![]() metrie (DXA) verklaart slechts 40-70 procent van de bot- resistentie en geeft dus slechts een onvolledig beeld van de broosheid van het bot. Gezien de geringe gevoeligheid van de botdichtheid bij het voorspellen van het fractuur- risico wordt er gezocht naar andere factoren die kunnen bijdragen tot die broosheid en het fractuurrisico. schillen in botresistentie en kunnen extra informatie ge- ven naast de botdichtheid, op grond waarvan we een be- handeling kunnen kiezen. Zo speelt de factor `leeftijd' een overheersende rol bij broosheid van het bot. Bij een gelijke botdichtheid is het fractuurrisico hoger bij bejaarden dan bij jongere mensen. Vrouwen van 50 jaar met een t-score van -3 lopen 3 procent kans om binnen de volgende tien jaar een heupfractuur op te lopen. Op de leeftijd van 80 jaar is dat 20 procent. Andere factoren die in beschouwing moeten worden genomen, zijn een persoonlijke voorge- schiedenis van fractuur (het relatieve risico op ontwik- keling van een nieuwe wervelfractuur is 4,4 maal hoger na een eerste fractuur; het risico op heupfractuur is dan 2,3 maal hoger en het risico op welke fractuur dan ook 1,8 maal hoger), de behandelingen die invloed hebben op het botmetabolisme, overmatig alcohol drinken, roken en het risico op vallen. In verband met deze gegevens is het interessant om te melden dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) sico op de ontwikkeling van een fractuur te ramen op grond van een aantal risicofactoren: het FrAX-model (http:// www.shef.ac.uk/FrAX/). Dit model berekent aan de hand van meerdere factoren (zoals onder meer bovenvermelde risicofactoren) de waarschijnlijkheid van het optreden van een fractuur over een periode van 10 jaar. Deze berekening geeft een idee over het risico dat een gegeven individu loopt. In België is het FrAX-model nog niet opgenomen in de officiële richtlijnen, maar het is toch al een belangrijke aanwinst bij het voorspellen van het fractuurrisico. Sinds enkele jaren is echter duidelijk geworden dat het kwalitatieve aspect een cruciale parameter is inzake de resistentie van het bot tegen fracturen. De botkwaliteit is een totaalconcept dat nu integraal deel uitmaakt van de definitie van osteoporose, en is afhankelijk van de macro- architectuur of de vorm van het bot, de microarchitectuur van het bot en verschillende elementen zoals microletsels in het bot, bepaalde kenmerken van de botmatrix, de mate van mineralisatie, de ombouwactiviteit... DXA-scan. Het is echter veel moeilijker om de kwaliteit van het bot te meten. Daarvoor zijn meer gesofistikeerde en/ of soms invasievere technieken vereist. Er bestaan evenwel nieuwe, niet-invasieve onderzoekstechnieken om precies referentie heeft de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) de cut-offwaarde vastgelegd op 2,5 standaarddeviatie ten ook rekening worden gehouden met andere factoren. |