een
Belgisch panel samen van dertien gynaecologen, vertegenwoordigers van universiteiten en wetenschappelijke
verenigingen voor gynaecologie-verloskunde. Ze kwamen op basis van de literatuurgegevens tot een consensus over
het gebruik van intra-uteriene systemen (IUD's) ­ zowel koperspiraaltjes (Cu-IUD's) als hormoonspiraaltjes (LNG-IUS) ­ bij
vrouwen die nog geen kinderen hebben gebaard.